„Zeer bedankt, meneer de voorzitter"!!
Tijdens de vergadering van provinciale
staten van Zeeland medio december
1971 deelde het lid van ged. staten, de
heer M. J. van Poelje mede, dat hij zich
om gezondheidsredenen genoodzaakt ziet
om met ingang van 1 maart 1972 ontslag
te vragen als lid van gedeputeerde staten.
Het kwam voor vele bekenden van de
heer Van Poelje niet geheel onverwacht.
Zijn lichamelijke toestand dwong hem zich
te beperken. De dokter had hem aanvanke
lijk geadviseerd het wat rustiger aan te
doen en spanningen zoveel mogelijk te
mijden. Het paradoxale in een dergelijk
advies trad, juist voor de heer Van Poelje
de afgelopen maanden duidelijk aan het
licht.
De heer Van Poelje heeft thans de con-
sekwenties uit het intussen door de dok
toren gestelde ultimatum getrokken en stopt
er mee. Jammer, bijzonder jammer, maar
verstandig!
We willen hier niet over de politieke
loopbaan van de heer Van Poelje schrijven.
Deze is zeer eervol, maar anderen zullen
deze wel uitvoeriger willen belichten.
Na eerst sedert 1957 vice-voorzitter te
zijn geweest van de toenmalige ..commissie
ontwikkeling Drie-eilandengebied", vervulde
hij deze funktie tevens in het daarna ge
vormde recreatieschap om tenslotte, bijna
zes jaar geleden, de voorzittershamer van
het recreatieschap over te nemen van de
heer mr. dr. Mes. De heer Van Poelje heeft
derhalve aan de wieg van het Veerse meer
gestaan.
We hebben hem leren kennen als een
bestuurder die de belangen van het schap
op een voortreffelijke wijze wist te behar
tigen. In de onder zijn leiding gehouden
vergaderingen wist hij op een vlotte, zake
lijke wijze een agenda af te werken, waar
bij toch steeds de mens centraal stond en
ieder het volle pond kreeg.
Zo hier en daar missen we bij bestuur-
deren nog wel eens het begrip voor „human
relations", niet echter bij de heer Van
Poelje.
Analyserend menen wij, dat de heer Van
Poelje bij de uitoefening van zijn funktie
steeds bezield werd door een bewogenheid
met de sociaal zwakkeren in onze samen
leving. Steeds stond hij op de bres voor
hen, die hulp of steun nodig hadden. In
het licht van deze instelling moet b.v. ge
zien worden zijn ijveren voor het in exploi
tatie nemen van het voor sociale recreatie
bestemde terrein op de Ruiterplaat in Wis-
senkerke. Hier krijgen ook diegenen een
kans, die niet in staat zijn een kapitaal
te fourneren voor een dure tweede wo
ning.
Ook was hij steeds een pleitbezorger
voor openbare oevers langs het Veerse
meer, zodat ook de „happy many" zich
werkelijk happy kunnen voelen.
Onder zijn leiding is er de laatste jaren
ook voor hen veel tot stand gebracht in
het Veersemeergebied.
Straks geeft hij de voorzittershamer over
aan zijn opvolger. Het leven gaat verder
en er moet nog veel worden gedaan. De
heer Van Poelje heeft echter té veel ge
daan om dit zo maar te kunnen vergeten.
Wij hopen, dat hij de recreatieve ontwikke
ling van het Veersemeergebied nog lange
tijd zal kunnen blijven volgen.
Voor zijn verdiensten zeggen wij nu reeds:
„Meneer de voorzitter, zeer bedankt!"
5