Sheltertje, caravan, tweede woning De huidige aanblik van de westhoek van Schouwen waarin de bungalows of tweede woningen als paddestoelen uit de grond rijzen is in de laatste 40 jaar wel drastisch aan het veranderen. Nemen we deze zelfde Westhoek eens even in onze gedachten rond 1925 en we moeten dan constateren dat alles er heel anders uitzag. Langs de duin rand hadden de z.g. ..duinboeren" hun boer derijtjes waarin de rogge als produkt num mer één werd verbouwd met nog wel an dere gewassen waar we tegenwoordig niets meer van horen zoals wikke, lucerne en niet te vergeten de Oost-Indische kers die het juist op deze zanderige bodem zo uit stekend deed. Over zandpaden waren deze boerderijen te bereiken en er was zelfs nog geen weg naar de vuurtoren, wel een wan delweg, het „Torenpadje" genaamd. Toch bereikten velen en dat waren mensen uit de Westhoek zelf met aanvulling uit Zierik- zee e.o.. het strand waar nog met een kar retje op fietswielen met ijsco (prijs 5 cent!!) werd geleurd. Alleen al de voorbereidingen om het in Zierikzee vervaardigde ijs naar het strand te krijgen in vriestoestand waren zeer groot in de tijd van petroleum en kolen en bijna nog geen elektriciteit. En dan plotseling wordt er een huis ge bouwd. notabene in de duinen. Weldra ge volgd door nog één. Het waren kapitaal krachtige mensen uit Zierikzee die zich de man waren hier wel de eersten gevolgd door een Rotterdamse, die de naam Stoon droeg en een eindie van het duingebied af bouwden. Deze laatste familie betrekt nog steeds grote delen van het jaar hun zomer huis. Hun voorbeeld werd gevolgd door anderen die er wel iets in zagen om er des zomers in de toen nog maar korte vakan ties te vertoeven. Een groot toneelspeler, Cor v. d. Lugt Melsert bouwde daar even eens zijn zomerpaleis „Zonnehoek" genaamd om zich tesamen met de bekende actrice Annie v. Ees terug te trekken en zich voor te bereiden op nieuwe rollen, want beiden speelden voor het Rotterdams Hofstad To neel. Een kunstschilder, Dingemanse ge naamd trok zich eveneens terug in het duin gebied en verdiende zijn brood met het schilderen van landschappen uit de fraaie Westhoek. Helaas werden al deze huizen op een paar na door de Duitse bezetters tot de grond toe afgebroken en slechts enkele huizen werden later herbouwd. De „Houtsnip" van de fa- luxe konden permiteren om er nog een, toen nog een „Duinhuis" bij te bouwen. De families Ribbens, Doeleman en Gelder- milie Gelderman cn het huis van de familie Stoon werden gespaard en sieren nog de Westschouwse omgeving. Ook het duinge bied van Renesse trok en hier werden ook wat huizen neergezet. Met zijn allen en dat waren er misschien een kleine twintig, waren dit de voorlopers van de nu zo be kend geworden tweede woningen, waarvan er zich nu in de Westhoek van Schouwen, schrikt u niet. 1560 zijn neergezet. Hierbij zijn wel inbegrepen de bungalowparken zo als die er enkele te vinden zijn en nog in aantal toenemen. Mogelijk dat deze wo ningen voor een goede 50.000,gekocht kunnen worden op dergelijke terreinen. Daar tegenover vindt men op andere plaatsen momenteel „paleizen" zoals in de Greve- lingen- en Oosterscheldelaan te Haamstede en in de Oosterbanweg te Renesse die 250.000,— en soms nog meer kosten. De bouwondernemers, vroeger „metselaars en timmerlieden" genaamd varen er wel bij, dat is te begrijpen. Ja, cn wie zijn nu die bewoners van al die fraaie huizen. We moeten dan weer even terug in de historie en wel naar de tijd dat er op een mooie zomerdag eens iemand aan de deur klopte van zo'n duinboerde rijtje. De bewoners keken dan vreemd op want de persoon was getooid in een korte manchesterbroek en had een ransel op zijn rug waaraan een „Primus"-gasstel bungelde naast een schop met korte steel. Die man kreeg dan toestemming en zette ergens in het lover zijn tentje neer en genoot. Na af loop betaalde hij een paar gulden en ver trok per fiets of met de tram. Een volgend jaar kwamen er weer van die „kampeer ders" en zochten dezelfde boerderij op en op die manier werd hun aantal groter, zodat de boer maatregels ging nemen om de men sen uit de stad aan een plekje te helpen. Er werd wat houtgewas gerooid en de aldus verkregen „meetjes" stonden des zomers vol met tentjes. Toen de tent te klein werd en er toch ook hele families moesten kunnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1974 | | pagina 27