Vereniging tot behoud
van Natuurmonumenten
in Nederland
mens te denken, want in die kleine plaatsjes
kun je allerlei leuke kroegjes vinden die wel
sober zijn, maar zo echt bij het land passen.
In de richting van Ellewoutsdijik rijdend
nadert u opnieuw de Westersciheldedijik. En
als u probeert ten westen van Ellewoutsdij'k
op de dijk te komen kunt u weer zo'n mooie
inlage bekijken, zoals die ook al in Noord-
Beveland te zien waren. Deze inlage is
door de Vereniging tot Behoud van Natuur
monumenten gehuurd van een waterschap.
Wanneer u het nu nog niet zat bent,
gaan wij weer verder. Via Schoondijke in
de richting van Ovezande. Vandaar door
naar 's Gravenpolder. Halverwege, ergens
ten zuiden van Nisse vindt u aan de rech
terkant van de weg de „Ziwaakse Weel",
eveneens eigendom van Natuurmonumenten.
Het is weer het restant van een oude kreek,
die door mooie bomen is omgeven.
In de direkte omgeving van Nisse en
's Gravenpolder zijn nog een aantal merk
waardige reservaten aanwezig, die op het
eerste gezicht niet als zodanig herkend
zouden worden. Ik bedoel hier de dijken,
die in natuurwetenschappelijke kringen be-,
kend staan als de bloemdijken van Zuid-
Beveland.
Dit zijn weer typische voorbeelden van
gebieden waar de invloed van de mens erg
groot is geweest gedurende wel enkele eeu
wen, maar zo regelmatig en op zo'n kleine
schaal dat het verrijkend heeft gewerkt op
de vegetatie van de taluds van deze, overi
gens wel vrij te betreden, dijlkenDe dijk
hellingen zelf zijn verboden, maar het is
niet nodtig om ze te betreden. Niet voor
niets heten ze bloeimdijiken, want de weelde
aan planten is bijzonder en wanneer u in
een gunstige tijd komt zal dat ongetwijfeld
het eerste zijn wat u opvalt. Die gunstige
tijd is begin juli of wat eerder. Tot zover
de beschrijving van een aantal gebieden
rondom het Veerse meer, en van daaruit vrij
gemakkelijk te bereiken. Zij geven u een
goed idee van het oude Zeeland en de in
vloed van de mens.
Slechts weinig reservaten zijn vrij van
invloeiden van de mens. Ook in de reser
vaten is de Zeeuwse spreuk: „Luetor et
Ernergo" aanwijsbaar.
Wanneer u dagtochten wilt maken om u
op de hoogte te stellen van natuur en
landschap in Zeeland is Zeeuws-Vlaanderen
een prachtig doelgebied. U kunt daar op
vier verschillende manieren komen, waarbij
ik het omrijden over Antwerpen ook tel,
maar voor de hand ligt om gebruik te maken
van één van de drie veerponten: Vlissingen-
Breskens Hoedekemskerke-Terneuzen of Kruli-
nlnigien-Perkpolder. Nu hangt het er maar
helemaal van af waar u het eerst naar toe
wilt.
Laat ik aannemen naar west Zeeuws-
Vlaanderen. U rijdt dan via Breskens naar
Schoondijke, rechtsaf maar Oiostiburg en
dan in de richting Waterliandkerkje. Al
direct buiten Oostburg ziiet u dan aam uw
linkerhand een langgerekt, met riet om
zoomde kreek, die geldt als een van de
fraaiste voorbeelden van het Zeeuwse kre
kenlandschap. Dit is het gebied waar de
Grauwe Gans samen met Kluut, Tureluur,
Eend, enz. broedt. Eigenaardig is dat de
plantengroei wijst op een zekere hoeveelheid
zout in de bodem.
