De Grote Kerk in Veere: zo maar laten? Of niet? Les déUcieuses moules deHollande Gevonden in de „Figaro", oktober 1973 Er zijn mensen wie het meeloopt in hun aardse bestaan: ongeschonden en met nog iets van hun jeugd glijden ze het leven uit. Anderen hebben het van begin-af aan moei lijk; ze krijgen de ene tegenslag na de an dere te verduren, wat hen ook wel aan te zien is. Op veel groter schaal (wat de tijd betreft) gaat het met onze historsche kerkgebouwen niet anders. Den Bosch, Breda, Den Haag, Dordrecht, Gouda, Haarlem, Leiden en hier in de buurt: Aardenburg, Brouwershaven, Goes en Tholen: ze hebben fraaie kerken uit de Gothiek waar weinig rampzaligs mee is gebeurd. Maar er zijn andere monumentale kerken en torens die gesteld dat ze konden spreken zouden getuigen van branden, beleg, kanonnades, 19e-eeuwse „verfraai ingen", gedeeltelijke afbraak om onbekende reden, luchtbombardementen. Ook van: energiek aangepakt herstel met eerbied voor wat (tijdelijk) werd verwoest. Bergen op Zoom (St. Geertruid), Zierikzee (St. Livinus- toren), Rotterdam (St. Laurens), Hulst (St. Willebrordus) en niet te vergeten: Middel burg! De indrukwekkende „Grote Kerk" te Veere oorspronkelijk „Onze Lieve Vrouwe- kerk" heeft in de loop van bijna vijl eeuwen wel héél veel te verduren gehad. Het is haar aan te zien, zoals ze daar aan de (huidige) rand van Veere staat. Onwezenlijk groot kerkmassief in vaal grijs en rood waartegen de wilde wingerd in prachtige herfstkleuren hangt, 'n paar weken maar. Grasveld met bomen eromheen aan de „stille" kant, autoverkeer aan de straatkant. Talloze toeristen beklimmen de torentrappen om het panorama over het zomerse stadje. Weinigen en vrijwel al tijd romantisch aangelegden zwerven op een stormachtige najaarsavond rond de ko los om te luisteren naar windgeluiden. Iedereen is teleurgesteld over het „grote" kerkinterieur en vol bewondering voor het intime „kleine" kerkje van de Ned. Herv. eredienst, dat tegen het dichtgemetselde transept van de „grote kerk" werd ge bouwd. Heel in het kort: In 1479 werd met de bouw begonnen onder Anthonis Keldermans uit Mechelen, die in 1.512 werd opgevolgd door zijn zoon Rombout, toen 52 jaar oud, gestorven in 1531. De Keldermansen, vijf in totaal, heb ben veel gebouwd in Holland en Zeeland. In 1543 werd de omgang van hef koor overwelfd; niet lang daarna werd het koor gedeelte weer afgebroken waarom is niet bekend. Het werd vervangen door een driebeukig aangebouwd hallenkerkje, waar van in 1832 één beuk werd gesloopt (het „kleine" kerkje). Aan de westkant moet de kerk een „overkonstig Portaal" hebben gehad. Zegt Tirion in 1753: „Doch den 25 Mey 1686 is dit verteerd, doordien het geheele Gebouw afbrandde, zodanig dat 'er niets, behalven de zwaare zydmuuren, van over bleef. Dit ongeluk was door onvoorzigtig- heid van de Loodgieters veroorzaakt. Niet temin werdt de Kerk, door eene schielyke herbouwing, weder in dien staat gebragt. waarin men dezelve nog tegenwoordig ziet. zoo dat 'er reeds den 4 Juny 1688 op nieuws in gepredikt werd." Wat moet de Grote Kerk van Veere in de achttiende eeuw prachtig zijn geweest! Nog even halen we Tirion aan: ,,'t Is een treffelyk Gebouw van harden witten Arduinsteen, van binnen wederzijds met konstige Gallerven en fraaie Steenen Gewelven, rustende op veertien heele en achttien halve Kolommen van Hardsteen, waartusschen zestien Kapellen zijn, aan el ke zijde agt. Vier rond opgaande Wenteltrappen, van witten Arduynsteen, zyn er in hetzelve: twee aan den Tooren, en twee aan hel Oosteinde van de Kerk, elk van honderd