De stormramp die zich in de nacht van 1
febr. 1953 op veel plaatsen in het zuiden vol
trok, had ook voor Rilland en Bath kata-
strofale gevolgen. Op twee nlaatsen be
zweek de dijk van de Reigerbergse polder,
als gevolg waarvan de dorpen Bath en
Rilland onder water kwamen te staan, en
verscheidene mensen verdronken. De bur
gemeester en de waterbouwkundige van de
Reigerbergse polder die op weg waren naar
Bath om de bevolking ter zijde te staan,
verdronken eveneens jammerlijk in de uit
oefening van hun plicht.
De bevolking van de beide plaatsen
moesten opnieuw worden geëvacueerd. Het
herstel van de schade aan de waterkering
kon spoedig ter hand worden genomen.
maar bleek allerminst eenvoudig. In de
dijk van de Reigerbergse polder waren twee
stroomgaten ontstaan. Het meest westelijke
sat werd gedicht nadat over het voorge
leden schor een ringkade van zakken zand
was aangelegd. De dichting van het bij Bath
gelegen stroomgat was heel wat minder
eenvoudig. Her bleek allereerst noodzake
lijk te zijn het overstromingsgebied te ver
kleinen. Voor dat doel werd na veel moeite
een nooddam van zakken zand aangebracht
on de zgn. Vierde weg. Daardoor kon het
overstroomde gebied worden teruggebracht
van ]D65 ha tot 265 ha. Deze nooddam kon
oo il maart 1953 gesloten worden, ter
wijl het feitelijke stroomgat bij Bath daar
na oo 21 april definitief werd gedicht.
Nadat alle gevaar voor een nieuwe over
stroming geweken was, konden de geëva
cueerde bewoners weer naar hun desolate
dorpen terugkeren. Met nieuwe moed werd
het herstel van de schade ter hand geno
men. Deze schade betrof, naast de ge
bouwen, ook het bouwland dat door de
overstroming zijn vruchtbaarheid had ver
loren.
Heden ten dage, bijna 20 jaar later, is
er van het trieste landschap van toen niets
meer te bespeuren.
Het dorp Rilland heeft zelfs een geheel
ander aanzien gekregen. Er verrees een
modern dorpshuis dat de toepasselijke naam
Luctor et Emergo kreeg. In de zestiger
jaren werd er een moderne en gerieflijke
woonwijk bijgebouwd ten behoeve van een
aantal militairen uit Woensdrecht en Ossen-
drecht. Ofschoon het merendeel van deze
mensen Rilland inmiddels weer heeft ver
laten hebben anderen hun huizen betrok
ken. Ook aan de oostkant van het dorp ont
stond naderhand een nieuwe, moderne
woonwijk.
Bath herstelde zich eveneens van de
schade die de ramp van 1953 er aanrichtte.
Maar aan nieuwbouw van enige betekenis
is men er niet meer toegekomen. Het valt
te verwachten dat steeds meer nieuwkomers
er hun tweede woning zullen kopen. Van
de oude bewoners zullen in Bath tenslotte
zo goed als geen nazaten meer overblijven.
Sinds enkele jaren is ook de burgerlijke
gemeente Rilland-Bath verleden tijd. Beide
dorpen behoren thans tot de gemeente Rei-
merswaal, die geheel oostelijk Zuid-Beve
land omvat.
Grote veranderingen voltrekken zich mo
menteel op de schorren ten zuiden van de
Kreekrakpolder, in de Kreekrakpolder zelf
en bij de Kreekrakdam.
De in 1967 begonnen werken voor het
aan te leggen Schelde - Rijnkanaal hebben
het landschap daar een totaal ander aan
zien gegeven.
Nader op de uitvoering van deze werken
in te gaan hoort echter niet thuis in een
rubriek die beoogt de geschiedenis weer te
geven, zoals die zich voltrok in vervlo
gen tijd.
J. v. d. Broecke.
Geraadpleegde bronnen.
M. v. Hoogstraten: De molens van Zeeland.
G. F. Sandberg: Overzetveren in Zeeland.
C. Dekker: Zuid-Beveland.
M. H. Wilderom: Tussen afsluitdammen en
deltadijken.
Nagtglas- Zelandia Illustrata.
J. en J. P. B.: Grote wegen der 2de klasse
in zeeland.
Zuurdeeg: Tijdschrift Land -F Water (1970).
M. K. E. Gottschalk: Stormvloeden en rivier
overstromingen in Nederland.
M. P. de Bruin en L. de Bree: Zeeuws
Prentenboek.
Mondelinge inlichtingen verstrekten de da
mes A. Griep en M. Steketee te Rilland.
Illustraties werden welwillend beschikbaar
gesteld door de dames J. van Weele, M. Ste
ketee en A. Griep te Rilland, de heer C. van
Gorsel te Bergen op Zoom en de heer P.
de Visser te Middelburg.
s T E*s*.HeL0E
Overzicht drooglegging Reigerbergse polder.
8