En dan veroorloof ik mij u mee te nemen
naar een reservaat dat zich niet meer op
Nederlands grondgebied bevindt. Ik bedoel
het Belgische Zwin bij Knokke. De reden
dat u zonodig met mij naar dit reservaat
moet, terwijl er op Nederlands grondgebied
nog zo veel te zien is, luidt: daar bent u
in de gelegenheid om alle Nederlandse en
Belgische vogelsoorten goed te leren ken
nen. Want hoe vaak wordt u nu geplaatst
voor het probleem diat u een soort omschre
ven ziet, maar dat u nauwelijks een keuze
kunt maken.
Daar ziet u de vogels in grote kooien of
wat nog ongeloofwaardiger klinkt zomaar,
zonder schuwheid in de parken. Hebt u wel
eens zeven ooievaars tegelijk zien broeden?
Nu, dat kunt u daar zien. Daar broedt de
aalscholver zo maar midden in een tuin.
Het is volmaakt onbegrijpelijk wat daar
in dat Zwin bereikt is.
Via Knokke kunt u er komen. Een lange
weg voert u via een skelterbaan naar de
ingang. U dient daar wat te betalen voor
u en uw geizin en u komt binnen in een
tuin, die het best met dierentuin is te om
schrijven Wandelend over de paden pas
seert u kooien en parken, vijvers en boom
groepen, waar een veelkoppige vogelibevol-
king zich heeft gevestigd. De kooien, waaruit
de vogels dus niet meer kunnen wegvliegen,
zijn zo ingericht dat de vogel in kwestie
zidh in de voor hem of haar passende om
geving bevindt. Daar broeden zij en alles
maakt een vrij natuurlijke indruk op u.
In de reigerkooi bijvoorbeeld is een vogel
soort aanwezig die in Nederland bijna uit
sluitend voorkomt in de Biesbosch, maar
het dier is er in geslaagd om hier te broe
den. Toen ik daar de laatste maal was met
de bewaker van het BiesbiosChreservaat,
Dirk Fey, was deze stomverbaasd deze
vogelsoort, die in de Biesbosch met de
grootste zong wordt omringd, hier rustig te
zien broeden, temidden van de vele be
zoekers van dit park. En zo zijn er nog
veel meer gevallen van broedende vogels,
die in de Nederlandse en Belgische vogel-
v ~reld al zeer zeldzaam zijn geworden.
Wanneer u uitgekeken bent in dit won
derlijke gebied is het een kleine moeite
om de lage dijk die het gebied aan de
noordzijde afsluit te beklimmen en opnieuw
wordt u voor een verrassing geplaatst. In
plaats van het strand, ziet u voor u een
uitgestrekte vlakte, doorsneden met grotere
en kleinere waterloopjes met op de achter
grond duinen. Dit is het Zwin, een zee-inham,
gedeeltelijk Nederlands, maar voor het groot
ste deel Belgisch.
Een deel is gesloten voor het publiek,
maar het grootste deel is vrij toegankelijk.
Op speciale uren vinden excursies plaats,
maar u kunt daarvoor vooraf kontaikt op
nemen met het bureau.
Met de opgedane kennis in de „dieren
tuin" kunt u al heel wat meer vogels her
kennen en misschien is er voor u reden om
nogmaals terug te keren naar dit vogel-
paradijs. Hoewel natuurlijk commercieel op
gezet, gebeurt veel in het park met een
intense wetenschappelijke begeleiding van
uit de universiteit van Gent. Er is een spe
ciaal biologisch onderzoekcentrum, waar de
studenten wegwijs gemaakt worden in de
problemen van de natuur.
Het is te betreuren dat een dergelijk
gebied in Nederland nooit gerealiseerd is.
maar wanneer u aan de oevers van het
Veerse meer logeert is het met de auto
toch ook binnen anderhalf uur te bereiken.
