„Zuid".
Goes-Zuid begon te groeien. De nieuw
bouw rijde zich aaneen, in eengezins
huizen, lage flatbouw. Vier torenflats kwa
men er van de grond. „Mensensilo's"
noemde de toenmalige wethouder voor
volkshuisvesting dr. E. J. Prins eens dit
soort „woon"-torens. Als het aan hem lag,
zou dergelijke ontmenselijkte bouw in Goes
niet meer plaats vinden. Goes heeft zich
hieraan lange tijd gehouden.
Doordat de torenflats ver uit elkaai
stonden, en nogal slank van type waren,
viel het landschappelijk nogal mee. Goes-
Zuid werd wel een aardige wijk met veel
ruimte, vijvers en veel groen. Weliswaar
werd het Goese silhouet verder aangetast,
maar ook uit de verte bleef Goes nog wei
een aantrekkelijke stad.
Onder de televisietoren groeide Goes-
Noord: eengezinswoningen gebouwd rond
„hoven". Zo te zien een moderne, maar
toch intieme wijk, die zelfs wel min of
meer harmonieerde met de oude zeedijk van
het Schenge in de verte, en de moderne,
maar toch in aangepaste stijl gebouwde
agrarische handelsbedrijven bij de kruising
van de provinciale weg naar de Zeeland-
brug met de oude rijksweg 58.
„Puist".
Het leek er op dat in Goes moderne ver
stedelijking en landelijke rust ook in het
stedebouwkundig uiterlijk hand in hand
zouden kunnen gaan. Maar die illusie is
inmiddels wreed verstoord. Een plompe
steenkolos van minstens tien verdiepingen
hoog, perst zich vanuit de intieme wijk,
die de Goese Polder had kunnen worden,
cmhoog.
„Htimanitas" laat hier een service
flat" verrijzen, die met zijn grove contouren
het fraaie Bevelandse polderlandschap rond
Goes tot kilometers in de omtrek verpest,
en in zijn onmiddellijke omgeving de tot
nu toe in menselijke demensies gehouden
patronen van de wijk op in-humane wijze
ruïneert. Deze „puist" ontsiert het lieve
gelaat van Goes. Want Goes was „lief" en
is nog een lieve plaats om te leven, te
wonen. Ook in de Valckeslot-wijk bijvoor
beeld. Daar heeft gevarieerde bouw plaats
gevonden. De beide daar gesitueerde ver
pleeg- en ziekenhuizen „Bergzicht" en „Ter
Yalcke" zijn ook hoog, dat wel. maar hun
lijnen domineren niet op hinderlijke wijze.
Veel groen en bomen in de omtrek geven
sfeer. Hier en daar heeft de gemeentelijke
plantsoenendienst oude bomen laten staan,
heel kleine stukjes oud landschap gehand
haafd, wat een harmonieuze indruk
maakt.
„Markt".
Gees was, en is nog goed om te wonen.
De veel omstreden binnenstad heeft nog
haar eigen karakter, het marktplein door
de tijd ook gedegradeerd tot parkeer
plaats heeft nog stijl. Het in ver ge
vorderde staat van restauratie zijnde stad
huis blijft bekoren door zijn strakke en
fraaie rococo-tierlantijenen. Het dateert uit
de vijftiende eeuw, werd vernieuwd in de
18e eeuw. Het herbergt behalve de nog
niet in gebruik zijnde raadzaal met het
..Alziend Oog" in het plafond, in de kel
der ook een restaurant, waar men er best
„eentje mag pakken", als men het Oog
boven maar niet vergeet!
Goes heeft trouwens heel wat gelegen
heden om er een paar te pakken. De heel
deftige oude Korenbeurs op de Grote
Markt, en tal van andere lokalen zowel
op de markt als in kleinere en grotere
straatjes, waar men op gezette tijden,
staande aan de toog van een bruin cafétje
met de Gocsenaar een babbeltje kan ma
ken.. Op twee voorwaarden: U moet het
Goese dialect voor lief nemen, en de Goese-
naar niet „beleren", want daar heeft hij
het land aan
Alvorens u van plan bent uw honger te
stillen of dorst te lessen, gaat u toch eerst
wat wandelen in Goes. Ook als het er
druk is en dat is het vooral op dinsdag
en zaterdag, marktdagen is er nog
ruimte genoeg.
Want de 100.000 inwoners, die van grote
getallen bezeten breinen eens voor de ge
meente Goes hebben „gepland", zijn er nog
lang niet, en zullen er ook wel niet komen.
Na de gemeentelijke herindeling van 1970
haalde Goes met de erbij „gekregen" zes
dorpen de 24.000 inwoners.
Ga dus wandelen in en rond Goes. De
Foto Wim Riemens, Middelburg
24
Zó is Goes ook nu nog.