SCHEPEN
NV HET ZEEEWSCHE LAND
Nu de winterdag aangebroken is en
de avonden allengs langer worden is de
tijd gekomen om eens wat werk bin
nenshuis op te zoeken. Als rechtge
aard zeiler denken wij direkt aan
schepen. Modelschepen, wel te verstaan.
Dit is voor de lange winteravonden, als
we uitgekeken zijn op de teevee een
boeiende en leerzame ontspanning. De
Technische Bibliotheek Zeeland wil u
daarbij helpen, met boeken over model
bouw van schepen.
Het is mogelijk om gelijk het vlagge-
sohip van M. A.zn. de Ruyter, de
Zeven Provinciën op stapel te zetten.
Dit is niet aan te bevelen. Er zijn nl.
geen eigentijdse tekeningen van deze
trots der natie. Zo zijn we nu ook nog
eens een keer. Alle nasporingen hebben
opgeleverd dat het Maritime Museum te
Greenwich wat schetsen en tekeningen
van v. d. Velde heeft. Het Rijksmuseum
heeft de beroemde tekening (eveneens
van v. d. Velde): „De krijgsraad voor de
vierdaagse Zeeslag". Op het portret van
de Ruyter door Ferdinant Bol komt het
schip nog eens voor. Een copy van dit
schilderij hangt in het Gemeentemuseum
te Vlissingen. Het Rijksmuseum heeft
niet alle tekeningen van v. d. Velde ver
kocht. Met heeft er nog één. Daar moeten
we het echt mee doen. De Engelsen de
den het beter met hun vlaggeschepen.
Toch zijn er nog tientallen boeken
waar hele mooie gegevens over die oude
zeilschepen in staan. H. "Winter beschreef
„Der Hollandische Zweidecker 1660/1670".
Dit was een model uit die tijd uit het
voormalige slot Monbijou bij Berlijn. Het
boek is voorzien van uitvoerige teke
ningen en zulke realistische foto's, dat
ik me even afvroeg of ze in de 17e eeuw
nu toch al de fotografie uitgevonden
hadden. Maar neen, het waren foto's van
het bijzonder mooie model wat jammer
genoeg in de oorlog verloren gegaan is.
Vooral de interieurfoto's doen erg na
tuurgetrouw aan.
E. W. Petrejus schreef in het Engels
een handleiding over de bouw van de
oorlogsbrik „Irene". Dit boek is tevens
een handleiding voor de modelbouw. Alle
touwwerk, blokken, kanons en speciale
details worden onder de loupe genomen.
Naast de technische gegevens over de
bouw van zeventiende eeuwse schepen is
het ook belangrijk achtergronden te ken
nen. J. van Beylen, conservator van het
Antwerpse Maritieme Museum, en mo-
dellenkenner bij uitstek, schreef een
standaardwerk over „Schepen van de Ne
derlanden van de late middeleeuwen tot
het einde van de 17e eeuw". Heel bijzon
der is ook zijn boekje over Zeeuwse
visserschepen van de Ooster- en Wester-
schelde. Hierin worden onder andere de
prachtige scheepjes zoals de Hoogaars en
de Hengst beschreven en afgebeeld. De
gegevens zijn 'deels ontstaan uit eigen
opmetingen zodat waardevolle gegevens
bewaard gebleven zijn. Beide boeken zijn
met liefde voor het vak, en met grote
kennis van zaken, steunend op zeer be
trouwbare gegevens geschreven.
Ook zijn er boeken in de bibliotheek
met beschrijvingen en tekeningen van
Hanzeschepen, de schepen van Columbus
en schepen uit de 16e en 17e eeuw. Kort
om te veel om op te noemen.
Als u de moed niet op kunt brengen
aan een dergelijk karwei te beginnen,
dan lijkt het me toch heerlijk om met
een boek in de hand te dromen over
wat er allemaal zou kunnen. Neemt u
onze nieuwste aanwinst van V. R. Grim-
wood, „American ship models and how to
build them" maar eens mee. Snuffelt u
maar eens in de boeken van Lubbock
met z'n „Windjammers" en „Clipper
schepen" die hij in een dertiental boe
ken uitvoerig beschreven heeft. Dat
waren de grote snelle schepen uit de
laatste zeiltijd. Voor de liefhebber om
van te smullen en voor degeen die er nog
nooit van gehoord heeft om van de ene
verbazing in de andere te vallen.
Want wie een volgetuigd schip niet
kan waarderen en eigenlijk horen
daar nog een hollend paard en een
mooie vrouw bij heeft geen romantiek
meer in zijn hart. Dat was dan Lubbock.
Oude herdrukken zijn eveneens in de
bibliotheek aanwezig.
„Architectura Navalis et Regimen Nau-
ticum Ofte Aloude en Hedendaagsehe
SCHEEPS-BOUW en Bestier" door Ni-
colaas Witsen, of „Architectura Navalis
Mercatoria" door Chapman kunt u zo
meenemen.
„Als het schip ter reede leght, het
anker en het touw gewonden zijn, by
goede windt om t'zeil te gaan, dan
spreekt de Stuurman in volgende zin:
„De windt is goet en ruim; laat vallen de
fok, stoot het voor- en groot marszeil
uit, maakt de bezaan los en laat hem
hangen in de gey.en haalt de scho
ten achter aan de anker-stok". Dan heb
ben wij het wel wat gemakkelijker met
onze scheepjes, dat is halen. floep en
wegwezen.
Het jongste verleden is ook niet ver
geten en over de moderne schepen zijn
genoeg gegevens te vinden in de boeken
en tijdschriften. Vooral bij het doorbla
deren van een ingebonden tijdschrift
jaargang gaat een bepaalde periode weer
leven. Het behoeven niet altijd jaargan
gen van The Engineer uit 1880 te zijn.
Ook de jaargangen van vorig jaar zijn
de moeite van het bestuderen waard.
Zo zijn er over alle boeken en tijd
schriften die over schepen gaan belang
wekkende zaken te schrijven. Het zou
beter zijn als u zelf eens kwam kijken
naar de collectie in de Technische Biblio
theek Zeeland. Vrijdagsavonds zijn we
ook open, en verder alle werkdagen (ma.
t/m vr.) de gehele dag tot vijf (5) uur.
We wonen in „in" de HTS. Daar mag
u vrij binnen komen wandelen. De uit
lening is gratis, u mag alle (15.000) boe
ken tegelijk meenemen. Dan gaan we
fijn een maand met vakantie naar een
van de stille plekjes aan het Veerse
meer, waar we dan in een van de ge
zellige restaurants aanzitten „aan" het
diner. Tot ziens!
J. T. H. C. Schepman.
Londense kaai 1-3, Middelburg
Telefoon 01180-25 27
Verkoop van bungalows, buiten
verblijven, bouwterreinen vanaf
20.000.in prachtig recreatie
gebied rond het Veerse meer.
Inlichtingen op aanvraag.
20