Winter op Walcheren commande", laat-middeleeuvvse haardste- nen. Romeinse monumenten uit de Ooster- schelde, of "terra sigillata". Die plexiglas kubussen en die spanningsrails, die spot lights en dat eigentijdse bordes, ze storen niet meer. Ze helpen, zoals de elektronika je thuis de muziek van Vivaldi, Telemann en Schubert doet horen. Lopend door die zalen waar alles volop ruimte om-zich-heen heeft kom je aangrijpend-mooie dingen te gen en kijk je honderden, dikwijls duizenden jaren terug. De Abdijgebouwen op zich heb ben een historie waarop men jarenlang kan studeren. Elk tijdvak in het verleden is voor ons, vandaag, een legpuzzel waaraan een heleboel stukjes ontbreken, net als aan die mam- Zo maar een decembermiddag Weet je wat, ik ga 'ns bij m'n boot kijken. Je vindt de kajuitboot nog nat van de morgendauw, glinsterend in het twaalfuur- zonnetje. Kijk, nou ga ik die eerst eens schoonmaken: werken met zeem en spons en dweil. Maar je ziet direct resultaat, in je dagelijkse werk is dat niet zozeer het geval. Diepe kniebuigingen, rug strekken als je de grote fok aan het voorstag rijgt, terug over het kajuitdekje om fokschoten te halen; touwen opschieten, kraanlijn los, meertouwtjes los, nu vlug aan je roer. De dunne zuidenwind doet het dacron ritselen als de boot de verlaten jachthaven lang zaam uitstevent. Bleek winterzonnetje een vuist hoog boven dijk, kale populierenstam metjes en kale mastjes. Op 'n paal een mantelmeeuw die argwanend achteromkijkt: witte dikke kop met zwart oog, gele haak- snavel, leizwart op de rug, mooie slagpen nen met witte blokjes. Vliegt als 't "te link" wordt met plm. drie slagen per seconde weg; vlucht zeker een meter. Het is weken geleden dat ik zeilde; dan concentreer je de gedachten helemaal op wind, zeilen, koers, gang van de boot. Nie mand op 't water behalve de palingvisser. Loeven bij 'n ruimend vlaggje, gcnuafok precies vol-houden. dan krijgt de boot er zelf ook aardigheid in. Over stuurboord de wijde staalblauw gerimpelde watervlakte op, deze uitgelezen dag nu de stormen en regens van november voltooid verleden tijd zijn. Oploper, 'n motorschip met bieten in driehoekige bergen. L 85 m, B 10 m staat op de "den", geen kleintje dus: armzwaai als wederzijdse groet. Drukdoende helikop ter maalt voorbij, oranje draailicht onder de buik; zelfde draailicht op bulldozer die opgespoten zand netjes uitspreidt met veel gegrom. Geuren van modder, roestig ijzer en dieselmotoren bij de zandzuiger die drij vende leiding volperst en 'n strandje breit aan een der eilanden. Grijs-met-grijs werk- motorbootje op weg naar zwart-met-grijze bakkenzuiger, groet van schipper in overall: er ligt 'n leeg zandschip op je te wachten roeo ik nog; hij grijnst, steekt de hand op. Zwarte vlet met geel stuurhutje van Rijks waterstaat, 'n groet. Palingvisser met voor schoot aan, nogmaals voorbij, nog 'n groet. Geweerschoten van de eendenjager, con sternatie onder de wilde eenden dichtbij. Nooit ben je helemaal alleen op het meer. In de kajuit m'n spirituskoker aan 't werk gezet, oploskoffie, melkpoeder, suiker. moet tussen z'n staaldraden. Zodra je als leek meent iets te gaan begrijpen van de historie, van de kunst van vroeger, van de leefgewoonten, van de levensom standigheden ook, dan merk je dat je direct geconfronteerd wordt met hele reeksen nieuwe raadsels, zóveel dat je er maar beter het zwijgen toe doet. Het Zeeuws Museum te Middelburg om- soant de tijd tussen de vuistbijl en de velo- cipee. Er hangt ook een bord met een Chi nese spreuk: "Als de mensen alleen maar praatten over de dingen die ze begrijpen, zou er weldra een grote stilte neerdalen over de wereld." S. mok en lepeltje opgezocht, jerrycan water, fluitketel: het is me 't huishoudinkje wel. Ik tel 26 handelingen vóór ik 'n slok hete koffie kan nemen, houd water aan 't zingen voor 'n tweede mok. Koffie is 'n zegen op 't water; hier in dat koude windje zei lend met twee truien, dubbele sokken, twee windjacks, en handschoenen aan. Grote troep zwart/witte eendjes vooruit, kleiner dan wilde eend: dat moeten topper eendjes zijn. Ze laten mij dichtbij komen: dan slaat er écn alarm, alles de lucht in. wervelende kruisjes tegen de bleke hemel, gejaagd piepende vleugelslag, meetkundig zuivere zwenking rond m'n boot; brede balletgroep, dan neerstrijkend in één lange trein: volmaakt! Troep