Binnenkort beslissing over de Oosterschelde
één van de weinige Nederlandse planten
die bloeien vóórdat het blad van de plant
boven de grond komt. Wanneer u de bloe
men goed bekijkt zult u daarin veelal een
aantal zwarte stipjes aantreffen, het oetreft
hier geen vuil, maar minuscuul kleine ke
vertjes, die zich te goed doen aan het
stuifmeel in de bloem.
Zij behoren tot het geslacht Meligethes
en worden ook wel stuifmeelkevertjes ge
noemd. U zult deze beestjes op veel bloei
ende planten aantreffen, wat echter niet
wil zeggen dat het allemaal dezelfde zijn.
Met het blote oog lijken ze allemaal op
elkaar, maar naar gelang de plantensoort
kunnen zij verschillen, vaak heeft iedere
soort nl. z'n eigen specifieke plantensoort
wiens bloemen worden bezocht.
Bij een volkomen ander dier nl. een nacht
vlinder of uil is ook sprake van (k)planten-
binding, deze leeft uitsluitend op het reeds
eerder genoemde Groot Hoefblad. De vlinder
heeft in augustus van het vorige jaar de
eitjes op de grond onder de planten gelegd.
De jonge rupsjes komen uit het ei wanneer
de plant in het voorjaar op bloeien staat,
ei en plant reageren dus op dezelfde om
standigheden, anders kunnen zij nooit pre
cies gelijk uitkomen. De jonge rupsen heb
ben voor een goede ontwikkeling de bloei-
stengels van de plant nodig, bij het op de
wereld komen bijten ze zich dan ook on
middellijk naar de binnenzijde van deze
holle stengel. Zij doen zich daar tegoed
tot dat de stengel verrot is en verhuizen
dan naar de wortels van de plant om daar
Verwacht mag worden, dat half maart
de Commissie Klaasesz het definitieve ad
vies over de Oosterschelde-kwestie aan de
regering zal uitbrengen.
Op 18, 19 en 20 januari kwam de zeven
koppige commissie onder voorzitterschap
van mr. Klaasesz in een soort "retraite"
bijeen, om de grote lijnen van dit hopelijk
unanieme advies uit te brengen. De beslis
sing en de politieke en financiële vertaling
van dat advies is aan het parlement en
regering.
Zelden in de waterstaatkundige wereldge
schiedenis is er zo'n belangrijke beslissing
gevallen. De toekomstige recreatiekansen
van enkele miljoenen West-Europeanen en
minstens een half miljoen zeehengelaars
uit Nederland en België hebben op dit
volwassen te werden en in augustus weer
een vlinder te leveren.
Een object waar iedere voorjaarswan
delaar "warm" voor loopt, zijn de wilgen
katjes, hierin staat hij echter niet alleen:
tal van insektensoorten vergezellen hem
hierbij, om het zomaar eens te zeggen.
De wilg is gastheer voor zeer veel insek
tensoorten; zijn katjes, blad en hout wor
den door de larven van deze dieren ge
consumeerd. Tevens biedt de knotwilg een
goede schuilplaats voor overwinterende
insekten. Maar ook de zogenaamde holen-
broeders onder de vogels maken een dank
baar gebruik van de hun geboden ruimte
en nestelen in de kop. Juist onder deze
vogels treffen we soorten zoals steenuil,
ransuil, mezen en het prachtige gekraagde
roodstaartje aan, die nagenoeg uitsluitend
op deze knotwilgen zijn aangewezen, omdat
elders over het algemeen goede nestgele
genheid ontbreekt.
Daarom is het bijzonder jammer, dat
juist in deze tijd zoveel knotwilgen te
gronde gaan, omdat ze hun functie als
geriefhout-leverancier voor de boer hebben
verloren. We kunnen en zullen ze tevens
als waardevol landschapselement node mis
sen.
Het is moeilijk om alle insekten, die op
één of andere manier van de wilg in het
algemeen gebruik maken op te gaan noe
men. Het zou nl. een lange rij wetenschap
pelijke namen worden die alleen insiders
aanspreekt: u moet maar van mij aannemen,
dat gedacht moet worden aan zo'n 200
soorten, dat is dan een gemiddelde.
