Ieder jaar natuurbeschermingsjaar
Bij het verschijnen van dit tijdschrift, ge
wijd aan recreatie in en om het Veerse meer,
schrijven wij 1971. Het natuurbeschermings
jaar 1970 ligt achter ons.
Nooit is in enig jaar zoveel geschreven,
gezien en gepubliceerd over zaken betref
fende natuurbescherming en milieubehoud.
Talrijke commissies en werkgroepen zijn in
het leven geroepen, welke zich stuk voor
stuk beijveren voor het behoud van het mi
lieu in het land of in hun woonplaats. Op
scholen, zowel lagere als middelbare, heb
ben de leerkrachten de gelegenheid gekre
gen, of genomen, aandacht te schenken aan
het probleem. De zaak van de persleiding in
noord-oost Groningen is uiterst aktueel.
Overal in Nederland hebben aktiegroepen
zich beijverd grote bedrijven die door hun
arbeidsprocedure het milieu opvallend ver
vuilen, in een kwaad daglicht te stellen.
Zelden werden in het laatste geval behoor
lijke alternatieven gesteld. Vaak kan dit ook
niet. De gemiddelde bioloog en natuurmin
naar zijn over het algemeen te weinig op de
hoogte van de problemen van de economie.
De konsekwenties van hun voorstellen zijn,
als zij worden uitgevoerd, zo groot, dat dit
de welvaart met alleen zou doen stoppen,
maar zelfs achteruit zou doen gaan. Zeker
zullen er duizenden zijn die dit niet zouden
betreuren. Zij zien scherp in, dat de wel
vaartsontwikkeling, als gevolg van de indus
trialisatie niet in verhouding staat tot de
toestand van het milieu. Daartegenover staan
miliioenen mensen die, en ik heb dat in een
vorig artikel in dit tijdschrift al eens be
toogd, die het wel best vinden. Het zal zo'n
vaart niet lopen. Dat het zo'n vaart wel
loopt is prachtig verduidelijkt in de Haagse
Post van 25 november 1970. Daarin citeert
de heer W. L. Brugsma de Amerikaanse
ecologen Paul en Anne Erhlich. in hun boek
„Population, Resources, Environment" ver
gelijken zij de aarde met een ruimteschip:
„Het ruimteschip aarde is nu vol bezet, mis
schien overbezet en het voedsel begint
schaars te worden. Ondanks dat zijn de pas
sagiers die eerste klas reizen bezig de sy
stemen te vernielen die leven aan boord mo
gelijk maken. Het mechanisme dat voedsel
produceert wordt gesaboteerd. Aan de ap
paratuur die de atmosfeer regelt en het sy
steem dat de temperatuur controleert, wordt
geknoeid. Eerste klas passagiers houden
thermonucleaire wapens, gifgassen en ziek
tekiemen achter de hand om ze te gebruiken
tegen andere eerste klas passagiers en
misschien tegen hunkerende zwakkere mas
sa's tweede klas passagiers in de strijd
om de afnemende voorraden grondstoffen en
hulpbronnen. Maar, in zalige onwetendheid
van het feit dat er niemand in de stuurstoel
van het ruimteschip zit, bezien veel passa
giers de chaos met opgewekt optimisme,
overtuigd dat alles wei in orde zal komen".
Ik geef toe dat deze vergelijking wat
science-fictionachtig aandoet, maar wanneer
je er een poosje over nadenkt en dat hoeft
helemaal niet zo krampachtig, dan blijkt al
gauw dat deze mensen weinig zaken over
dreven of fantastisch voorstellen, sterker
nog, zij relativeren alle problemen zodanig
dat die met elkaar vergelijkbaar worden.
En dan pas is duidelijk hoe ernstig de si
tuatie in feite is. Men behoeft dan niet over
alle gegevens te beschikken om dat te be
seffen.
Bijzonder bewust van de gevaren die ons
in deze zin bedreigen zijn de biologen die
zich met het onderzoek van de relaties tus
sen de verschillende levensvormen bezighou
den. Zij kennen die gegevens we] en wanneer
zij aan de alarmbel trekken hebben zij daar
voor alle reden. Zo ook de heren: dr. A J.
Cavé, dr. A. C. Perdeck en dr. C. W. Stor
tenbeker, medewerkers van het rijksinsti
tuut voor Natuurbeheer in Arnhem. Vanuit
hun verontrusting hebben zij het Milieumani
fest opgesteld. Hierin doen zij 10 aanbeve
lingen voor aktie om de toenemende milieu
vervuiling te kunnen bestrijden. Deze aanbe
velingen gelden voor iedereen en zij zijn door
iedereen te gebruiken. Het is bijzonder nut
tig deze lijst van leefregels op zo groot mo
gelijke schaal te publiceren, maar het is ook
van belang na te gaan of zij van toepassing
zijn op de Veerse meer bezoekers.
t. Bevolking.
In Nederland wonen nu al meer dan 13
miljoen mensen. Dit aantal zal over 54 jaar
verdubbeld zi.in als we er niets aan doen.
Deze groei zal eens moeten stoppen; daar
om beter nu, nu het behoud van een leef
baar milieu nog mogelijk is.
Overheid: Voer een bevolkingspolitiek die
er op gericht is het bevolkingsniveau te
stabiliseren; propageer het kleine gezin en
geef voorlichting.
