REVOLUTIE IN DE DELTA Nederland telt een half miljoen zeehengelaars Volgens een globale raming telt Nederland in het voorjaar 1971 rond één miljoen sport vissers. Er zijn in dit waterrijke landje dus meer hengelaars dan voetballers. Men mag veilig aannemen, dat minstens de helft van alle vaderlandse sportvissers regelmatig aan de Noordzee-stranden, op de Zeeuwse stro men of het Waddengebied te vinden is. De grote doorbraak is de zeehengelarij. Dit is mede te danken aan de groeiende behoefte aan rust en frisse lucht. De hengelsport is een stukje vrijetijdsbesteding (lees open lucht recreatie), die vaak het hele gezin de kans geeft erop uit te trekken. Wie zijn werphengel op de Zeeuwse stran den, pieren of strekdammetjes zet, 'kan vrouw en kinderen op hetzelfde strandje kwijt om te zonnen of pootje te baden. Dat is de reden, dat zeker 25 procent van alle Zeeuwse badgasten vandaag de dag sport visser is. In de leefnetten van vaderlandse zeehengelaars zijn vooral schol, bot, paling, schar, kabeljauw (en gul), tong, geep, zeebaars, spiering, fint, blauwema-kreel en horsmakreel, conger en harder te vinden. Een reuze aanwinst voor de sportvisserij in de Zeeuwse delta vormt de regenboogforel en beekforel, die sinds 1968 op het afgesloten Veerse meer ;is uitgezet. Dit voedselrijke „zoute" water blijkt een ideaal leefmilieu voor de forel te zijn. De jonge regenbogen, die in 1968 in een lengte van 25 tot 27 cm werden uitgezet, blijken nu al rond de 80 cm en meer lang te zijn. Er zijn al krachtpatsers van 8 tot 10 pond aan de haak geslagen. Ook in 1969 en 1970 werden vele tienduizenden regenboogforellen op het Veerse meer uitgezet, diie een record groei vertonen. Ook de beekforel, die wat schu wer is, doet het geweldig op het afgesloten del tam eer, dat 's zomers ongeveer 70 pet. van het zoutgehalte van de open Ooster- schelde heeft. Begin mei als de Brouwers- dam door het Grevelingenibefcken gesloten is, worden door de Afd. Sportvisserij en Be roepsbinnenvisserij in samenwerking met de Organisatie Verbetering Binnenvisserij, ruim 100.000 jonge forellen in het Grevelingen- bek-ken uitgezet. Minister Lardinois hoopt hiermee de vangstkansen op dit ruime wa ter te vergroten. Op de Grevelingen, waar op 4 mei de eb en Vloed vervallen is als de schuiven van 12 doorlaatcaissons in het I noordelijk sluitgat dichtvallen, is veel zeevis ingesloten. Er zit vooral schol, bot en paling. Verwacht mag worden, dat gezien het tijdstip van de sluiting ook nog een flinke hoeveelheid gul (jonge kabeljauw) in het verstilde zoute water achterblijft. Er zit ook tong en wei- vis, die zich dus voortaan aan het nieuwe milieu van het enorme Grevelingen-aquarium licht wat schar, een winter en een zomer- moeten aanpassen. Delta-revolutie. Voor de zeehengelaars is de revolutie in de delta in volle gang. Er wordt al 10 jaar op het afgesloten Veerse meer gevist, waar naast forel ook de paling het geweldig doet. Op het Veerse meer groeit de aal één tot twee jaar sneller naar de wettelijke maat dan op de meeste andere binnenwateren. De grote hoeveelheden schol en bot, die nog op het meer zitten, worden bijzonder slecht ge vangen. Een van de redenen is waarschijnlijk, dat deze platviskanjers zoveel voedsel aan wormpjes, ■slijkgarnaallijes, kleine kreeft- ac-htigen en slijkzagertjes voor het ophappen hebben, dat ze het hengelaarsaasje nauwe lijks bekijken. De grote schol zit trouwens op dieper water, waar de sportvisser bij voorkeur geen forel of aal zoekt, die op ondieper en zuurstofrijker water zitten. De komende jaren zijn op de afgesloten Grevelingen. beslist mooie platvis- en aal vangsten te maken. Ook op het Veerse meer deed de platvis het kort na de opheffing van de getijwerking het geweldig goed. De eerste maanden leek de vis een beetje van slag af, maar ze paste zich -vrij snel aan de nieuwe situatie van een stilstaand water aan. Ook op de Grevelingen zullen voor al te-gen de steile randen van de stroom- geulen de komende jaren leefnetten vol -platvis en