Veiligheid
zeker ook op het water
voor de grootste plaatsen of voor de meeste
plaatsen. Zijn de wegen voldoende beplant
waar dat kan of nodig is? Kan men op vol
doende plaatsen een fiets huren?
Burgers: Streef, ook in het belang van uw
eigen gezondheid, naar een beperkt gebruik
van uw auto en voer akties ter beteugeling
van de verkeersoverlast.
Veersemeer-bezoeker: Wachten op uw
zoontje die een ijsje koopt kan best met een
stilstaande motor. Met z'n vieren naar Mid
delburg kan met twee auto's, maar met één
auto is gezelliger. Waar is uw vouwfiets?
7. Organisatie.
De aktiviteiten op het gebied van milieu
beheer worden sterk belemmerd door de ver
snipperde struktuur van zowel ambtelijke als
particuliere organisaties.
Overheid: Er dient onverwijld een advies
raad voor milieubeheer gevormd te worden,
waarin ook niet aan het beleid gebonden
deskundigen zitten, die de regering, ook on
gevraagd, moet adviseren ter zake van alle
regeringsmaatregelen die het milieu raken.
Omdat milieubeheer een zaak van bijna alle
departementen is moet er tevens een inter
departementaal kontakt orgaan gevormd wor
den om beslissingen over het milieu te coör
dineren.
Veersemeer-bestuur: Ook in Zeeland zijn er
onafhankelijke, deskundige biologen. Denkt
u eens aan de Stichting: ,,Het Zeeuwse
Landschap".
Burgers: Steun de pogingen van vereni
gingen en aktiegroepen om tot een alge
mene niet-ambtelijke organisatie voor milieu
beheer te komen.
8. Onderzoek.
Milieubeheer is nog te weinig doorgedron
gen als object van onderzoek, mede als ge
volg van gebrek aan samenwerking tussen
de verschillende vakgebieden.
Overheid: Bevorder onderzoek betreffen
de milieuzaken, geef instituten die zich hier
mee bezighouden ruime middelen.
Veersemeer-bestuur: U hebt al kennis ge
maakt met het instituut voor Hydrobiolo-
gisch Onderzoek in Yerseke! Doet u dat maar
veel, het Veerse meer vaart er wel bij.
Onderzoekers: Geef en vraag tijd om naast
uw eigen speciale onderzoek en studie, werk
te verrichten op het gebied van milieubeheer.
Vorm werkgroepen van een interdisciplinair
karakter die zich met 'konkrete problemen
bezighouden. Bevorder de openbaarheid van
verkregen gegevens
Biologen rond het Veerse meer: „Kom op
jongens"!
9. Onderwijs en voorlichting.
Te weinig mensen zijn doordrongen van de
ernst van de milieu-aantasting, omdat ze
er te weinig van weten. Jonge mensen dient
daarom vanaf het basisonderwijs begrip bij
gebracht te worden voor het milieu waar
in zij leven.
Overheid: Bevorder op het milieu gericht
onderwijs en opvoeding voor alle lagen van
de bevolking. Bevorder verantwoordelijk
heidsbesef voor het milieu. Geef het publiek
voorlichting over de milieu-aantastende wer
king van vele goederen en handelingen (on
matig gebruik van kunstmest en bestrijdings
middelen, oliestook, benzinemotor, plastic
afval, enz.).
Veersemeer-bestuur: Misschien stelt men
u nog eens als voorbeeld.
Docenten: Geef de problemen van mens
en milieu waar mogelijk een centrale plaats
in uw onderwijs.
Publiciteitsmedia: Wees u bewust van de
belangrijke funktie die u vervult als informa
tiebron van het publiek. Geef milieuzaken de
aandacht die nodig is om het publiek wak
ker te schudden.
Redaktie Veerse Meer Gids: Dat hebt u
al begrepen, maar er zijn meer biologen dan
uw medewerker.
10. Politiek.
Ons milieu is een maatschappelijk belang
van de eerste orde. In de politiek komt dit
nauwelijks tot uiting. Verder kunnen zij, die
het minst verdienen, zich het moeilijkst ont
trekken aan de gevolgen van milieu-aan
tasting.
Politieke partijen: Neem milieubeheer op
in de kernpunten van uw doelstellingen.
Waardeer het milieu als een algemeen be
lang en bevorder maatregelen die de aan
tasting ervan financieel onaantrekkelijk ma
ken. Wees zeer kritisch ten opzichte van
plannen die onder het mom van ekonomische
noodzaak gebruik maken van de geringe
waardering die ons milieu tot nu toe ge
kregen heeft. Durf de hiertoe noodzakelijke
maatregelen in uw programma op te nemen,
ook al weet u dat ze niet populair zullen zijn.
Burgers: Laat bij uw politieke keuze mi
lieuzaken zwaar wegen.
Dat was het dan. Ik ben mij bewust van
de problemen die de realisatie hiervan met
zich meebrengt. Maar, er moet wat gebeu
ren, misschien is het nog niet te laat. Hoe
wij het moeten doen, weet ik ook niet pre
cies, maar alles is beter dan niets.
Drs. J. G. Sennef,
natuurwetenschappelijk medewerker
Stichting „De Beer".
Kort geleden lazen we in het officiële tijd
schrift van de Amerikaanse waterskifede
ratie een beschrijving van een ongeval met
dodelijke afloop:
„Een jongeman was aan het waterskiën
terwijl hij geen reddingsvest of zwemgordel
droeg. In de trekkende boot zat maar één
man, de bestuurder; geen waarnemer.
De bestuurder zat niet achter het stuur
maar op de zijkant van de boot.
Volgens ooggetuigen voltrok zich in en
kele ogenblikken een drama.
De skiër kwam te vallen; de bestuurder
zwenkte kort om te hulp te snellen; de boot
kreeg bij deze scherpe zwenking waarschijn
lijk een klap van z'n eigen hekgolf; de be
stuurder sloeg over boord.
De boot raasde over de in het water lig
gende skiër heen."
We weten wel dat een groot gedeelte
van de bestuurders van snelle boten, bij het
lezen van dit verhaal, zal denken: „Dat zal
mij niet overkomen".
En toch komt het zo nu en dan voor.
Verschillende malen hebben we in het afge
lopen seizoen b.v. bestuurders van een
rubberboot met sterke aanhangmotor op
de rand van hun wiebelend en golvend
vaartuigje zien zitten. Ook op het Veerse
meer is op deze wijze een dodelijk ongeval
veroorzaakt.
Steeds weer opnieuw maakt men funda
mentele fouten bij het varen met een snelle
boot, al of niet met er achter hangende
waterskiër.
Mogen we de drie notoire fouten bij het
varen met een snelle boot, al of niet met
waterskier, nog eens noemen?
1. het skiën zonder reddingsvest of zwem
gordel;
2. het skiën zonder achteruitkijk in de
boot.
3. het varen met een snelle boot, zittend
op de rand of op de leuning van de
bestuurdersstoel.
In verband met hetgeen we hiervoor schre
ven willen we toch ook eens de aandacht
vestigen op de in de handel zijnde „man
overboord" schakelaar.
Deze bestaat uit een schakelaar welke bij
afstandsbediening wordt gemonteerd, of in
dien er met de stuurknuppel wordt gevaren,
achter bij de motor. Het aan de schakelaar
bevestigde ca. 50 centimeter lange koord
wordt door de stuurman aan zijn reddings
vest of broekriem vastgemaakt. Bij het „over
boord" slaan wordt de ontsteking verbroken
en valt de motor stop.
12