Het Vlissings hart, aan de zee gekoesterd Beursplein en Bellamypark Bestrijding van het ene, roept het andere gevaar op '■mm Vlissingen en de zee, die twee horen bij elkaar. Ook die Nederlander, die nog nooit van zijn leven in de Zeeuwse havenstad is geweest, weet het. Al was het alleen maar uit het vers van Michieltje met het blauw-geruite kiel, die de Jacobstoren op klom, om als rechtgeaard Vlissinger de zee te kunnen zien. Vlissingen is met het water verbonden sinds eeuwen, sinds vroege tijden, toen het nog maar nauwelijks bekend was als het (zevende eeuwse) vissersdorp Flissingha. Vlissingen van de zee die daar eigenlijk nog „Westerschelde" en „Wielin gen" en „Oostgat" heet afsnijden scheiden, je mag het die twee niet aandoen. Het is als stoken, geweldadig ingrijpen in een goed huwelijk. En tochdat ge vaar dreigt. Het tragi-komische daarbij is, dat men het hart van Vlissingen van de Westerscheldeboezem wil losmaken om gevaren als watersnoodrampen te voorko men. De bedoelingen zijn dus edel en goed, nodig zelfs. Maar het middel!? Concreet: Rijkswaterstaat wil in het kader van de verhoging en verbetering van de zeewering de boulevard bij het standbeeld van Michieltje niet laten ophouden, zoals nu, maar deze verder doortrekken in oos telijke richting. De Vissershaven en de Koopmanshaven worden dart door een hoge dam afgesloten. Een dam waarover het verkeer, dat nu naar beneden, naar Beurs plein en Bellamypark moet afbuigen, recht uit wordt geleid, om de oude binnenstad heen. De Koopmans- en Vissershaven komen dan voor demping in aanmerking. Beurs plein en Bellamypark hart van Vlissin gen, gekluisterd en gekoesterd aan de zee komen dan in een put te liggen, „vol komen afgesneden van het water en van het gebeuren daarop" „Heel anders". Kent u „het hart" van Vlissingen? Kent u Bellamypark en Beursplein? Wandel het Bellamypark eens in vanuit de Spuistraat, waar nu nog het oude gebouw van De Vey en Mestdagh dit „park" eens zelf haven als het ware rugdekking geeft tegen de sfeer van de gemoderniseerde Spuistraat. Het Bellamypark is „heel anders". Links en rechts is het omgeven door aller lei geveltjes, mooie en foei-lelijke, bouw sels uit het begin van deze eeuw, maar ook uit de 18e en 17e eeuw. Kijk rechtuit en u zie Michieltje tronen op zijn voetstuk, in gezelschap van zijn kanonnen en als een soort lijfwacht het trouwe, rode vuurto rentje. Loodsboten deinen in de Koopmans haven. Het is hoogwater, en al vanaf het begin van het „park" dat eigenlijk geen park, maar een groot gazon is, ziet u ze over de Westerschelde langskomen, de zee kastelen met hun mastwerk en bovenbouw, boven het waterkerende hek van de Koop manshaven uit. Vooruit de zee, links en rechts geveltjes. velen wit. Winkels, maarvooral ook „tempels van Lucullus en Bachus": grotere restaurants en kleinere cafeetjes, zaken waar je kunt „Chinezen" en „op z'n In disch" kunt eten, een coffee-shop, cafetaria, bars, kleine „knijpies". Bellamypark en Beursplein, inclusief het Beursstraatje tellen wel een 18 horecavestigingen. Plaatsen waar men een tong of kreeft kan nuttigen. Plaatsen ook waar men een eerlijke borrel, een blonde pils of een schuimende trappist kan kopen, kan luisteren naar wat vissers, loodsen en schippers te vertellen hebben. Veelal worden die verhalen „gedaan" in het Vlissingens of het Oostends, al naar ge lang de herkomst van de verteller. „Eerst cultuur". Vindt u dat culinaire- en licht-alcoho- lische (of frisdrankj-affaire's pas beleefd dienen te worden na „het culturele en spirituele", geen nood. Ook dat kan in het m Foto: Wim Riemens. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1973 | | pagina 11