De toestand voor 1800.
Oorspronkelijk was Middelburg met het
buitenwater verbonden door het riviertje
dc Arne. Toen deze vaarweg in de 15e eeuw
begon te zerzanden, groef men een haven
kanaal van Middelburg naar de Welzinge,
dat in 1535 geopend werd. Op bijgaande
situatie, die de toestand aangeeft omstreeks
het jaar 1545 staat dit kanaal aangegeven.
De huidige Nieuwiandse weg ligt nog op
de noord-oostelijke oever van het oude ha
venkanaal naar de Welzinge.
Drie eeuwen lang konden de schepen via
deze vaarweg Middelburg bereiken. De even
eens hierbij afgedrukte plaat laat ons de
bedrijvigheid zien, zoals die er heerste in
lang vervlogen tijd.
Tn het begin van de 19e eeuw was als
gevolg van opslibbing en verontdieping de
toestand van het havenkanaal naar de
Welzinge zo ongunstig geworden, dat be
sloten werd een nieuw havenkanaal te
graven van Middelburg naar het Sloe bij
Wulpenburg. Dit nieuwe kanaal werd op
9 augustus 1817 geopend. Het eerst schip
dat het kanaal opvoer was het jacht aan
boord waarvan Koning Willem 1 zich be
vond. Een gedenknaald op het punt waar
de Dwarskaai en de Rouaanse kaai samen
De Middelburgse haven met gedenknaald.
komen houdt de herinnering aan deze ope
ning levendig.
De grote verwachtingen die men van het
nieuwe havenkanaal had, werden niet be
waarheid. Middelburg bleef, omdat een
schutsluis ontbrak, slechts over een tijha
ven beschikken en hoe verder de 19e eeuw
vorderde, hoe groter de behoefte werd,
niet alleen aan een betere verbinding te
water, maar tevens aan een goede verbin
ding te land met Holland en Brabant.
Verlossing uit het isolement.
In het bijzonder ook voor Zeeland was
1860 een belangrijk jaar. Toen kwam nl.
een wet tot stand die de kosten van de
aanleg van spoorwegen voor rekening bracht
van de staat. Ook ten aanzien van bepaal
de scheepvaartkanalen volgde men eenzelfde
gedragslijn. De gebeurtenissen volgden el
kaar daarna in snel tempo op, zoals we
aanstonds zullen zien.
Reeds op 23 december werd een spoor
lijn door Noord-Brabant geopend, met als
eindpunt Bergen op Zoom. Kort daarop
werd van Middelburg uit een stoomboot-
dienst geopend op Bergen op Zoom. Deze
„spoorboot" gaf daar dan aansluiting op de
trein.
Inmiddels namen ook de plannen tot aan
leg van een spoorlijn door Zuid-Beveland
en Walcheren, met als eindpunt Vlissingen,
steeds vastere vormen aan. Aan afdamming
van Kreekrak en Sloe viel niet meer te
ontkomen, nadat men van eerdere plannen
tot overbrugging van deze waterwegen had
afgezien. Van de aan te leggen „Zeeuws
Duitse" spoorlijn had men nog steeds grote
verwachtingen mits tevens in Vlissingen
havens aangelegd werden die wat afmetin
gen, diepte en inrichting betroffen dienden
te voldoen aan de eisen die men toen aan
zeehavens stelde. Toen eenmaal besloten
was het Sloe af te dammen, besloot men
tevens een kanaal door Walcheren aan te
leggen, aan weerszijden te voorzien van
schutsluizen. Dat kanaal zou niet alleen
moeten dienen ter vervanging van de vaar
weg door het, Sloe, maar zou tevens een
verbetering betekenen van de vaarweg naar
Middelburg en zou bovendien de aan te
leggen Vlissingse zeehavens verbinden met
dc Nederlandse binnenwateren en de boven-
rivieren.
Tussen Middelburg en Vlissingen werd het
te graven kanaal ontworpen evenwijdig aan
de aan te leggen spoorlijn. Van Middelburg
naar het Veersegat wilden de ontwerpers
het uit 1817 daterende kanaal naar Wul
penburg volgen. Toen Veere en in het bij
zonder zijn toenmalige burgemeester mr.
Snijder tegen deze plannen in verzet
kwam, werd het oorspronkelijke tracee ten
slotte over een lengte van 3 km omgebogen
naar Veere.
Zowel de haven- als de kanaalplannen
zijn ontworpen en uitgevoerd door de
staatsspoorwegen. Ondanks alles moet het
in hoge mate worden betreurd dat de toen
malige overheid toestond dat de Middel
burgse bolwerken aan de zuidzijde van de
stad werden afgegraven, waarbij tevens de
uit 1639 daterende Vlissingse poort zonder
vorm van proces werd afgebroken. Aan
het gave en fraaie stadsgeheel werd zo
doende onherstelbare schade toegebracht.
Blijkbaar meende men destijds dat deson
danks van de stad nog zoveel moois over
bleef, dat men zich die in onze ogen
onvergeeflijke ingreep, in het economisch
belang van Middelburg wel kon veroorloven.
Ook de Veerse bolwerken vielen gedeel
telijk ten offer aan de aanleg van buiten
haven en sluizen.
6