Uit de oude
almanak
Het Hollandsche volk
is sot op almanacken
1&&6.
-,<-rG
VOOK HET JA Alt
<*-. x:J .vS=,-
Tc ZIERIKZEE, hij
VA\ DE VEI-DE OEIV1ER,
Boek.lmUpr .-ii - Handelaar.
Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied.
In het schrikkeljaar 1836 werd de eerste
Zeeuwsche Volks-Almanak „met eenigen
schroom, maar tevens met eenigen ver
trouwen" aan de landgenoten aangeboden.
Gelderland, Friesland en Overijssel hadden
al een provinciale almanak en de Zeeuwen
wilden niet achterblijven. Waarom zouden
ze ook, er was stof genoeg. „Want", zeiden
de samenstellers in hun voorbericht: „Hoe
veel schoons en belangrijks is er te zeggen
van Middelburg, de hoofdstad van ons ge
west, welks keure, gegeven door den
Roomsch-Koning Willem II, het oudste stuk
in deze taal is; van Zierikzee, van ouds
de zetel der Graven van Zeeland, voor vier
eeuwen een der bloeijendste koopsteden van
de Nederlanden; van Vlissingen, de eerste
stad van het Vaderland, die Spanje af
zwoer, en waarvan niet al!"
Verderop in de almanak zingt A. Ruijsch
te Vlissingen uit volle borst:
'k Zie 't Luctor et Emergo
Schitterend blinken:
God! hoor den eed,
dien eens DE RUITER deed!
Eer zal dit land
in uwen vloed verzinken,
Eer 't Zeeuwse volk
der Vad'ren roem vergeet!
De almanak bestond uit twee afdelingen,
eerst de kalender en dan de hoofdmoot:
het mengelwerk. De kalender was het prak
tische gedeelte en bestond, behalve uit de
werkelijke dagkalender, uit allerlei infor
maties over maanstanden, bevolking, water
getijden, marktdagen, middelen van ver
voer, e.d.
Het mengelwerk was de onderhoudende
afdeling met stukjes proza, gedichten, raad
sels en losse gezegden. Nu en dan een mooi
prentje, zorgzaam afgedekt met een vloei-
papiertje. De artikelen hadden als onder
werp allerlei mogelijke Zeeuwse wetens
waardigheden, zoals: „Lotgevallen van
eenige Zeeuwsche zeelieden", „Het Kapoen
hof onder St. Maartensdijk", „Het voor
malige vrouwenklooster Jerusalem te Biese-
linge", enz., enz.
Het mengelwerk van toen zou men
kunnen vergelijken met het Zeeuws tijd
schrift van nu.
We zullen het hierna hebben over de
afdeling Kalender van de eerste twaalf
Zeeuwse Volks-Almanakken. Wie mocht
denken dat de tabellen en overzichten uit
de kalender alleen maar een dorre opsom
ming zijn van droge feiten, die heeft het
mis. Omdat de gegevens zo tijdgebonden
zijn, zijn ze nu voor ons interessant, en
omdat ze zo beknopt zijn maken ze nieuws
gierig. Zo lezen we dat er in 1835 in Zee
land 1437 huwelijken zijn voltrokken en
dat er zegge en schrijve één echtscheiding
werd uitgesproken. Dat klinkt heel dege
lijk, maar er kwamen dat jaar helaas wel
486 onechte kindertjes ter wereld, en dat
op een totaal van 6042 geboorten. Een
combinatie van huwelijktrouw en losse
zeden? Hoe was de werkelijkheid?
Elke kalender begon eerbiedig met een
opsomming van verjaardagen van het Ko
ninklijk Huis, dat waren er twaalf in 1836.
De rij werd geopend met Anna Paulovna,
Grootvorstin van Rusland, gemalin van
Z.K.H. de Prins van Oranje, geboren op
19 januari 1795.
Om de eerste uitgave van de almanak
extra aantrekkelijk te maken, hebben de
samenstellers bij elke maand van de kalen
der belangrijke feiten uit de Zeeuwse ge
schiedenis vermeld. Dat waren hoofdzake
lijk rampen: aardbevingen, stormen, waters
noden, branden, oorlogsgeweld en overlijden
van godgeleerden. Gemengd nieuws door de
eeuwen heen! We lezen over vier aardbe
vingen, waarvan drie in Zierikzee. Daar
heeft de aarde blijkbaar het meest gebeefd.
Had de Goese godgeleerde B. Smijtegeld
(overleden in 1739) daarvan geweten, dan
had hij zeker in een van zijn beroemde
boete-predicaties een waarschuwende vin
ger opgestoken tegen het volk van Zie
rikzee. Op Schouwen kon het ook hard
waaien, zoals we zien bij de maand
January-, „1555, den 13, hevige storm in
Schouwen waaijen verscheidene molens om".
Veel rampzaliger waren de stormen met
veel dijkbreuken en zware watervloeden,
die in de voor- en najaarsmaanden her
haaldelijk als trieste gebeurtenissen werden
gememoreerd.
Ook oorlogsgeweld werd vaak genoemd.
Bij de maand Mei lezen we: „1485, den 16,
Vlissingen ingenomen door die van Sluis".
Blijkbaar waren „die van Sluis" nogal rauwe
jongens, want 6 jaar later werd „Westkap-
pel door de Sluizenaars beroofd en ver
brand".
Onder de gelovigen was het ook niet
altijd pais en vree. In augustus 1566 rea
geerde de gekwelde Protestanten hun woede
af door een onzalige beeldenstorm in Mid
delburg. Men bleef tegen Rome protesteren,
het aantal Protestanten nam voortdurend
toe, en tenslotte zegevierde het Calvinisme.
In de almanak van 1837 zien we dan ook
bij het lijstje van godsdienstige gezind-
19