paling te -vangen zijn. Duizen den watersporters en sportvissers gaan be zit nemen van het nieuwe deltameer, dat van de gevaarlijke eb- en vloedwerking met zware stromingen en onverwachte diep ten en ondiepten, is verlost. De voormalige werkhavens van rijkswaterstaat zullen tot jachthavens en sportvis-havens worden om gebouwd. Duizenden sportvissers hebben zich de laatste jaren snelle visbootjes aan geschaft om de beste stekken (buiten het gedrang op de oever) te kunnen bevissen Haringvliet. Sinds de sluiting van de Volkerakdam en het -in werking stellen van de Haringvliet- s-luizen is het Haringvliet tot op enkele hon derden meters voor de spuisluizen verzoet. Sinds de Volkerakdam het zoute water van de vloed via het Zijpe richting Willemstad keerde, is de zoetwatervis vanuit de Bies- foo-sc-h, Amer en Hollands Diep naar het westen opgerukt. Langs de oevers bij Stad aan het Haringvliet, Hellevoet sluis en andere gemeenten worden nu prachtige vangsten aan ruisvoorn, baars en wat snoekbaars gemaakt. Brasem, bliek en winde, die in de Biesbo-sch vrij dik gezaaid ligt, is n-o-g niet in die mate opgerukt als voorn en baars, -die veel actiever trekt. Vele sportvissers maken zich grote zorgen over de kwaliteit. Er wordt nu al voorn gevangen op het Ha ringvliet, die naar phenol smaakt. Het is het vuile Rijnwater, dat de beroepsvissers van Moerdijk al jaren part-en speelt. Niet a-l-le vi-s die op het Haring-vliet gevangen wordt stinkt de pan uit, maar het is de vraag hoe deze situatie zich ont-wikkel-t. De sport vissers hebben trouwens goede hoop. dat zich op dit ruime water ook een goede sn-oekbaarsstand zal ontwikkel-en. De Or ganisatie Verbetering Binnenvisserij heeft vorig jaar al 100.000 stuks jonge snoekbaars op de benedenrivieren en het Hollands Diep uitgezet. Wie prijs stelt op een goeie visti-p moet zijn hengeltje een-s uitwerpen op de strekdam- met-je-s bij Hari-ngvlietbrug. Er zit prachtige voorn, die de voorkeur geeft aan een malse broodvl-ok of een paar verse vleesmaden. Vis met de vaste hengel, dus drijvend tegen de bodem aan, waar de voorn bij voorkeur aast op zeer lichte stroom. Strikt genomen is de Haringvliet na de afsluiting binnen water geworden en geen do-mei-n voor zee- hengelaars meer. De meeste sportvissers komen zowel op zoet als zout water en ze hebben dus geen enkel probleem van hun grote zeehenge-ls met 100 tot 200 gram werplood om de diepe stroomgeulen te be reiken, op een zeer licht visserijtje op de voorn van deze verzoete zeearm over te schakelen. Broedgolf van kabeljauw. De afgelopen wintermaanden zijn aan de hele Noordzeekust van Cadzand, Renesse, de Wassenaarseslag tot in Den Helder en Westersc-hellin-g op de wadden prachtige kabeljauw, en gulvangsten gemaakt. Er zijn deze winter op de Zeeuwse en Zuid-Hol landse stranden al record kabeljauwen van 25 tot 30 pond binnengedraaid. Sommige biologen menen, dat de verbetering van de stand van kabeljauw in ons kustgebied mede te danken is aan een sterke teruggang van de haringvisserij in de zuidelijke Noordzee sinds 1962. Als gevolg van de overbevis- sing zat er tot vorig jaar weinig haring meer in de zuidelijke Noordzee, zodat de vangst de moeite van de visserij niet meer loonde. Sinds vorig jaar is er weer enig her-stel in de haringstand van de zuidelijke Noord zee. Feit is echter, dat de verminderde be roepsvisserij in. dit Noordzeegebied ook meer rondvis gespaard heeft, waarvan er dus meer aan de werphengel-aasjes kunnen bijten. H-et -grote n-ieuws voor de zeevisser is echter, dat e-r in 1969 een geweldig goed geboortejaar van jonge kabeljauw is ge weest. Deze gul, die nu al 40 cm groot is en een kilo tot drie pond weegt, wordt in grote aantallen in najaar en winter gevan gen. Vooral het kustgebied van Brouwers haven tot Renesse, Haamstede, Burghsluis, de Schaar van Os-senisse op de Wester- sc'helde en diverse stekken op de Ooster- schelde blijken mooie vangsten op te leve- 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1971 | | pagina 16