spreeuwen, wat later: ordeloze en slordige bende maar ze hebben ïlüjd plezier onder elkaar. Rytmisch-lrage soepele vleugelslag van twee wilde zwanen vlak boven 't water voor mij. Ze strijken zonder haast neer op 'n stuk water waar ze met hun lange nekken de grond kunnen afsnavelen, en waar ik niet kan varen. Weten ze best, ze gunnen mij geen blik waard, m'n boot (super polyester zwaan zonder kop) ook niet. Doodstille reigers in luwte van rietbosjes aan de hoge wal: zinkgrijs met wit-en-zwarte vleugeltoppcn, hebben ze iets kouwelijks over zich. Grijs gestippelde vogels op de modderoever: hoge rode poten, rode snavel, verder veel wit: zenuwachtig, luidruchtig, bedrijvig. Tju-tu-du. Tjuudeluut, andere fluittonen in de lucht: tureluurs bij dozij nen. Grote troep meerkoeten slaat watertrap pend en vleugelpetsend op de vlucht; dikke zwarte vogels, uitplanerend honderd meter verder. Langs de wal zwemmen ze gelijk met de boot op, veel jonge vogels erbij: slechte vliegers, moeizaam lopend op 't land, maar duiken als de beste. Wilde eenden: verreweg de mooiste kleu renschema's met metaalgroen, olijfgroen, gespikkeld bruin, veel wit, een toetsje don kerpaars. Altijd woerd en eendje bij elkaar. Futenparen met al grote jongen van dit jaar, de jongste nog wit-en-zwart gestreept, parmantig duikend al; ze komen boven, bliksemsnel even omkijken waar-ie blijft, meteen weer wegzwemmen in heel andere richting. Futen zijn solitairen, de troep is niets voor hen. Winterkleed. vele vogels an ders dan in de zomer. Goed idee, die pris makijker mee te nemen. Later gezeild over ondiepte midden op het meer; dat kan met 65 cm diepgang. Het water is helder, de zon staat laag en er is maar een zwak boeggolfje. Onderwa terlandschap met grijzig zand, donkere plek ken wier, zandbergjes met telkens twee gaatjes vlak naast elkaar. Sommige met over elkaar gestrengelde slierten lichtgrijze modderspaghetti; dan weer lege witte schel pen, mossels soms met een heel stel op elkaar. Scholen groenzwarte visjes, alle met één koers. Krab scharrelt schuinsweg, zowaar heeft-ie 'n heel klein stukje zilver papier vast. Nog een krab met goeie schut kleur. Boot kent haar koers, zeilt langzaam voort terwijl ik overboord hang en in de diepten tuur. Buiten de blezen wordt het dieper, dan komt ondoorgrondelijk groen grijs; afgelopen. Je let nauwelijks meer op boot en zeilen, stuurt haast automatisch 'n lijn over staal blauw water waar 't stadje een uitgestrekte luwte geeft. Uurslag van de bes-klok in het stadhuistorentje na 't deuntje. En dan... o wonder... iemand begint het carillon te bespelen, bciaardklanken over verstild water. Een lied met variaties... een vleugje Mo zart... 'n moeilijke étude... we wachten sa men op de halfuurslag: de beiaardier in de 15e-eeuwse toren onder de klokken, wij in ons 1973-zciljachtje dicht onder de wal. Daar is-ie weer... 'n volksdansje... "n wee moedig lied... 'n adagio met klokketrillers... wat toonladders... 'n psalmbewerking... schootblok rammelt op de overloop, stil loch, boot! In het stille stadje gaan enkele mensen over straat. Beiaardier daalt nu de steile trappen af; ragfijne nevel stijgt lichtend op uit het water... zowaar nog 'n laatste vlaagje. Een kwartier peddelen naar de haven ingang... daar is niemand meer... zeiltjes opdoeken... meertouwen vast... kajuit op slot... tas mee... nog 'n kwartier fietsen... wat een prachtige dag. S. TECHNISCHE BIBLIOTHEEK ZEELAND EDISONWEG 4 VUSSINGEN 8.00 -17.00 uur en vrijdagavond 19.00 - 21.00 uur. 01184 via N.V. Kon. Mij. "De Schelde" 5555 via Hogere Technische School 5010 01 ISO antwoordapparaat via Prov. Biblio theek Middelburg 8055 Telex via N.V. Kon. Mij. „De Schelde" 55115 via Prov. Bibliotheek Middelburg 55280. Op het moment dat we dit schrijven ziet het er voor de recreatie niet zo rooskleurig uit. We zullen al onze vindingrijkheid aan de dag moeten leggen om er iets van te maken. Enerzijds is het jammer, dat wc een deel van onze verworvenheden, vooral de auto en de hulpmotor niet zo veel kun nen gebruiken. We zullen meer afhankelijk worden van de natuurkrachten. Als we dat niet willen, dan zullen we anderzijds letterlijk moeten roeien met de riemen die we hebben. Waar we nu vooral misschien de tijd voor gaan krijgen is ons te verdiepen in 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1974 | | pagina 22