eens schoonboent. Er is een trailer met twee
goten, waarop de .Leisure 17" muurvast
staat, de scheg op de langsbalk (achter de
auto dus met de spiegel naar voren rij
dend).
Nu moet je reuze oppassen in showrooms
met het interieur: ze hangen er TL-verlich-
ting in, zetten een bos bloemen op tafel
en zo: kan niet als je gaat varen! Maar het
was heel prettig zitten, daar op die kajuit
matrassen-van-voor-tot-achter: vier slaap
plaatsen, al is het voor een breedgeschou
derd persoon niet makkelijk, zich in de
„hondekooien" om te draaien om op de
andere zij te gaan liggen. Er zijn fals rug
leuning) vier aangevormde langwerpige kast
jes, een grote legplank, bergvakken onder
de kooien, stuwruimten onder de kuipvloer:
alles is benut; er is een „laadruim" achter
in voor gasfles en liggende aanhangmotor
en kettingbak „voorin".
Dit is nu een „uitgeconstrueerd" scheepje,
je ziet dat er telkens weer kleine verbete
ringen zijn aangebracht: er is een schuifkap
op de kajuit die je óók kunt opzetten; er
is een panoramisch raam vóór, en omdat
dat brede raam in het midden zou kunnen
buigen als er iemand bij de mast staat is
daar weer een dikke stang, tevens hand
greep aangebracht.
Geribd polyester en roestvrij staal, alu
minium rondhouten, dacron zeilen: alles
even degelijk en duidelijk afgestemd op
varen op zout en ruw water. Boot met lage
„kop" en negatieve zeeg zoals dat heet,
waarom dat voorschip ook hoger opge
trokken, nergens voor nodig! Een berghout
rondom, stevige handgrepen en treden etc.
niet van „waaibomen-teak" maar van top
kwaliteit donkerrood en zwaar mahonie, in
de lak. Boegreling en hekwerk vastgezet op
doorbouten op dubbelingen, en zo gaat het
maar door.
Om kort te gaan, we kochten, haalden
het ding in Edam op (het stond parmantig
op een platte wagen achter de Mercedes),
we gaven het een voorproefje van de zee
gang op de golvende rijksweg tussen Den
Haag en Overschie, het leek alsof de „Lei
sure 17" hoogtevrees had daar op de Zee-
landbrug zó hóóg boven haar element; toen
nog twee stroppen eronderdoor en daar
dreef het parmantige sneeuwwitte bootje in
het Veerse meer.
Er waren „check lists" bij, en tekeningen
hoe het staand en lopend want is inge
richt en een certificaat van de „British Na
tional Boatbuilders Federation". Het was
mooi weer en het uitzoeken van al die in
plastic verpakte touwen en draden en on
derdelen was een feest. Andere sluitings,
andere snaphaken, andere schootvoering dan
we op onze vorige „Friese" zeilkruiser had
den, maar alles even praktisch ingericht.
Vallen in de holle lichtmetalen mast. Bar
ton rolreef met slinger, kraanlijn, spinnaker-
val, onderwanten, top want, achterstag, klap-
zalings met kunststof uiteinden, schuifbaar
in te stellen fokschootogen en overloop,
een knaap van een Genuafok en een bont
gekleurde spinnaker: het is allemaal pre
cies zo als bij de grote „broers"! Nou
ja, er ontbrak nog een staaldraadstropje en
we moesten nog gauw een wedstrijdvaantje
kopen, maar toen konden we het water op.
De „genua" trok goed, aan de wind en
het grootzeil had het makkelijk, er was geen
druk op het roer, wel het gevoel: dit is
anders dan een gewone kielboot! Oplettend
zeilen en de koers „schetsen" met de helm
stok wordt bij een dubbelkieler dubbel en
dwars beloond! Door de verbluffend grote
stabiliteit die we bij het optuigen al
hadden opgemerkt maakt het niet uit
aan welke kant je zit. Liever niet met-
drie zware kerels helemaal achterin de
kuip: dat vertraagt de gang nogal wat! Bij-
20