De ruitersport: Een volkssport Gooi geen verf in de gootsteen, of een oude radio in de plomp Het is al weer enige tijd geleden dat ik in het Paardcnhoekje een bijdrage heb ge geven over het ruiter wel en wee in onze provincie. De ruiters hebben dit jaar over het algemeen een druk wedstrijdseizoen achter de rug, dat na nog enkele cross- country's vrijwel als beëindigd kan worden beschouwd. Het weer heeft ons dit jaar niet in de steek gelaten, zodat naast een voor ieder evenement zeer behoorlijke bezetting van de deelnemerslijst, een verheugende toename van de publieke belangstelling kon worden vastgesteld. De organisatoren van hippische feesten hebben het desondanks toch moei lijk de financiële eindjes aan elkaar te knopen. Wil men in deze tot een oplossing komen, dan zou men een eind moeten ma ken aan het aanvragen van subsidies en gebedel bij leveranciers (die geen nee dur ven zeggen en veelal met tegenzin moeten geven) maar een garantiefonds moeten stichten waaruit de tekorten kunnen wor den bestreden welke door onvoorziene om standigheden, bijv. slecht weer, zijn ont staan. Mijns inziens is het ook juister deze weg te bewandelen, want daardoor wordt enerzijds voorkomen dat bij gunstige om standigheden winsten worden geboekt ten koste van de subsidiegevers terwijl ander zijds kan worden voorkomen dat organi serende verenigingen in financiële nood situaties komen te verkeren. Meer en meer kwam in dit jaar het rui- tertoerisme naar voren d.w.z. het rijden te paard als een aktieve vorm van recreatie (dus niet de wedstrijdsport). Dit toene mende aantal ruiters wordt echter gelijk tijdig geconfronteerd met afnemende mo gelijkheden om hun recreatiesport in de openlucht te bedrijven o.a. door de ruilver kavelingen, aanleg van autowegen, indus trialisatie, e.d. Het blijkt dus zaak de over heid van de noodzakelijkheid van ruiter paden, waar mogelijk, in te lichten. Gelukkig hebben nog velen dit jaar kun nen genieten van de wandelritten rondom het Veerse meer en het duingebied in Wal cheren, welke verzorgd werden door de maneges te Serooskerke. Oostkapelle en Kortgene. Hoogtepunten in het afgelopen seizoen waren de Zeeuwse Dag van het Paard op de Ruiterplaat, het bijzonder goed ver zorgd concours van de burgerrijvereniging „Sé-Ros" te Serooskerke, waar men Neder landse topruiters aan het werk kon zien, de provinciale kampioenschappen van de landelijke ruiters op paarden en pony's resp. te Axel en Renesse, alsmede het concours te Vlissingen met medewerking van de ruiterver. „De Scheldestad". Van propa gandistische waarde waren de demonstraties van de landelijke rijverenigingen. ponyclubs en de rijvereniging „Sé-Ros" in de badplaat sen op Walcheren. De belangstelling was enorm. De zo langzamerhand tot volkssport uit groeiende ruitersport verheugt zich in een nog steeds groeiend aantal beoefenaars die vooral onder de jeugd te vinden zijn, zodat de toekomst met vertrouwen kan worden tegemoet gezien (immers „wie de jeugd heeft, heeft de toekomst"), maar tevens stelt deze groei de rijverenigingen en de ma neges voor grote problemen voor wat be treft de begeleiding met een degelijke in- strukde. Maneges en rijverenigingen rijzen als pad destoelen uit de grond, echter indien zij starten zonder behoorlijk geschoolde in- strukteurs doen zij meer kwaad dan goed. Het tekort aan instrukteurs is geen pro vinciaal maar een landelijk probleem waar voor de overkoepelende ruiterfederatie nog Visserij-biologen en chemici maken zich grote zorgen over het toenemend milieu bederf door p.c.b.'s. Dat zijn polygechlo- reerde bifenylen, die in vele lijmsoorten, verf. weekmakers, condensatoren, transfor matoren en andere elektronische apparatuur zitten. De ruim 1 miljoen sportvissers en andere vaderlanders doen er dus goed aan uiterst omzichtig om te springen mei restjes verf, die zomaar in de riolen worden ge spoeld. Dr. Hagel, een deskundige van het RIVO meent zelfs, dat het aanbeveling ver dient tot een extra maatregel te komen om de vervuiling door p.b.c.'s via de afgedankte radio's, televisie-apparatuur enz. te voor komen. Het zou al een hele winst zijn als oude condensatoren, transformatoren, enz. uit de afgedankte apparatuur werden ge sloopt en een speciale verwerking als af valstof in de gemcentereinigings- en ophaal diensten kregen. Het is van het grootste belang, als ook erg voorzichtig wordt omge sprongen met het landbouwvergif, lege verf potten (met restjes) enz. die meestal wor den leeggespoeld in de gootsteen. Doe dat niet. Het spul komt in het toch al zwaar be laste oppervlaktewater en ook de afvalwater- reinigingsinstallaties worden onnodig belast. Volgens dr. Hagel neemt de waarde van de percentages pcb in het water snel toe. Het wordt de hoogste tijd om deze zaak een halt toe te roepen. Er is meer om zorg over te hebben dan de zware metalen kwik, cadmium en lood in het oppervlakte- steeds geen oplossing heeft kunnen geven. Naar mijn mening hebben wij in Neder land behoefte aan één nationale ruiterorga- nisatie waarbij aan zoveel mogelijk men sen de kans wordt geboden de vele facetten van de ruitersport optimaal te kunnen ge nieten. met een deskundig opgeleid in- struktieapparaat, met één wedstrijdregle ment, één promotie- en degradatieregeling en een goed opgebouwd wedstrijdwezen met een krachtig begeleidend jurycorps. L. Kooistra, dir. Zeeuwse Dag van het Paard. water. Voor Nederland zou een norm van 5 mg pcb per kilo visgewicht al een be trouwbare gezondheidsnorm zijn. Voor de visconsumptie is de norm in Japan veel strenger. Maar daar wordt ook een veel voud van de vis gegeten. Er is al een aantal bedrijfstakken, die de verwerking van de pcb's tot een minimum beperkt hebben. Maar dr. Hagel heeft aanwijzingen, dat er toch alternatieven worden gebruikt, die ons in feite van de regen in de drup brengen. Ook in de elektronische industrie worden vele van deze milieu-vijandige stoffen ge bruikt. En dat kan niet gestopt worden zonder zeer ingrijpende veranderingen in de energievoorziening en de bouw van ap paraten. De vuile Rijn. Onderzoek van RIVO en andere instituten heeft aangetoond, dat er ondanks belang rijke verschuivingen in het verbruikspatroon van zware metalen nog weinig of geen ver betering komt in de hoeveelheid lood, cad mium en kwik in de Rijn en de Maas. Dr. Hagel meent oprecht dat er veel te veel gepraat en beloofd en te weinig aan effec tieve bestrijdingsmethoden en harde sanc ties op het vergiftigen van het belangrijkste oppervlaktewater van Europa gedaan wordt. Het is een schande hoe slecht de kwaliteit van het Rijnwater in 1972 en 1973 is geweest. Cor van Heugten. Zo liggen de Zeeuwse maneges in het land verscholen. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1973 | | pagina 23