werkezel" onder de stuurhutvloer. Thuishaven voor de zeilliefhebber, die bij de overheersend westelijke wind, vertrek kend van de „Delta Marina" op weg naar Veere of de Veerse Dam een heerlijk afwis selend kruisrak van zo'n 15 of 20 kilometer voorgeschoteld krijgt, en met na dit „man nenwerk" een evenlang magnifiek spin nakerrak terug. Na afmeren en aftuigen is het dan allemachtig goed na-zeilen aan de bar van het oude „Veerhuys" om te ana lyseren wat er „goed" ging en wat er „ha perde" aan zeil- en helmstokvoering. Thuishaven voor het zeekruisertje dat „vlak om de hoek" (nou ja, luttele kilo meters verder) „naar buiten" kan schutten en dan de bevrijdende ruimte van het (nog) levende Oosterscheldewater voor de boeg krijgt. Thuishaven voor de waterskiërs die er hun eigen steiger hebben, vanwaar ze kun nen vertrekken om hun sport te beoefenen op een eigen parcours. Willekeurig genoteerd: havenmeester An- thonisse is blij met de uitbreiding van de haven met 50 ligplaatsen (minder „nee verkopen" als er liefhebbers komen). Aqua- caravan terrein voor de steeds meer „in" komende combinatie van kampeerwagen met snelle open zeil- of motorboot. Werk plaats voor motoren- en scheepsreparaties. Showroom met winkel voor alles waar de pleziervaarder om verlegen kan zitten, van af een harpsluitinkje van drie kwartjes tot een Chrysler outboard van vele tientallen paardekrachten. Wasserette, douches, ander sanitair. Mogelijkheden om 'n boot voor 'n dag of langer te huren, met eigen steiger. Shell-dienstverlening voor de watersport. De krekel en de mier (vrij naar Lafontaine). Tijdens z'n jeugd in de kleine stad was-ie 'n echte „krekel": onbezorgd zwerven door hei en polders, zwemmen cn ravotten met vrindjes, waterkampen met de zeeverken ners, 'n primitieve zeilkano zelf gebouwd. Er volgden zo'n veertig jaren „mieren"- bestaan: studeren, 'n carrière proberen op te bouwen, zorgen voor 'n groeiend gezin, later „voor zichzelf begonnen": het ging allemaal goed. De kinderen zijn het huis uit, alles wat wenselijk is is er. Kijk, nu moet pa weer langzamerhand een krekel worden! en ma zéér zeker ook! „Abschalten" noemen onze Oosterburen dat. Je moet weer iets van je zorgeloze jeugd over je zien te krijgen (ook al in het be lang van beider gezondheid). Wat meer tijd voor elkaar, nu de zaken en het ge zin je minder opeisen. Het is allesbehalve gemakkelijk in het begin. Maar het móét: mieren leven niet lang! Het is ook niet meer zo als bij La fontaine, in wiens fabel de krekel in het diepst van de winter moest aankloppen bij de mier om voedsel. Langzaam beginnen met „freewheelen" is verstandig: een week end in Kortgene om de zon te zien onder gaan over een landschap zonder flats en industrie: een wandeling over de schorren heel vroeg op de zomermorgen, en na de koffie een ontspannen partijtje midgetgolf. Het bevalt prima; er komen langere week ends van, met Pasen en Pinksteren; vóór de zomervakantie is er een caravannetje achter de middenklasse-auto van pa, en het blijft Kortgene. Daar is het lekker fris, de mensen zijn er geschikt, het klimaat redelijk en het is lang niet zover rijden voor pa als Lugano of Costa zus-of-zo. Te klein, die kampeerwagen op de duur! Want als grootouders staan je hart en je huis open voor die leuke rakkers van kleinkinderen. Het wordt om kort te gaan een keurig, kleurig en praktisch bungalowtje in „Deltonapark"; op een teak gevernist bord staat in witte schrijfletters „De krekel". Allicht! Het „krekelbestaan", ver weg van de grote stad bevalt pa en ma uitstekend. Er moet nog wel eens een paar dagen worden „ge mierd" op bedrijf en kantoor, maar het „recreatief rendement" van die eenmalige koop van grond en tweede huis is bevre digend. Ontbijt, koffie, lunch, thee op je zonneterras vlak bij de keuken! Er komen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1973 | | pagina 7