e//<rr?c/ cfer. Toeslar?c/oms/reeAs Ae/goar /QOO. dij king van deze schorren werd ver leend. Doordat ze de Oranjeplaat in middels aan de heer J. B. Thomaes te Biervliet hadden verkocht, nam deze het bedijkingswerk ter hand, dat in 1857 werd voltooid. De nieuwe dijken sloten aan tegen de zuidelijke dijk van de Bastiaan de Langepolder. De dijklengte van de nieuwe polder bedroeg 3540 m, waar door ruim 63 ha land werd gewonnen. Het bedijkingswerk kostte 72.000. wat neerkomt op ongeveer 1.140.per ha. De tegenslagen dienden zich ook hier echter reeds spoedig aan. In het najaar van 1857 ontstond als gevolg van storm vloeden aan de nieuwe dijk een schade van 3.000.hetgeen zich in 1858 her haalde, toen een schade van 25.000. moest worden hersteld. Bovendien viel de eerste jaren na de bedijking de oogst tegen. De koolzaad teelt mislukte zelfs gedeeltelijk. De grondslag was veel lichter dan die in de Bastiaan de Langepolder, maar toch schijnt de nieuwe polder naderhand goe de oogsten te hebben opgeleverd. De nieuwe polder kreeg de naam Ca- landpolder en is vernoemd naar Abra ham Caland, de toen bekende hoofd ingenieur van de Waterstaat, die leefde van 1789 tot 1869. In 1858 werd vanuit Biervliet een steenbakkerij overgebracht naar de Bas tiaan de Langepolder waar de stenen gebakken werden die nodig waren voor de te stichten gebouwen in de Caland- polder. In datzelfde jaar werd in de noordwestelijke hoek van de nieuwe pol der een herenhuis gebouwd, gevolgd door een boerenwoning, twee grote landbouw- schuren, een wagenberging, een varkens hok en een kippenhok. Aan een in het oostelijk deel van de Calandpolder gelegen weg werd nader hand nog een schuur voor het opbergen van veldvruchten gebouwd. Samen moe ten de gebouwen een mooie boerenhof stede hebben gevormd. Evenals de Bas tiaan de Langepolder werd ook de Ca landpolder bij de wet van 30 mei 1877 definitief bij de gemeente Arnemuiden gevoegd. In het jaar 1871 kocht de Staat van de ambachtsgerechtigden van 's Heer A- rendskerke en St. Joosland alle in het noordsloe en zuidsloe gelegen buiten gronden op. Toen na het overlijden van de heer Thomaes, diens weduwe en de overige erven de Oranjeplaat met de beide pol ders in 1874 aan de familie Dorzée ver kochten, sloot de Staat in 1880 met deze familie een overeenkomst, waarbij de begrenzing van hun beider eigendommen nader werd geregeld. Vooral als gevolg van de toestand waarin de Bastiaan de Langepolder ver keerde, werd in de loop der jaren steeds meer behoefte gevoeld aan een blijvende verbinding met de vaste wal die in 1879 tot stand kwam, toen een dam werd gelegd van de zuidelijke hoek van de Calandpolder naar de zeedijk van de Schengepolder op Zuid-Beveland. Omdat deze dam eerst niet hoger dan gewoon hoogwater reikte, liep hij vaak onder water, zodat het sukses van de nieuwe verbiding maar matig was. Later werd de dam verhoogd en verzwaard, zodat men met rijtuigen en boerenwagens van en naar Zuid-Beveland kon rijden. Toen de toestand van de Bastiaan de Langepolder steeds zorgelijker werd, besloot men de dijk tussen die polder en de Calandpolder te verhogen en te verzwaren in de hoop dat deze dijk dan in ieder geval de aanval van stroom en water zou weten te bezweren. Dit werk werd op 25 april 1895 in hotel Verseput te Middelburg aanbesteed. De laagste inschrijver was J. Moerland te Stave- nisse voor een bedrag van 5.495.Het werk werd in de loop van het jaar 1895 uitgevoerd. Alle moeite was echter tevergeefs, want 6 jaar later tijdens een stormvloed op 28 november 1901 bezweek 's middags om 5 uur de sluis, waarna een dijk doorbraak volgde en de polder onder water kwam te staan. Het herenhuis en de boerenwoning, die hoger stonden, ble ven droog, maar de overige in de polder staande gebouwen kwamen onder water te staan. De bewoners van de boerenwoning vertrokken op 13 december naar Arne muiden en ook de bewoners van de ar beiderswoningen op de dijk aan de oost zijde van de polder vertrokken naar el ders. Alleen het dijkwerkersgezin, de weduwe Kusse met twee zoons en één dochter, bleven op de bovenverdieping van het boerenhuis wonen. Ze woonden daar kosteloos en vonden een bestaan in het onderhouden van de schorren in dienst van het domeinbestuur. Na de storm van 12 maart 1906 werd de toe stand echter zo slecht, dat ze in de loop van dat jaar naar Arnemuiden vertrok ken. Een van de zoons van de weduwe Kusse de heer A. Kusse is daarna nog jaren lang op de Staatsbuitengronden in Zeeland werkzaam geweest. Hij over leed in 1964 op 85-jarige leeftijd te Breda, waar hij met zijn vrouw bij zijn jongste zoon verbleef. Na de ramp van 28 november 1901 heeft men geen pogingen meer in het werk gesteld de polder te behouden. Nadien heeft een landbouwer de pol- dergronden en schorren nog enige tijd gebruikt voor beweiding met schapen. De landbouwschuur deed dienst als schaapskooi en het boerenhuis herbergde de schaapherder. Om de gebouwen tegen overstroming te beveiligen werd er een dijkje omheen gelegd, een werk dat voor 750.door de heer A. de Leeuw uit Nieuwdorp werd uitgevoerd. De grote stormvloed van 12 maart 1906 richtte zodanige vernielingen aan dat van verdere pogingen tot schapenbeweiding moest worden afgezien. Vele jaren lag de polder volkomen verlaten in het schor renlandschap, de vogels namen er bezit van en de stilte werd alleen verbroken door een enkele jutter of een stroper, die naar „het plaetje" kwam kijken of er iets van zijn gading te vinden was. Omstreeks 1930 is door het domein- bestuur nog een plan tot bedijking van het Noordsloe ontworpen, waarin ook de Calandpolder was opgenomen. Doordat de eigenaren van deze polder niet bereid bleken tot medewerking, is men niet tot uitvoering van dat bedij kingsplan kunnen geraken. Laten we blijven hopen, verzuchtte de heer F. P. Polderdijk in 1932, dat binnen afzienbare tijd de Calandpolder met om liggende gronden zal worden ingedijkt. „De dan aan den nieuwen polder te ge ven naam Lemmerpolder, zou, uit een historisch oogpunt beschouwd, zeker niet misplaatst zijn", zo schreef hij. Het zou 1955 worden, eer zijn wens in vervulling ging. In dat jaar deed de energieke en voortvarende heer J. van 't Westeinde de oude dijken weer her- 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1972 | | pagina 11