METEOROLOGIE
[technische bibliotheek zeeland
op de kust van de Alandseilanden werd,
schaars bevolkt en verstoken van moderne
verbindingsmiddelen als ze waren, niet uit
gesloten geacht.
Alle twijfels dienaangaande werden weg
genomen, toen bericht ontvangen werd dat
op de Zweedse kust twee lijken waren aan
gespoeld, nl. van de 2e stuurman en van de
messroombediende. Deze laatste Jan
Maas nog slechts 16 jaar oud, had aan
de kanaaldijk onder de gemeente Hoek ge
woond.
Op vrijdag 27 oktober 1922 vond oo het
kerkhof van Oereerund de begrafenis van de
omgekomen zeelieden plaats. De belang
stelling was groot en overal in het stadje
en van de schepen in de haven woeien de
vlaggen halfstok.
De oorzaak van de stranding moet naar
alle waarschijnlijkheid worden toegeschre
ven aan het feit dat de kapitein het vuur
schip van Grundkallen op de Zweedse kust
heeft verwisseld met het vuurschip Stor-
bottens op de kust van de Alandseilanden,
wegens de grote overeenkomst van hun
lichten.
Krimpende wind en uitlopende vrouwen,
zijn niet te vertrouwen.
Het weer speelt een belangrijke rol in
het leven van de mens. We zijn zozeer van
de natuur vervreemd, dat we niet meer be
seffen wat voor invloed het weer op ons
uitoefent. Toch reageren we er onbewust
altijd nog op.
Ondanks het feit, dat we met z'n allen
lekker warm op de gasbel zitten, kijkt ieder
een 's morgens even naar de lucht om te
zien wat het weer doet.
Het weer vormt vaak een belangrijk on
derwerp van gesprek. De bestelling bij de
melkboer of bakker wordt vaak ingeleid
met een praatje over het weer. Vooral in
onze vakanties is het weer erg belangrijk.
Wc zijn er min of meer afhankelijk van.
Kapitein Van der Decken, de Vliegende
Hollander, is slechts een denkbeeldige fi
guur, te voorschijn getoverd om te dienen
als moraliserend voorbeeld uit een tijd
waarin de jacht op geld centraal stond.
Kapitein Wiebe Teensma daarentegen ging
werkelijk met zijn bemanning ten onder,
mogelijk als gevolg van een menselijke fout.
Hoe schijnbaar tegenstrijdig het ook moge
klinken, toch blijkt eerstgenoemde kapitein
onsterfelijk te zijn, terwijl de ondergang
van de Cornelis tenslotte geheel in de ver
getelheid zal opgaan.
J. van den Broecke.
Bronvermelding.
Joh. de Vries: Een kwart eeuw Terneuzen.
P. J. Baert: Oud Terneuzen.
Nagtglas: Zelandia Illustrata.
Van Empel en Pieters: Zeeland door de
eeuwen heen.
Uitg. Tirion: Tegenwoordige staat van Zee
land.
De meeste mensen weten nog wel te ver-
lellen dat morgenrood water in de sloot
brengt. De stand van de maan schijnt ook
erg belangrijk te zijn. Heel wat weerprofeten
ontlenen er hun kennis aan.
De volkswijsheid over het weer is erg
hardnekkig. Uit allerlei nevenverschijnselen
wordt het gedrag van het weer afgeleid
het gedrag van de dieren, de wolken, de
stand van de zon en de maan, zelfs uit de
gedragingen van de mens, meent men het
weer te kunnen voorspellen. Maar weten we
eigenlijk wel wat van de vaste weersver-
schijnselen?
De heer Chr. A. C. Nell publiceerde een
populair wetenschappelijk boek over de
klimatologie. Het is geruststellend om te
lezen hoe hij in 1938 in zijn boek „Hoe denkt
u over het weer" schrijft, dat veilig vliegen
mogelijk is. Als u de boeken van Cagle: A
pilots meteorology en van Eichenberger:
Flugwetterkunde, daarnaast legt, dan zit u
meteen middenin de specialistische informa
tie. Net zoals bij het boek van J. A. van
Duynen Montiin: Maritieme meteorologie en
oceanografie. Zowel de vliegers als de zei
lers kunnen de nodige gegevens er uit put
ten. Toch blijft het boek van de heer Nell
nog steeds interessant om te lezen.