zevenenveertig Trappen. Zy wordt van ronds- omme door groote Glasramen verligt, en heeft twee honderd en vier voeten, zijnde honderd en twintig Voeten breed, en van den grond af hoog honderd en zeventien Voeten. De Wandelkerk is honderd en tagtig Voeten lang. Drie ingangen zyn 'er; een aan de Noord- zyde bij de Kapellestraat; een aan de Zuid- zyde in de lange Oudstraat; en een aan de Westzijde aan den Voet van den Tooren. Over dezen laatsten Ingang is van buiten, onder de Gallery, een konstige Boog, ook van witten Arduinsteen, met Lysten ge werkt, van vooren breed dertig Voeten, van agteren vijftien Voeten, en elf Voeten diep. Deeze Boog, benevens het Gebouw van de Kerk, hier boven beschreeven, werden oud tijds tyds, als een proefstuk der Bouwkunde, van veelen met verwondering beschouwd. De Tooren van deeze Kerk is vierkant, van witten Arduinsteen gebouwd, en rust op vier pilaren, doch het Steenwerk heeft maar een derde van de hoogte die het, in dien de Tooren voltooid ware, gehad zou hebben. Hy is een zeventig voeten dik, en met zijn Houten Kapwerk twee honderd twee en twintig Voeten hoog. Daar hangen twee Klokken in, die alleen dienen om 'er mede te luiden." Zware stormschade en een bombardement door de Engelsen in 1809 deden het kerk gebouw veel afbreuk. In de jaren 1811 tot 1813 werd het door de bezettende Fransen omgebouwd tot hospitaal. De oorspronke lijke grote ramen werden dichtgemetseld met bakstenen en vervangen door recht hoekige of halfrond gesloten vensters die sindsdien zijn blijven zitten. Het hele gebouw werd door twee inge brachte vloeren in verdiepingen opgedeeld. Die vloeren zijn er nu uit; hun sporen zijn in de muren te zien. De kapitelen (boven stukken) van de zuilen die middenschip en zijbeuken scheiden hebben het zgn. kool- bladmotief. Op de begane grond vindt men weinig meer dan door voetstappen hard ge worden aarde. Tijdens de herdenking van het ontzet van Veere in '72 en ook bij repetities van de Harmonievereniging is gebleken dat de akoestiek voortreffelijk is. De Zeeuwse klei draagt het zware gebouw al vijf eeuwen zonder verzakkingen. Moet die soliede, massieve en in zovele opzichten imponerende kerk tot in lengte van dagen blijven staan zoals ze nu daar staat: met dichtgemetselde boogramen en zonder stenen vloer? Als opslagplaats en re petitielokaal? In dat uniek-mooie Veere, exponent van de wil om te behouden en te restaureren wat de eeuwen hebben achtergelaten? Na de grote brand van 1686 („zarken, steenen, pylaren barstten, en 't woedend vuur spaarde niets; de vernielende brand (heeft) dat schoon gebouw in assche gelegt, en niets overgelaten dan zijdmuuren en stollen" (Gargon, 1715) werd „schielyk her bouwd" en konden twee jaar later weer diensten worden gehouden! Moet nu, in de zeventiger jaren van deze twintigste, technologische en welvarende eeuw waarin toeristisch, technisch en anderszins Zeeland flink meespeelt in dat kleine Nederland, zó'n historisch ge bouw daar zó blijven staan? Moet het over enige jaren zó z'n tweede halfduizend jaren beginnen? Van Schaick Zillesen. Paricul ou on les sert, on reconnait leur qualite, et on aime leur bon goüt. Pourquoi? Paree que cesmoules sont parquées dans une eau trés pure, sous Ie controle permanent et ngoureux de l'lnstitut Nêerlandais Pour Les Recherches Concernant La Pêche. C'est pourcela que les moules de Hollande sont si bonnes. Dit als opwekking mede voor de inkopende huisvrouw om dit banket van Zeeland op tafel te laten verschijnen. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1973 | | pagina 17