Tenslotte nog één gebied dat de moeite
van bekijken waard is: het verdronken land
van Saeftinge. Om vanuit Knokke hierheen
te rijden is een flink eind, maar u kunt dan
het best gébruik maken van de borden van
de ANWB WestersChelde-route. Via prach
tige wegen in dit al echt Vlaamsaandoende
land, kunt u de volle lengte van Zeeuws-
Vlaanderen benutten. Weer komt u langs
het al besproken „Grote Gat" (en nu kent
u uw vogels wel). U komt voorbij de
Braakman, die enorme zeearm, nu afge
damd en onherkenbaar veranderd en via
Axel, Hulst en Graauw komt u bij Paal
aan de rand van het land van Saeftinge.
Nu is Paal niet de ideale plaats om het
verdronken land van Saeftinge goed te zien.
Maar wanneer het u alleen om het idee te
doen is, kunt u best hier blijven. Misschien
treft u het, want bij eb is het haventje heel
fraai. Alle plezierboten liggen hoog op het
droge en wanneer u op het juiste moment
komt kunt u ook zien hoe men daar probeert
de haven te ontdoen van overtollig siliib.
In het kroegje kan men u vertellen hoe
het elke keer weer raak is met mensen die
zonder enige kennis van eb en vloed zonodig
het verdronken land in moeten en dan ver
rast worden door de snel opkomende vloed.
Diepe geulen en kreken maken het onmo
gelijk om het gebied te verlaten en men
zit dan gevangen. Mocht de vloed helemaal
boog komen en dat is geen uitzondering,
dan sta je gedurende enkele uren tot aan
je middel in het koude water en dat is
geen pretje.
Een beter overzicht hebt u vanaf Ernma-
dorp, enkele kilometers naar het oosten. Via
Graauw kunt u daar komen. U moet daar
zo maar eens een uurtje op de dijk gaan
liggen en de grootsheid van dit gebied op
u in laten werken. Daar ziet u Zeeland uit
de vroegste tijd in de meest ongerepte vorm.
Heel in de verte stomen de zeeschepen naar
Antwerpen op en aan de horizon links ziet
u al de opdringende industrie. Maar het
gebied is te groot om dit als hinderlijk te
ervaren. Enkele schaapskooien passen ver
rassend goed in het landschap.
Mocht u het gebied eens willen bezoeken,
dan moet u kontakt opnemen met de in
specteur van domeinen, Westsingel 58 te
Goes, maar dat kan alleen maar wanneer
u met een groepje geïnteresseerden bent.
Tot zover Zeeuws-Vlaanderen. Er zijin nog
veel meer gebieden, maar die ken ik ook
niet allemaal. Wilt u er meer van weten,
wordt u dan lid van de Vereniging tot Be
houd van Natuurmonumenten in Nederland,
Herengracht 540 te Amsterdam of meldt u
aan als lid bij de stichting Het Zeeuwse
Landschap, secretariaat: Dijkwelsestraat 14,
Kapelle.
Ik hoop voor u op een mooie tocht door
deze rijk gezeg-ende provincie rondom het
Veerse meer,
Drs. J. G. Sennef.
Herengracht 540, Amsterdam, Telefoon 020-
24 62 12.
Donderdag 28 oktober 1971 te Goes, con
tactavond in de „Prins van Oranje", Nieuw-
straat 14, aanvang 20.00 uur.
Op de contactavonden zijn zowel leden
als niet-leden hartelijk welkom. De toegang
is vrij.
U krijgt de 'gelegenheid nader kennis te
maken met het werk van Natuurmonumenten.
'Er bestaat gelegenheid tot persoonlijk con
tact met en het stellen van vragen aan de
medewerkers van de Vereniging.
Aan de hand van diabeelden passeren
verscheidene natuurgebieden in Nederland
de revue. Hoogtepunt van de avond vormt
de kleurenfilm „Wadden - zee - vogel -
land", van de bekende fotograaf en cineast
Jan van de Kam, thans in een geheel nieuwe
versie. Tot zi'ens in Goes.
Nadere inlichtingen op bovenvermeld adres.
10