Het is mogelijk om aan de hand van de
verschijnselen, de windrichting, temperatuur,
windsnelheid, wolkenbeeld en een zekere
elementaire kennis van het gedrag van de
pressies, een weersvoorspelling op korte
termijn te doen. Daar is in de bibliotheek
verder nog voldoende literatuur over te
vinden.
Daar zijn o.a. boeken van O. G. Sutton:
Understanding weather en van M. de Clercq:
Het weer, van bekijken van begrijpen naar
voorspellen. Zelfs The Hon. Ralph Aber-
comby behandelt in zijn „Weather" dit be
langrijke thema.
Tientallen boeken zijn er geschreven over
het weer en de nevenverschijnselen. U vindt
ze bij ons ondergebracht in de rubriek
„Geologie, Aardkunde en aanverwante we
tenschappen". waaronder meteorologie. Eén
van die nevenverschijnselen wordt door R.
Tricker behandelt in zijn boek „Introduction
to meteorological opties". Denkt u maar
eens aan de regenboog en de halo- ver
schijnselen.
Heel nauw verbonden met het weer zijn
de natuurkunde en de natuurkundige ver
schijnselen. Daarmee bedoelen we niet de
natuurkunde van de middelbare school,
maar die van het vrije veld. Dr. M. Min-
naert schreef deze boeken in de dertiger
jaren. Ze zijn nog steeds te koop, ze zijn
nog steeds actueel.
In drie lijvige delen worden alle natuur
verschijnselen nauwkeurig onder de loupe
genomen. Deel één handelt over licht en
kleur. In deel twee komen het geluid, de
warmte en de elektriciteit aan bod. Deel
drie gaat over rust en beweging. Alle drie de
boeken hebben één ding gemeen: de hemel
verschijnselen komen steeds om de hoek
kijken. Daarom is deze serie voor de weer
kundigen zo interessant, omdat veel ver
schijnselen goed beredeneerd verklaard wor
den.
Over veel onderwerpen die behandeld
worden zijn gespecialiseerde publicaties ver
schenen. Denk maar eens aan de golfbewe
gingen van het water, of de zandrichels
aan het strand, die door de stromingen
veroorzaakt worden. Bij paragraaf 106 van
deel drie zijn ze te zien, compleet met
slroohoed (voor de afmetingen).
Een ander boek: De lucht en haar ge
heimen van C. M. Botley en vertaald door
J. C. Alders sluit aardig op het voorgaande
aan. Daarin wordt ook veel aandacht ge
schonken aan de wolken. Het belang hier
van wordt in de moderne meteorologie ter
dege onderkend. Het ligt er alleen maar
aan van welke kant men ze bekijkt.
Het K.N.M.I. doet dat met de wolkenatlas
in de hand vanaf de aarde. Mr. R. A. R.
Tricker neemt ons in zijn boek „The science
of the clouds" zo nu en dan al mee in een
vliegtuig, de United States Airforce heeft
aan de hand van satellietfoto's een Global
atlas of relative cloudcover uitgegeven.
Daarmee zitten we direct in de moderne
meteorologie met waarnemingen door mid
del van weersatellieten. Gecombineerd met
gegevens over temperatuur, luchtdruk en
wind kunnen de weersvoorspellers nu op
lange termijn zeggen wat het weer zal doen.
Maar wij willen ook graag weten wat het
morgen te zien geeft.
U moet dan maar zo denken: „Hoe rui
mer het uitzicht, hoe dichterbij de regen."
Verder is er o.a. nog de volgende litera
tuur over dit onderwerp:
Bucknell, J Klimatologie. Utrecht, 1967.
Everdingen. E. van. Algemene Klimatologie.
Den Haag 1949.
Fisher, B. M. How to know and predict the
weather. New York, 1953.
Nell, Chr. A. C. Weer en Wind, Amersfoort:
'ca. 1935).
Schmidt, F. H. Inleiding tot de meteorologie.
Utrecht, 1963.
Spar, J. Aarde, zee en lucht. Utrecht, 1965.
Sutton, O. G. Understanding weather. Mid
dlesex, 1971.
Tonkelaar, J. F. den. Middelen en mogelijk
heden der meteorologie. Amsterdam, 1955.
Wachter, H. Wie entsteht das Wetter.
Frankfurt/Main, 1969.
Wijk, W. R. van en D. A. de Vries. Weer en
Klimaat, deel I en II. Haarlem, 1952.
J. T. H. C. Schepman.
13