Met de aanleg van de zozeer gewenste wegverbinding over de Kreekrakdam werd tenslotte in sept. 1913 begonnen en deze werken kwamen in 1916 klaar. In 1918 kwam een nieuwe weg tot stand die langs de stationshalte Rilland in oostelijke rich ting liep en aansloot op de weg over de Kreekrakdam. Van toen af kwam het door gaande verkeer dus niet meer door het dorp Rilland. Rilland en Bath in vóór- en tegenspoed. We zagen reeds eerder dat Rilland en Bath in 1878, nadat in 1867 het fort was opgeheven, werden samengevoegd tot de burgerlijke gemeente Rilland-Bath. Na verdwijning van de fortbezetting bleef in Bath nog slechts een douanepost over. In de haven was toen nog vrij veel bedrijvig heid. Na de afscheiding van België werd in 1841 bij de haven een los- en laadplaats aangelegd ten dienste van de belastingen. Daar werden de uit België komende schepen ingeklaard. In 1907 werd deze los- en laad plaats aan de gemeente overgedragen, nadat ten behoeve van de douane een aanleg- steigertje was gebouwd op de kop van de zgn. Rijksdam. In 1953 werd de douanepost opgeheven, terwijl het douanekantoor op de zeedijk in 1959 werd afgebroken. Nadat hun kerk naar Rilland was ver plaatst, schijnen er niet veel Batsenaren daar ter kerke te zijn gegaan. Hun aantal zal zeker nog geringer geworden zijn, nadat in Bath een kerkte voor de vrije evange lische gemeente was gesticht. De school heeft zich in Bath nog geruime tijd kunnen handhaven. Oudere dorpsbewoners kunnen zich nog goed de tijd herinneren dat mees ter Petrie er de scepter zwaaide. Toen de school door het geringe leerlingenaantal tenslotte toch moest verdwijnen, kregen de Batse kinderen die in Rilland naar school moesten van de gemeente een fiets kado. Vele jaren heeft Bath een beurtschipper gekend die ééns per week naar Dordt en Rotterdam voer. Evenals zo veel van zijn collega's zag beurtschipper Dronkers zich tenslotte genoodzaakt, de beurtdienst te staken. Ging Bath zienderogen in betekenis ach teruit, zo groeide Rilland daarentegen ge staag in huizen en zielenaantal. Op 17 februari 1851 gaven de gezamen lijke ambachtsheren en -vrouwen aan F. de Jonge een stuk land in erfpacht met het recht daarop een korenmolen te stichten. In 1893 kwam de molen in bezit van Hui- brecht de Jonge. Toen deze in 1895 naar Amerika emigreerde, verkocht hij de mo len aan J. Bruijnzeel, grondeigenaar te Rilland. Deze verkocht de molen in 1896 aan L. van Weele te 's Heer Arendskerke. Tot 1969 bleef de molen in het bezit van deze familie, waarna hij buiten gebruik werd gesteld. In hetzelfde jaar kocht de gemeente Rilland-Bath de molen, die als monument ook thans nog een sieraad voor het dorp genoemd mag worden. In 1904 werd door de orde der Kapu cijnen aan de Hoofdweg een klooster ge sticht met een kloosterkerk. Menigmaal was het, in tijden van grote nood, een toe vluchtsoord voor slachtoffers van overstro mingen en oorlogsgeweld. Ook als door gangscentrum voor onderduikers en geal- De oude meestoof. lieerde piloten bewees het onschatbare diensten. In 1966 werd het klooster als zodanig opgeheven en sindsdien zijn de gebouwen dienstbaar gemaakt aan de verzorging van zieke bejaarden. Op het dorp hadden de middenstanders hun bedrijven terwijl de landbouwers op hun boerderijen in de omtrek woonden. De oudere boeren die hun bedrijven aan zoons hadden overgedaan, vestigden zich veelal eveneens op het dorp. Ook veel landarbeidersgezinnen woonden in de centrumgemeente, maar daarnaast trof men hen ook aan in de verspreide ge huchten zoals De Drie Haasjes, Duivenhoek, Maire, Stationsbuurt (den Alt.), Tweede weg en Völckerdorp. Het eerste gemeentehuis bouwde men op het uiterste einde van het dorp. Wellicht wilde men de inwoners van Bath daar door zo ver mogelijk tegemoet komen. In de buurt van dat oude gemeentehuis stond destijds een meestoof, waarvan het restant omtrent de dertiger jaren werd afgebroken. In 1940 ging het oude gemeentehuis in vlammen op, waarna meer centraal een nieuw gemeentehuis werd gebouwd dat in 194S in gebruik genomen werd. Daar was ten zuiden van de Voorstraat inmiddels ook een uitbreidingsplan tot ontwikkeling ge komen. Na 1940 is de klederdracht, die er voor heen vrij algemeen werd gedragen, in snel tempo verdwenen. Nog slechts een enkele oudere vrouw bleef haar muts trouw. Door zijn bijzondere ligging tussen beide Scheldes in hebben zowel Rilland als Bath in de loop der jaren zwaar te lijden gehad van oorlogsgeweld en overstromingen. We hoeven niet eens verder terug te gaan dan de eeuw waarin we thans Teven om een serie narigheden te vermelden van één oor log en twee stormvloeden die diepe sporen achterlieten. Tijdens zwaar stormweer, gepaard met een hoge vloed op 12 maart 1906 over stroomden de Engelse polders (Eerste- en Tweede Bathpolder). Ook in de dijk van de Reigersbergse polder ontstond een door braak. Hierdoor liep ook deze polder ge deeltelijk onder water. In Rilland kwam het water tot bij de kerk, maar de schade bleef beperkt. In de Bathpolder was de schade veel ernstiger. Op de hierbij afge drukte ansichtkaart laat een bewoner nog maals zien hoe hij op het dak van zijn huis het vege lijf wist te bergen. Nadat de beide Bathpolders waren over stroomd, zagen de Engelse eigenaars het niet meer zitten. Hun pad was overigens toch al niet over rozen gegaan. Ze ver kochten het ondergelopen land, waarna in 1907 de N.V. Landbouwmaatschappij De Bathpolders werd opgericht. No<r in dc loop van 1906 waren de beide polders door de nieuwe eigenaren weer herdijkt. Toen in 1939 als voorzorgsmaatregel de mobilisatie werd afgekondigd, had deze maatregel voor Rilland tot gevolg dat er mensen werden geëvacueerd. Hun balling schap duurde gelukkig niet lang. De mei maand van 1940 daarentegen bracht zowel in Rilland als in Bath ernstige oorlogsschade teweeg, die zich in 1944 bij de aftocht van de bezetters weer herhaalde. Voordat de feitelijke oorlogshandelingen begonnen, wer den ook toen de inwoners weer geëva cueerd. Na een verblijf elders van circa vier weken keerden ze weer naar hun dorp teru". Ondanks deze droge opsomming van feiten zal men zich zeker kunnen indenken hoeveel ellende de bevolking van Rilland en Bath gedurende de oorloe heeft meege maakt. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1973 | | pagina 7