Kerken en artsen: Neem barrières weg die
geboortebeperking in de wegstaan.
Burgers: Ook u bepaalt nü de leefruimte
voor uw kinderen straks. Beperk in hun be
lang het aantal dat u voortbrengt (bij voor
keur niet meer dan twee).
Veersemeer-bezoeker: Tja, ik ben uw pre
dikant, kapelaan, dominee of vriend niet,
maar u kunt mede bepalen of u straks nog
genoeg ruimte heeft om te zwemmen of te
varen.
2. Economische groei.
Stijgende produktie van goederen en
diensten gaat thans gepaard met het schaars
worden van goederen die tot nu toe meestal
gratis waren, zoals schone lucht, schoon wa
ter, natuur en rust. Voor verbruik van deze
schaarse goederen moet een prijs berekend
worden.
Overheid: Niet alle produktieverhoging is
economische groei. Wanneer door produktie-
vergroting sommige goederen schaars wor
den (schone lucht, enz.) moet dat berekend
worden en in mindering gebracht op de
economische groei. Produktie ter compen
satie van deze nieuwe schaarste (b.v. zui
veringsinstallaties) mag niet worden meege
rekend bij de groei. Door middel van wetten
moeten dergelijke berekeningen worden af
gedwongen, waardoor de thans gangbare op
offering van genoemde waardevolle goederen
zonder betaling onmogelijk wordt gemaakt.
Burgers: Onderzoek uw leefgewoonten en
konsumptiepakket op overbodigheid.
Veersemeer-bezoeker: Is het inderdaad be
langrijk dat uw boot groter is dan die van
uw buurman. Met een grotere motor ga je
inderdaad harder, maar wat dan nog?
3. Vervuiling en lawaai.
Meer mensen met meer welvaart produ
ceren meer afval, meer stank, meer lawaai,
ledereen doet hieraan mee, de industrie, de
landbouw, de weggebruiker, de konsument.
De gemeenschap moet eisen dat de lasten
op de veroorzaker verhaald worden. Hierdoor
worden aktiviteiten die het milieu aantasten
tegengewerkt.
Overheid: Beperk rigoureus aktiviteiten wel
ke het milieu vervuilen door het opstellen en
handhaven van strenge normen. Verhoog de
belasting op deze aktiviteiten en gebruik de
opbrengsten hiervan om alternatieve oplos
singen te financieren en te stimuleren. Be
vorder maatregelen die er op gericht zijn
afvalstoffen weer in omloop te brengen
(kringloop economie). Bevorder dat nieuwe
technieken en stoffen uitvoerig op hun ge
varen voor mens en milieu worden onder
zocht vóórdat ze in gebruik komen. De even
tueel hieruit voortvloeiende produktievermin-
dering moet worden aanvaard.
Veersemeer-bestuur: Hebt u voldoende ge
legenheid geschapen tot het effektief depo
neren van vuil en afval? Maakt u voldoende
propaganda voor het schoonhouden van dit
kostbare recreatiegebied? Zijn de ijs, patat-
en haantjesverkopers verplicht de direkte
omgeving van hun verkoopplaats schoon te
houden?
Bedrijfsleven: Men noemt u vaak de groot
ste vervuiler. Ondervang deze kritiek door
extra rekening te houden met het milieu.
Laat onderzoeken of nieuwe vestigingen het
milieu niet bederven, produceer zo schoon
en stil mogelijk en maak produkten met een
minimale afvalkomponent na gebruik. Beperk
uw reklame tot voorlichting om het aankwe
ken van nodeloze behoeften te voorkomen
Burgers: Heb er geld en moeite voor over
om zelf milieu-aantasting te voorkomen. Laat
uw motor niet onnodig draaien. Gooi uw af
val niet in het water of het bos. Maak geen
onnodig lawaai.
Veersemeer-bezoeker: Die vuilnisbak staat er
nog steeds niet voor niets, ook al staat hij
wat ver weg. Hebt u een plastic tasje bij
u om uw sinasappelschillen of bierblikjes
in te deponeren? Lekt uw buitenboordmotor
nog zo erg? Wilt u uw raampje van uw au
to niet alleen gebruiken om uw afval kwijt te
raken?
4. Natuur.
De vorming van een stuk natuur kost in
vele gevallen eeuwen. In de praktijk geldt
dan ook meestal: éénmaal weg is altijd weg.
Overheid: Beschouw de nog overgebleven
natuurgebieden in Nederland als onvervang
baar en behandel ze als kultuur'bezit. Bevor
der herstel van de natuur door de aanleg van
bossen en parken met inheemse wilde plan
ten, ook in de steden.
Stichting „De Beer": weet iedere bezoeker
wel voldoende van uw doelstellingen? Is het
mogelijk ook een aandeel te leveren in de re
creatiemogelijkheden?
Burgers: Steun verenigingen die zich in
zetten voor het behoud en herstel van na
tuur en landschap. Het is ook uw bezit.
Veersemeer-bezoeker: Bent u al lid van de
stichting „De Beer"? Weet u alles van de
noodzaak van natuurreservaten?
5. Stad en land.
Bij beslissing over de indeling van onze
beperkte ruimte behoort ons leefmilieu cen
traal te staan. De wensen van de burger zijn
onvoldoende bekend, ook omdat hij te wei
nig bij de plannen wordt betrokken en te
10