Zeeuws recreatie onderzoek dit jaar van start Bijna 40.000 interviews De provinciale staten van Zeeland hebben een bijdrage van f 100.000 toegezegd voor een omvangrijk recreatie-onderzoek van de provinciale raad voor de recreatie. Het wach ten is op een beslissing van de centrale overheid. Er wordt gerekend op een rijks bijdrage van 300.000,In dat geval is de financiering van het vier ton kostende onderzoek rond. Het gaat om een voor Ne derland unieke studie. Dit komt niet alleen door de omvang van het onderzoek, maar ook en dat is vooral het unieke door het feit, dat in een kort tijdsbestek vijf deel studies zullen worden verricht. Het Veerse meer zal bij het onderzoek een belangrijke plaats innemen. Het onderzoek moet in 1971 en 1972 plaats vinden. Bijna 40.000 per sonen worden hierbij betrokken. Bezoek stranden en oevers watersportge bieden. De meest recente gegevens over de om vang van het bezoek aan de Zeeuwse stran den dateren van bijna tien jaar geleden. Sindsdien is de belangstelling voor de Zeeuwse recreatiegebieden sterk gestegen. Een vergelijking van het aantal toeristische overnachtingen zegt genoeg: in 1962 waren het er ruim 2 miljoen en in 1970 omstreeks 6 miljoen! Ook in de sector van de dag recreatie is er een bijzonder sterke groei geweest. Cijfers hierover zijn helaas niet beschikbaar. Het behoeft geen betoog, dat een ver antwoord beleid voor de strandontsluiting (duinovergangen, toeleidingswegen, parkeer accommodatie e.d.) dringend behoefte heeft aan een nieuw onderzoek. Zeeland heeft bijna 150 strandtoegangen. Het zijn in hoofdzaak duinovergangen. Op alle strandtoegangen zullen deze zomer op een mooie zondag de strandbezoekers wor den geteld, leder kwartier zullen er tussen standen worden opgemaakt. Op 20 toegan gen zullen de tellingen op werkdagen worden herhaald. Op de toevoerwegen zullen in de nabijheid van de telpunten verkeerstellingen worden gehouden, waarvoor pneumatische tellers worden gebruikt. Ongeveer 30.000 strandbezoekers zullen bovendien worden geënquêteerd. Er zullen vragen worden gesteld over herkomstgebied, voertuiggebruik, verblijfsduur, enz. Zowel dagrecreanten als vakantiegangers zullen worden geïnterviewd. Het is de bedoeling, dat het onderzoek naar het strandbezoek deze zomer zal wor den verricht. Het ligt in het voornemen tegelijkertijd eenzelfde onderzoek (tellingen en enquête- ring) te houden aan de oevers van twee belangrijke recreatiegebieden: het Veerse meer en de Braakman. Voor beide gebieden zijn tot dusverre geen recreatie-onderzoeken van betekenis verricht. Gedragspatroon Zeeuwse bevolking. De provinciale raad voor de recreatie wil tezamen met het Provinciaal Opbouworgaan een onderzoek instellen naar de vrijetijds besteding van de Zeeuwse bevolking. Het on derzoek zal in de zomer van 1972 plaats vinden. De openluchtrecreatie zal een be langrijk facet van deze deelstudie uitmaken. Deze studie zal niet alleen interessante gegevens over het vrijetijdsgedrag van de Zeeuwen opleveren, maar zal bovendien na gaan of het sociaal-culturele voorzieningen pakket in Zeeland voldoet aan de behoeften van de bevolking. Het onderzoek wordt toegespitst op de volgenden items: Van welke voorzieningen maakt men gebruik en hoe dikwijls? Met wie bezoekt men de voorzieningen? Op welke dagen en onder welke weers omstandigheden worden de voorzienin gen bezocht? Met welk vervoermiddel gaat men naar de voorzieningen en welke afstanden worden afgelegd? Aan welke voorzieningen is de behoefte van de