gelijkt men dan de situatie met de over zichtskaart van 1972, eveneens afgedrukt, dan ziet men vooral de land winst in het westen en zuiden, en de zo moeilijke toestand langs de noordwal aan de Oos- terschelde, gebied dat thans zo „in het nieuws" staat. Wie een vergrootglas neemt en de kaarten onder de leeslamp uitspreidt zal iets begrijpen van het „Luctor et Ernergo" in het wapen van Zeeland, dat zeker. Laten we deze keer de westelijke helft van het eiland bekijken, een volgende maal de oostelijke en deze keer in hoofdzaak letten op wat de gemeente Wissenkerke vandaag-de-dag te bieden heeft. Geersdijk, Kamperland en Wissen kerke vormen samen één gemeente. Bij de 1000 inwoners van Wissenkerke tellen we er 1700 bij van Kamperland en 300 van Geersdijk; dat is 3000 mensen op de helft van het eiland. De gemeente heeft een oppervlak van 5300 ha; dus, bere kenen wij, heeft iedere inwoner van Wissenkerke 1,8 hectare voor zich, zo niet om op te wandelen dan toch om over uit te kijken. Dit is ons persoonlijk ook duidelijk ge worden, op vrijdagavonden in de winter rijdend van Goes via Noordbeveland naar Walcheren. Komend uit het drukke Brabant kwamen we menigmaal hele maal geen auto tegen tussen Kats en Vrouwenpolder! Over het donkere wijde land zagen we links de verre vlammen van het Sloegebied, rechts en links zwie pende vuurtorenlichten, hier en daar een pitje, en wat licht bij de dorpen. Dan zeiden we tegen elkaar, na een drukke werkweek: ja hoor, dit is het weer! Het is echter evenzeer duidelijk, dat dit, deze stilte, het niet is voor burge meester P. Wisse (neen, het dorp is niet naar hém genoemd!). De landbouwbe drijven zijn hier altijd groot geweest; en door verdere schaalvergroting (mogelijk gemaakt door intensieve mechanisatie) is er geen werk meer voor de jonge men sen; die trekken dan ook weg. De ruil verkaveling is in volle gang en bijna afgesloten; door verstandig combineren van werktuigen kan één man zeer wel 30 hectaren bouwgrond bewerken. De boerderijen liggen ver uit elkaar, de akkers zijn onafzienbaar, maar het leven in de dorpskernen bloeit op. Typisch ge spreksthema: de prijzen van aardap pelen, graan en bieten. De drie woonkernen hebben elk hun Dorpshuis, het verenigingsleven bloeit. De aannemers van de Oosterscheldewer- ken trekken arbeiders aan uit het dorp zelf, al komen er vele van heinde en ver. Er zijn jongeren weggetrokken en die hebben op Walcheren en elders een be staan gevonden, een gezinnetje gevormd en kijk: die komen terug! Ze gaan weer In hun vertrouwde dorp wonen; de af stand naar hun werk rijden ze, ze heb ben het er best voor over: een huisje met een tuintje is beter dan een flat woning. Er zijn momenteel 24 woningwet woningen in aanbouw en voor 1973 zijn er in de gehele gemeente Wissenkerke weer 42 gepland; met die zogenaamde „ontvolking" van de gemeente valt het nog wel mee. Hier aan het eind van het marktplein is door de dood van een oude dame een groot huis leeggekomen; jongelui gaan het inrichten als pension en het wordt helemaal opgeknapt. Ga ragebedrijven en werkplaatsen voor het servicen van landbouwmachines hebben werk genoeg. Een gevaarlijke kruising van de provinciale weg wordt ver vangen door een tunnel, en zo gebeurt er wel meer. Er is een verwarmd in structiezwembad in Wissenkerke. Dagtoeristen, sportvissers, pleziervaar- ders. En de recreatie dan?, vragen wij. Het antwoord: die heeft maar weinig mensen werk verschaft! In het seizoen hebben de winkels het druk, zeker; de midden stand heeft zich weten op te trekken aan het toerisme, dat is zeker. In Kam perland is een jachtwerf en een zeil makerij en er zijn campinghouders. Maar de uitstraling van de recreatie is zo be langrijk: caravans en boten moeten wor den gestald, onderhouden en geleverd. Zeevissers hebben spullen en aas nodig. Zomerhuisjes moeten af en toe buitenom geschilderd worden. Er is 's zomers hulp nodig op de kampeerbedrijven. In een gemeente van 53 vierkante ki lometer is er altijd wel wat te doen aan het wegennet. De grote doorgaande wegen zijn perfect, breed en recht, met krui singen op verschillend niveau. Wie het „binnenland" ingaat moet op de smalle wegen met hier en daar „haakse boch ten" (bepaald door de grote kavels waar in het land is verdeeld) voorzichtig-aan rijden. Ook al om de medepassagiers even tijd te gunnen, het zo geheel eigen open karakter van dit landschap in zich op te nemen! De camping „Anna Friso" (6 ha) ligt het dichtst bij de aanzet van de toe komstige Oosterscheldedam. De „Molen hoek" (7,5 ha) ten noordwesten van Kam perland ligt meer landinwaarts, zo ook „De Roompot" (8 ha) ten noordwesten van Wissenkerke. We rijden erlangs: onder de wijde najaarshemel doen de witte en blankgelakte huisjes-op-wielen denken aan dinkv-toys. Binnen de be slotenheid van de camping die tegen een dijk ligt en omgeven is door heesters en bomen, is iedere caravan in de mooie maanden een middelpunt, van waaruit 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1972 | | pagina 5