van Noordwelle een 25 m hoge stenen vuurtoren gebouwd, die in 1857 met 14 m werd verhoogd. Als men de lichten van de ijzeren en van de stenen toren in één lijn had, betekende dit dat men op een juiste en veilige koers lag. Beide torens hadden driepist petroleum lan taarns. De stenen toren werd in 1916 afgebroken. Ook in de duinen op de kop van Goe- ree brandde men in vroeger jaren vuren ten behoeve van de scheepvaart. In latere jaren deed de afgeplatte kerktoren van Goedereede dienst als vuurtoren. Men brandde er 's nachts een kolenvuur, waarvan de kosten door het Rijk ge dragen werden. In 1833 werd de huidige lichttoren van Goeree gebouwd. Schouwen: Westerlichttoren. Brouwershaven als havenstad. We zagen reeds hoe belangrijk in de 17e eeuw het Brouwershavensegat en de stad Brouwershaven waren voor de zee vaart op Rotterdam. „Brouwershaven is een bequame zee stad, hebbende zoo uitnemende wel gelegen inkomen of zeegat (genaemt het Helmer-gat, met een doorgaende diepte tot aan sijn Haven toe. en een treffelijke reede voor d'allergrootste schepen die men vindt) als eenige stad in Holland oi Zeeland, gelijk die heden ten dage noch is". Deze lofzang op Brouwershaven schreef Mattheus Smallegange op het eind van de 17e eeuw. In de loop van de 18e eeuw scheen er aan de bloei van Brouwershaven een einde te zullen komen. De haring vangsten verminderden en tenslotte ging de haringvisserij er geheel teniet. Dit be tekende tevens het einde van de haring- handel en van de hiermede verbonden nevenbedrijven. Desondanks schijnt de overige visserij omstreeks 1730 toch weer te zijn toe genomen en werden voor de visserij op de Noordzee elf grote vissersschepen gebouwd. In het midden van de 18e eeuw kwam er bovendien de oesterteelt in zwang en vond men bij Brouwershaven twee oesterputten. Ook als waterweg van en naar zee bleef het Brouwershavensegat zijn be- Gezicht op Brouwershaven 17e eeuw. (Op de achtergrond ziet men Bommenede. Gravure van Gaspar Bouttats naar een tekenis voor de zeevaart en de daarmee verbonden handel behouden. Ofschoon koning Willem I in 1830 het Voorns ka naal liet graven, teneinde de vaart op Rotterdam veilig te stellen begon reeds spoedig daarna de verzanding van het Gat van Goeree de verbinding met Hellevoetsluis en dus ook met het Voorns kanaal opnieuw te bemoeilijken. De nood zaak van sleepboothulp voor de in- en uitvarende zeilschepen werd steeds gro ter. In 1847 kocht Fop Smit in Stettin een radersleepboot van 90 pk die onder de naam Brouwershaven in de vaart werd gebracht en de zeilschepen van Hellevoetsluis naar zee of naar Brou wershaven moest slepen. In 1838 werd het Brouwershavensegat opnieuw betond en werd Brouwershaven voor Rotterdam een belangrijke overslag haven waar de goederen vanuit de zee gaande schepen in binnenvaartschepen werden overgeladen en verder vervoerd. Brouwershaven kende toen een loods- dienst en er was een douanekantoor. Consuls van vreemde landen waren er tekening van Johannes Peeters in Tho- neel der steden ende sterckten van Vereenight Nederlandt Antwerpen omstreeks 1694). gevestigd en dertig hotels en café's on derstreepten de welvaart die er toen heerste. Een groot aantal zeeschepen lag vaak op de rede beter weer af te wachten. Als de wind eenmaal dn de gunstige hoek schoot en de vloot onder zeil ging zal ongetwijfeld menige Brou- wenaar van die machtige aanblik geno ten hebben. Voor Brouwershaven kwam de grote klap, nadat de Nieuwe Waterweg ge graven was. Op 9 maart 1872 voer het eerste schip van Rotterdam naar zee, waarna de aktiviteit van de zeescheep vaart in Brouwershavensegat en Greve- lingen vrijwel tot stilstand kwam. Het feit dat in het jaar 1882 het in wonertal van Brouwershaven tot 322 was teruggelopen, spreekt in dit verband dui delijke taal. Visserijen. In de geschiedenis van het Brouwers havensegat en de Grevelingen heeft de visserij steeds een belangrijke plaats in genomen. De haven van Brouwershaven omstreeks de twintiger jaren. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1972 | | pagina 14