verschillende leeftijdscategorieën het grootst? Bij deze studie zullen inwoners van 16 tot 65 jaar van een zevental Zeeuwse gemeenten worden betrokken. Er wordt gedacht aan Goes, Hulst, Middelburg, Terneuzen, Tholen, Vlissingen en Zierikzee. In totaal zullen in de zomer van 1972 on geveer 3000 personen worden geënquêteerd. Onderzoek vakantiegangers. Eenvoudig gezegd komt het er op neer, dat het onderzoek onder de vakantiegangers een antwoord tracht te krijgen op de vol gende vragen: Op welke wijze wordt de vakantie in de Zeeuwse recreatiegebieden doorge bracht? Is men al dan niet tevreden over de in Zeeland doorgebrachte vakantie? Het is duidelijk, dat het feitelijk gedrag van de verblijfsrecreant en de beoordeling van de aangeboden voorzieningen nuttige uit gangspunten zijn voor een nadere analyse. Voor een volledig beeld dient tevens rekening te worden gehouden met het proces van be sluitvorming, dat aan de keuze van het va- kantiedoel ten grondslag ligt. De kernpunten, waarop dit onderzoek zal zijn afgestemd, zijn: een analyse van de huidige structuur van vraag- en aanbodkondities van toe ristische diensten in Zeeland; het opsporen van de voorwaarden waar de aangeboden voorzieningen in Zeeland onder een evenwichtige ontwikkeling van kan plaats vinden. In concreto betekent dit dat de volgende vraagpunten aan de orde komen: Welke factoren zijn in het algemeen van invloed bij de keuze van Zeeland als vakantieland? In welke mate spelen andere vakantie bestemmingen dan Zeeland mee bij de uiteindelijke beslissing? Wat is de invloed van reclame-media en van de VVV-'s? Welke bezoekerscategorieën kunnen wor den onderscheiden naar leeftijd, ge zinssamenstelling, herkomstgebied, her- halingsbezoek, etc.? Van welke voorzieningen wordt ge bruik gemaakt? Welke afstanden legt de vakantieganger tijdens zijn verblijf af? Welke voorzieningen vindt de vakantie ganger noodzakelijk, zowel binnen de verblijfsaccommodatie als daarbuiten? (O.a. slechtweer- en strandvoorzienin- gen.) Hoe worden de aanwezige voorzieningen door de vakantieganger kwalitatief be oordeeld? Hoe wordt de prijs beoordeeld in relatie tot de kwaliteit van het aangebodene? Wat zijn de ervaringen met de VVV-'s tijdens de vakantieperiode? Dit onderzoek zal in de zomer van 1972 worden voortgezet. Het accent komt te liggen op het kust gebied en het Veerse meer. In totaal zullen ongeveer 3000 vakantiegangers worden ge- interviewd In de zomer van dit jaar zullen 600 verblijfsrecreanten bij een vooronderzoek worden betrokken. Verslag recreatie-onderzoek. Het spreekt vanzelf, dat met de verwer king van de gegevens van de verschillende deelstudies veel tijd zal zijn gemoeid. De planning voor het onderzoek is als volgt gedacht: Deelstudie Jaar v. 1971 onderz. 1972 Verslag Bezoek stranden en watersportgebieden X 1972 Zeeuwse bevolking O X 1973 Vakantiegangers O X 1973 O voorstudie; X definitief onderzoek. Het is de bedoeling, dat de verslagen van de deelstudies er zijn er overigens meer dan die hiervoren zijn beschreven worden gevolgd door een eindrapport, dat een inte graal verslag zal geven. Het eindverslag zal zo spoedig mogelijk na de afzonderlijke ver slagen verschijnen. Vervolg. In het volgend nummer van de Veerse Meer Gids zal ondergetekende ingaan op een voor het bedrijfsleven belangrijke deel studie: marktonderzoek en marktbewerking. C. de Vos, secretaris provinciale raad voor de recreatie in Zeeland. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1971 | | pagina 15