"Toren te Veere", gesneden in linde-langs, door Daan de Vries: uit: "Wendingen"
Houtsneden nummer, juli/augustus 1919.
o grote onvoltooide van Veere
gedurfd samenspel
van taaie onverzettelijkheid en pure
grootheidswaan
machtige symphonie
natrillend nagolvend over verstilde
vesting
onwezenlijk grotesk oprijzend
in 't Zeeuwse licht
steeds anders weer opdoemend in 't
onvolprezen silhouet
soms in nevelig grauw
dan weer haarscherp gestoken uit 't
diepste blauw
achter de gothische ramentoegemetseld
als evenzoveel blinde ogen
lijkt nog napijn te hangen
van stervenszieke napoleontische soldaten
't gehinnik van ongedurige paarden
vogels nestelen in zijn ruige opperhuid
kleingedierte vindt er zijn schuilplaats
een weergaloze wingerd dompelt het
eeuwenoud karkas
waarbinnen de holle loze ruimte
onder in een baaierd van geel en groen
en rood
een schijnbaar onwankelbaar monument
gewrocht door kleine grote mensen
al eeuwen lang dood
steen gestapeld op steen met blote handen
steen gestapeld op steen rond öm
rondom wat eigenlijk rondom wat
tiid knaagt en sloopt en heeft de tijd
tijd ondergraaft heel stil
heel langzaam maar zeker
en weer hebben we handen nodig
handen die ferm inéénslaandie geven
handen die helen
handen en harten van kleine grote mensen
•een heel leger van herbouwers en behoeders
om meer en zinvoller inhoud te geven
aan een onvervangbaar symbool
de grote ONVOLTOOIDE van Veere
mirja muurling