De tien geboden voor het Veerse meer Unieke stekkies redactie terecht. De biologen op en rond het meer zullen er u dankbaar voor zijn. Viswater-beheer is heel wat moeilijker als landbouwkunde, omdat plantjes iets beter te volgen zijn dan vissen. Cor van Heugten. Volgens ingewijde deskundigen op het Veerse meer, als John van Hurck van Visserijen en OVB-directeur D. v. Drim- melen, speelt in de echt koude winter maanden natuurlijk ook de watertempe ratuur van het Veerse meer een rol in de bijtlust van deze vis. In de kweekvij vers blijkt, dat de voedselopname van de forel (korrelvoeders) het grootst is bij een temperatuur van ongeveer 13 graden Celsius. Maar ook tussen de 7 en 10 graden is de forel nog wel actief. De bijtlust blijkt echter beslist terug te lo pen als er veel kouder water komt van enkele graden boven nul, zoals bijvoor beeld in de weken van eind januari en begin februari het geval was. De Veerse meer vissers kunnen zich deze tips van de ideale watertemperaturen wel even in het hoofd prenten. Daar zit iets in. De forel heeft in deze maanden januari en februari vaak hormonale storingen. Deze roofvis wil in dit jaargetijde paaien en dus zijn eieren en homvocht kwijt. De beesten zijn dus een beetje van slag af. De forel op het Veerse meer zal nog iets meer de klus kwijt zijn in deze pe riode, omdat forel op zoet water wil paaien. Er is altijd een flinke trek van de Veerse meer forel op de uitlaten van de polders, die zoet water op het meer bren gen. De forel kan zijn eieren op het zoute Veerse meer dus heel wat moeilijker kwijt dan de natuur zou wensen. Ook in deze combinatie van factoren kan een stukje van het raadsel rond de forel wellicht worden opgelost. We gaan dus proefvissen zodra de wa tertemperaturen boven de 10 graden ko men In april en mei is er beslist heel wat sport te beleven. Het Veerse meer kent unieke stekkies. Aan de binnenkant van de Veerse dam bij Vrouwenpolder en Kamperland wordt ook 's winters mooie forel gevangen. De ze vis bijt door de lage watertemperatu ren en hoge zuurstofwaarden dan veel gretiger. De zeehengelaar kan ook aan de bui tenkant van die Veerse dam terecht om mooie gul en kanjers van kabeljauw te vangen. Vanaf het strand en de voet van de dam is vanaf laag water prachtige vis te vangen van oktober tot en met maart of zelfs april. Vooral de plaats waar de diepe vaargeul vroeger lag, is een prima stek. De vis kunt u dus volop vangen binnen enkele honderden meters rond de Veerse dam. De aal komt wat later los, eind april, begin mei als de paardekas- tanjes in bloei komen. Wie wat meer over de goede aal en forelstekken wil weten en de visserij aan de „buitenkant", moet het boekje Zeehengelatlas voor de Zeeuwse Delta van de Uitg. Mij. Veen kopen. U weet dan van wanten, voor 5 gulden. Minder geld dan u op een visdag vaak aan aas en drank besteedt. Cor van Heugten. Het recreatieschap „Het Veerse Meer" stelde een folder samen waarin behalve de gebruiksaanwijzing voor het water, ook o.a. een kaart van het Veerse meer is opgenomen. ©Lu'.«te»- k ujc<a\^-.ao>i p<2>- cJ<\< nocK.- da ULO koo da— kUr,i-a.—cu-,de.-e.-. y uI Deze folder is verkrijgbaar aan het bureau van het recreatieschap, Kerk straat 7 te Veere. Ook op de Hiswa- stand in Amsterdam wordt hij u aan geboden. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1972 | | pagina 23