zit er een oversteek naar Zeeuws-Vlaan- deren in, als voetganger kon je altijd op de eerstvolgende boot. Maar 't hoeft niet hoor, zo'n drukke dag! Nog maar weer eens dat mooie land wegje vlakbij het pension oplopen waar wit fluitekruid een meter hoog in de bermen staat en de meidoorn bloeit, kij ken naar de grutto's en de bergeenden, luisteren naar leeuwerik en tuinfluiter. De prismakijker dient om de boten op het meer te volgen, en komt in de buurt van de Goudplaat en de Middelplaten ook goed van pas. Leuk, dat gedoe van die fazanten in het akkerland, dat ren nen van scholeksters en kluten langs de oeverlijn. Pinksterdrie pakken ze de twee kof fertjes en reizen gezellig per bus en NS naar huis, zonder auto-ergernis, zonder gesjouw met kampmateriaal, zonder veel kosten en met het plan, nog eens terug te komen na de grote vakantiedrukte, zo tegen begin september: misschien wel de allermooiste maand in Zeeland. Topdagen voor de watersport. De spotters noemen het de asfalt- watersport maar de mogelijkheden zijn fantastisch. Je polyester (of houten) wed- strijdzeilboot zit goed ingepakt en vast gesjord op een kleine afgeveerde aan hanger, de mast ligt op de boot en in een steuntje en steekt schuin boven het auto dak omhoog; je zeilpakken, tuigen, ba gage en andere „rommel" gaan in de boot, de autokoffer of op de achterbank en dan: rijden maar! Er waren Pinksteren '72 op het Veerse meer haast vierhonderd deelnemende bo ten, in negen klassen, elk met drie starts. Boten, auto's en trailermateriaal vonden bij Oostwatering met moeite een plaats. Gent en Goes, Brussel en Düsseldorf, Loosdrecht en Lille troffen het met een heerlijke zeilbries, ruimte volop (nou ja, niet altijd bij de eerste keerboei!), zeven- mijlsrakken voor trapeze- en spinnaker- werk en een gulle Spaans aandoende zon over het staalblauwe (hoewel koude) meer. Er waren als altijd bijzonder gezellige prijsuitreikingen; verzorgde etentjes in uitstekend verzorgde restau rants. We hoorden jongelui bij een kamp vuurtje van oud hout een erg interna tionaal en zeiltechnisch gesprek voeren tot laat in de nacht, daar tussen de trai lers op Oostwatering. Nou, en dan na die vele uren waarin de taktiek en de techniek van het wed strijdzeilen hoogtij hebben gevierd, tui gen ze hun boten af; ze zetten hun 420, 470, 490, 505, Finn, Moth, OK-jol, Fire ball of Vaurien op de trailers en draaien de weg op naar huis, de weg waar weer andere proeven van bekwaamheid, tak tiek en inzicht in situaties worden ge vraagd dan op het water. Pinksteren op en aan het Veerse meer is wel eens anders met storm en regen en mastbreuk en kapseizen; maar „'72" was „je van het" en hopelijk is het nog vele malen zo als de vier samenwerkende verenigingen zo'n super-evenement laten plaatsvinden! Nog lang niet alles. We leerden lang geleden op school dat wit licht samengesteld is uit een groot aantal kleuren: het spectrum van het zonlicht loopt van ultraviolet tot infra rood. Dat ultraviolet geeft u een Zeeuws- gebruinde kop (men beweert dat we hier een goed-bruine huid krijgt, daar „langer mee doet" dan iemand die terugkomt van de Middellandse zeekust) en dat infrarood haalt er bij de toeristen een heleboel stadsellende, opgejaagdheid en niet-verwerkte ergernissen uit. Volstrekt on-medische praat, allicht. Maar het toerisme heeft ook een bepaald spectrum, enkele gebieden daarvan heb ben we u voorgespiegeld. Er zijn oneindig veel activiteiten en mogelijkheden onder het felle Zeeuwse zomerlicht. Bijvoorbeeld voor hen die van paard rijden houden. Er zijn plenty maneges rond het meer en daaromtrent. Pinkste ren is niet de tijd om nu eens heel rustig een uurtje privé-rijles te nemen, maar wie kan rijden neemt dan graag deel aan de buitenritten, één tot drie uur of meer. We reden met een kleine groep uit, om zes uur in de morgen, keken vanuit het zadel over het wijde Zeeuwse land met de haarzuiver geëgde akkers, de bonte weiden, de bloeiende meidoorns. Het ging in rustige stap klip-klap-klop door dorpjes waar iedereen nog sliep, in lichte draf over de ruiterpaden door het Oostkapelse duinbos en in galop over een stille landscheidingsweg. Het was onver getelijk en toch maar één facetje van zomers Zeeland! We lieten de auto staan op de parkeer plaats en liepen over de Veerse Dam van Walcheren naar Noord-Beveland; links de Noordzee, rechts het meer, beide geheel verschillend van stemming, licht, golf patroon; beide met zeil- en motorscheep jes, restanten van duinen. Overal men sen in de voorzomerzon. Een ware boulevard is het daar op die dam: géén auto's, géén verkeer (dat rijdt daar diep beneden ons), volop frisse prikkelende eetlust-verwekkende zee lucht, een licht- en luchtbad tijdens de wandeling oostwaarts en die dan besloten met aardbeien-met-slagroom in Kamper duin op het terras. Onze invités wilden gaan wandelen op de Ruiterplaat, één van ons „offerde zich op" en liep toen maar terug over de dam om de auto „even" te gaan halen voor de rit huiswaarts. Natuurlijk zijn er min-punten, zulke dagen. Er wordt door onwetenden schade toegebracht aan de begroeiing, men laat papieren en plastics achter, er wordt soms slordig en dom geparkeerd, en het was weer niet zo best daar bij Korteven aan de rijksweg Goes Bergen op Zoom met die maandagfile die tot 30 km opliep. De „Midden-Zeelandroute" van de A.N.W.B. is prachtig, maar beter te rijden en te genieten op een doordeweekse dag (met wat vindingrijkheid en kaartlezen kan men de knelpunten (meestal) ont lopen). Wat men die Pinksterdagen kan en wil doen, is mogelijk tot in oktober toe. De campings, de jachthavens, de pen sions, de maneges, de toeristische routes, de stranden en het meer, de oude steden en stadjes, de rondvaartboten en de res taurants: er is voor „elck wat wils". Zegt Gargon in 1715: „dat hier de lucht ruim zo ziltig, als in Braband zij, kan ik wel gelooven, nadien ons de Zee zoveel nader is; maar dat zelfs de ziltigheid de lichaamen hier versterke, en vlugger, en gezonder make, leert de ondervin- dinge. Brengen eenigen hier ongezonde zwakke lichaamen, die wil onze lucht zuiveren, en door ziltige scherpheid, als een versterkend zout, van alle kwaade vochten ontheffen. Eene zwarigheid is, en die groot is, ik meine de Zee, die ons telkens bedreigt en bestookt, en onge looflijken arbeid en geld kost. Maar zoude Zeeland zonder dat wel Zeeland zijn? De naam toont, dat het een Land in en aan Zee moet zijn." (Walchersche Arka- dia, Leiden, 1715). Fijn boekje, overigens, om te lezen in een hoekje van caravan of kajuit, als het regent' S. Z. „470"s, Fireballs en vele andere wedstrijdzeilklassen vinden op het Veerse meer volop ruimte voor internationale krachtmetingen, die met meer of minder belang stelling worden gevolgd vanaf havenhoofd, steigers en dijken. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1972 | | pagina 18