Haast niet te geloven dat een boot met vijf slaapplaatsen in twee afzonderlijke
hutten, met volle stahoogte, een afgescheiden toiletruimte, een dieselmotor en
nog veel meer zo voortreffelijk zeilt.
schuit onder de benen willen hebben:
zeilers die nu eens niét thuisblijven bij
Beaufort 5 en 6, en zeilers die tijdens
hun vakanties kleine of grote zeereizen
willen ondernemen, en de Zeeuwse wa
teren voor de verdere weekends hou
den.
Het is duidelijk dat deze lieden bij
aanschaf van een zeiljacht voor dit
doel dieper in de beurs zullen moeten
tasten dan zij die een licht, klein ka
juitjachtje zoeken voor 'ins een middagje
zeilen op het Veerse meer. Vindt men
deze laatste boten al met 2 slaapplaatsen
in de categorie van zo';n 5 a 5,5 meter,
voor zeezeilen kom je toch al gauw op
een lengte van zo',n meter of 6,5 a 7.
Met name in Engeland waar eniger
mate serieus zeilen altijd op zee moet
gebeuren worden diverse merken en
typen van zulke scheepjes gebouwd, en
het kajuitjacht dat we deze keer testten
en zullen bespreken is dan ook 23 voet
oftewel 7,01 meter lang; het wordt voor
de Benelux uit Engeland geïmporteerd
door Jachtwerf Veere N.V., Kanaalweg
te Veere.
Wat de heer Keur aan „Seamaster
Sailers 23" heeft verkocht (in vrij korte
tijd) is gedeeltelijk te vinden in zijn
havenboxen, en wie zo'n jacht koopt
kan bij hem op ligplaats rekenen. Dik
wijls is het zo dat aan de koop van
een zeezeiljacht al wat „natte" ervaring
op zee is voorafgegaan, en niet minder
„droge" uren met vaderlandse of bui
tenlandse watersportmagazines en wa
tersportboeken met leesbril, pijp en 'n
longdrink bij de winters vlammende
open haard. Deze „droogzeilers" zullen
ongetwijfeld de naam van de Engelse
ontwerpers „Laurent Giles Partners
Ltd" meermalen zij:n tegengekomen, ein
misschien zelfs in de Seamaster Sailers
iets van hun „handschrift" herkennen:
bij alle beperkingen van lengte en diep
gang is dit een compact, hoogboordig,
goed afsluitbaar jacht met een fors
houten berghout op de plaats volgens
welke romp en daksectie op elkaar aan
sluiten. Opvallend is het geveegde ach
terschip dat het water goed loslaat en
waar zeegang geen vat op heeft. Ballast-
kiel en midzwaard wegen samen ruim
900 kg; de lengte/breedte verhouding van
de romp ligt nog onder 1 3, en er is
dan ook plenty stabiliteit: zowel aan-
vangsstabiliteit als hellingstabiliteit, aan-
de-wind zeilend met een flinke bries.
De polyester-constructie van het jacht
is navenant: degelijk, voldoende mate-
riaaldoorsnede, en vakkundig uitgevoerd.
Natuurlijk hoor je het grote midzwaard
niet in de zwaardkast bonken; vanzelf
sprekend kan die zwaardkast niet lekken;
voorluik en schuifkap zijn „sowieso" her
metisch afsluitbaar; de stuurkuip is zelf-
lozend, allicht! Merkwaardig is het te
zien hoe zulke knappe ontwerpers zo'n
scheepje van 7 meter een ruime opbouw
weten te geven zónder dat die hoog
lijkt of een obstakel vormt om naar het
voordekje te komen! Het aangehangen
roer lijkt wat klein, maar je krijgt het
ruim twee ton wegende „geval" vinger-
licht mee overstag; de roerkop is ter
dege versterkt om het wringmoment bij
het sturen te weerstaan, ook als het
„hard tegen hard" gaat.
Er zitten lange handgrepen op het
kajuitdek, er is een preekstoel vóór en
een dito roestvrijstalen buiisconstructie
achter, beide zijn verbonden doOT een
tweedraads zeerelimg op oerdegelijk be
vestigde scepters. Er is een houten voet-
lijst langs de dekrand, er zijn plenty
stroken en vlakken ruw plastic tegen
uitglijden ais je loopt of zit, en zittend
aan de lange gelamineerde helmstok is
het uitzicht naar vóór ook voor iemand
van 1,65 m prima. Allemaal dingen die
de „Seamaster" tot een veilig schip
maken. Waar je ook maar kijkt zie je
onverwoestbaar „stainless" beslag.
Een schip, ja, dat mag men dit jachtje
wel noemen, vooral ais je onder dek
gaat. Er is zowaar een dinette waar vier
personen de maaltijd kunnen gebruiken,
en waarvan! een tweepersoonsbed te
maken is. Er is een hondekooi onder de
stuurboords-kuipbank die door kleinzoon
van schrijver dezer regelen direct „ge
claimd" werd: hier slaap ik! Er is een
r.v.s. gootsteen met voetpomp voor
drink- en zeewater, en een in één rich
ting slingerend tweepits kookitoestel (gas).
De dinettetafel kan half worden opge
klapt en dat geeft meer bewegingsvrij
heid bij zeilend schip. Onderwaterpomp-
closet, „natte" en droge kleerkast vor
men één afsluitbaar dwarscompartiment.
Daarvoor twee kooien met voorziening
om te voorkomen dat men bij stampend
en slingerend schip eruitvalt. Inderdaad
is hier gewoekerd met de ruimte, voor
niet al te lange personen is er stahoogte,
de afwerking is ver boven het gemid
delde; de ventilatie (belangrijk punt op
zee en bij slapen in de haven) is uitste
kend verzorgd met vier Tannoys (padde
stoel ventilators).
„Seamaster" comfort in de ruime stuurkuip met verhoogde zitjes achterop, waar
de roerganger goed kan uitkijken over de hoofden van de anderen die op de
banken zitten, niettemin beveiligd wordt door de permanente zeereling.
1G