Met het maken van deze eilanden werden verschillende doeleinden bereikt. De eilanden hebben een oever om aan te leggen, waarmede de plaatsen van de dagrecreatie worden ontlast. Ten tweede zijn de eilanden geprojecteerd op voor de watersport te ondiepe plaatsen. Door het wegbaggeren van deze ondiepten en door de specie op te hopen tot een eiland komt er meer vaarmogelijkheid. Ten derde hebben de eilanden over een grote afstand een belangrijk golfdem- pende werking. Door de ligging van het Veerse meer n.l, veroorzaakt de algemeen heersende windrichting nog al eens hoog oplopende golven. De eilanden zorgen over een grote afstand benedenwinds" voor rustig water. Mede omdat bij het ministerie van cultuur, recreatie en maat schappelijk werk het grote belang van een ruime mogelijkheid van oeverrecreatie werd onderkend, was men bereid om mede te werken aan de uitvoering van dit bagger- en eiiandenplan voor wat betreft het noord-westelijk deel van het Veerse meer. Mede dank zij deze positieve uitspraak werd het mogelijk de plannen voor drie eilanden te realiseren. Eerst werd het kleinste eiland gemaakt. Het werd de Arneplaat genoemd, is 1.4 ha groot en is gelegen tussen het Aardbeieneiland en de Goudplaat. Twee belangrijk grotere eilanden werden gemaakt tussen Veere en Kamperland. Het zijn de Mossel- plaat en de Schutteplaat; ieder ruim 5 ha groot. De deltadienst van rijkswaterstaat ontwierp de eilanden en onder haar directie werden ze ook uitgevoerd. Het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk subsidieerde met 100%. Begrij pelijk dat het recreatieschap ,,Het Veerse Meer" bizonder dankbaar is voor deze belangrijke bijdrage in de ontwikkeling van het Veerse meergebied. Mede om aan deze dankbaarheid uitdrukking te geven nodigde het bestuur van ,,Het Veerse Meer" de staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk, de heer H. J. L. Vonhoff, uit om de eilanden officieel in gebruik te stellen. Deze was hiertoe gaarne bereid. Op zaterdag 11 september 1.1. was de staatssecretaris met zijn echtgenote en een drietal hoofdambtenaren van het ministerie de gast van het bestuur van ,,Het Veerse Meer". Des morgens was er een vergadering met het dagelijks bestuur van het schap. Hierin werden op openhartige wijze een aantal belangrijke problemen besproken. Reeds hier bleek de positieve instelling van de bewinds man met betrekking tot de verdere ontwikkeling van het gebied. Des middags was er voor het gezelschap, gecompleteerd met wurden viele Absichten erreicht. An den Ufern dieser Insein kann man nun anlegen, so dasz die Erholungsplatze entlastet werden. Zum zweiten sind die Insein dort angelegt werden, an denen die Platze für den Wassersport zu tief waren. Durch das Ausbaggern dieser Untiefen und das Anheben dieser Insein ist das Befahren ermöglicht worden. Drittens haben diese Insein durch einen groszen Abstand eine, durch den Golfstrom beeinfluszte, Wirkung. Durch die Lage des „Veerse Meer" wird namlich bei der allgemein herrschenden Wind- richtung eine sehr hohe Brandung verursacht. Die Insein sorgen über einen groszen Abstand „unter dem Wind" für ruhiges Wasser. Da auch das Ministerium für Kultur, Erholung und Wohlfahrts- arbeit sehr groszes Interesse an der Möglichkeit für Stranderholung zeigte, war man bereit, urn an der Ausführung dieses Ausbaggerungs- und Inselplanes, der den nord-westlichen Teil des „Veerse Meer" betraf, mitzuarbeiten. Dank dieser positiven Auffassung sind die Plane für die drei Insein realisierbar geworden. Zuerst entstand die kleinste Insel. Diese wurde „Arneplaat" genannt, ist 1.4 ha grosz und liegt zwischen „Aardbeien"-lnsel und „Goudplaat". Zwei gröszere, wichtigere Insein entstanden zwischen Veere und Kamperland. Sie heiszen „Mosselplaat" und „Schutteplaat", je ca. 5 ha grosz. Der „Deltadienst der Rijkswaterstaat" entwarf die Insein und unter ihrer Aufsicht wurden diese auch angelegt. Das Ministerium für Kultur, Erholung und Wohlfahrtsarbeit beteiligte sich hieran mit 100%. Es ist begreiflich, dasz „Het recreatieschap Het Veerse Meer" für diese hohe Beteiligung an der Entwicklung des „Veerse Meer"-Gebietes sehr dankbar ist. Urn ihrer Dankbarkeit Ausdruck zu verleihen, lud der Vorstand „Het Veerse Meer" den Staatssekretar für Kultur, Erholung und Wohl fahrtsarbeit, Herrn H. J. L. Vonhoff ein, um die Insein offiziell ihrer Bestimmung zu übergeben. Dieser war hierzu gerne bereit. Am Samstag, dem 11.9.1971 war der Staatsekretar mit seiner Gemahlin und 3 leitenden Beamten des Ministeriums zu Gast beim Vorstand „Het Veerse Meer". Morgens fand eine Besprechung mit dem geschaftsführenden Ausschusz der Gesellschaft statt. Hier- bei wurde sehr offen über einige wichtige Probleme gesprochen. Gerade hier zeigte sich d e positive Einstellung des Regierungs- beamten in bezug auf die weitere Entwicklung dieses Gebietes. Mittags fand mit der Gesellschaft, komplettiert mit dem all- gemeinen Vorstand der „Recreatieschap", den Mitgliedern der technischen Gutachterkommission sowie Vertretern der Wassersport-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1971 | | pagina 14