Wanneer de wilgenkatjes bloeien, ze zien
dan geel, worden ze door allerlei insekten
bezocht, dagvlinders, hommels, bijen, zweef
vliegen en kevers, deze op hun beurt trek
ken weer roofvliegen aan, het is één be
drijvige massa van af en aan vliegende
dieren. Als u een bloeiende wilgenstruik
in de buurt van uw huis heeft staan, moet
u beslist op een windstille avond met een
zaklantaarn gaan kijken, u zult bemerken,
dat de dagbezoekers zijn verdwenen en
hebben plaats gemaakt voor allerlei nacht
vlindersoorten, die ook hun "graantje mee
komen pikken".
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik
kan me welcens ergeren aan van die geheel
kaal geplukte, langs de weg staande wilgen
struiken. Waar de takken met de katjes
zijn gebleven, is niet moeilijk te raden
Behalve dat het ethisch minder fraai is,
weet u nu ook dat die bloeiwijzen niet
alleen groeien omdat wij ze mooi vinden;
zii hebben zoals vrijwel alle dingen in de
natuur een duidelijke functie
Tipgever.
ogenblik belang bij de uitslag van dit
nationale forum. Voorop gesteld natuurlijk,
dat het Deltaplan in de eerste plaats be
doeld is om een aanvaardbare mate van
veiligheid aan de bevolking van zuid-west
Nederland te garanderen.
Dat is ook de reden, dat na de laatste
stormvloed van vrijdag 14 december ook
de Commissie Klaasesz op het standpunt
staat, dat er hoe dan ook, de nodige vei
ligheidsmaatregelen moeten worden geno
men. Het sterke oplopen van het storm
vloedwater richting Volkerakdam rond Tho-
len en West-Brabant, is weer een zaak
gebleken, die de hoogste aandacht en voor
zorg vraagt. Rijkswaterstaat heeft al bere
kend, dat bij een iets vroegere orkaankracht
van de storm van 14 december de opstu
wing van het water via Keeten-Mastgat
en Zijpe zeker 20 tot 50 cm hoger zou zijn
geweest dan in 1953.
De laatste stormvloed heeft de geneigd
heid om de Oosterschelde zo snel mogelijk
af te sluiten beslist groter gemaakt. Dat
betekent echt nog niet dat het advies ook
als zodanig zal luiden. Er zijn diverse alter
natieven mogelijk, die de studiecommissie
Klaasesz gaat voorleggen. Maar ook de
commissie wil aan die veiligheid niet ge
tornd zien, al spreekt de commissie niet
meer van een optimale veiligheid, maar
van redelijke en aanvaardbare veiligheid-
garanties.
De beslissingen over de Oosterschelde
zijn ook van het grootste belang voor het
toekomstige aquatisch milieu van Veerse
Meer en Crevelingen. Een behoud van een
eb en vloedbeweging in de Oosterschelde
bijv., kan het behoud van een uitstekende
kwaliteit vers en constant zout zeewater
in het Veerse Meer garanderen.
De commissie gaat waarschijnlijk een
vijftal mogelijkheden voor beveiliging op
een rijtje zetten. Binnen die mogelijkheden
kunnen nog vele alternatieven worden toe
gepast. Er is natuurlijk het plan voor de
aloude afdamming. Op dat plan zijn de
nodige alternatieven voor inrichting van
zoete en zoute bekkens achter de dammen.
Dit wordt de compartimentering genoemd.
Er zijn verregaande voorstellen voor slui
zenbouw. zodat het milieu van de wateren
achter de dammen bepaalde garanties kan
krijgen. Er is bijv. een ontwerp voor een
grote spuisluis met vis in- en uitlaat op
het werkeiland Noordland in de Ooster
schelde. Bepaald niet kansloos is ook het
Keetenplan met een dam van Tholen naar
Schouwen-Duiveland. Er moet dan wel een
dam achter in de Oosterschelde voor de
Schelde-Rijnverbinding gebouwd worden. De
vraag is dan alleen wat de kosten en tijds
duur zijn van de ophoging van de Ooster-
scheldedijken, die buiten deze afdamming
liggen.
Ook de Commissie Klaasesz wenst niet
aan de veiligheid te tornen. Men wil de
risico's van stormvloeden van het kaliber
1953 niet veel langer dan 1978 of 1980
nemen. De vraag is ook voor de commissie
in hoeverre het ophogen van de dijken
langs de Oosterschelde milieu en landschap
weer op hun beurt aantasten.
Op het eerste oog lijkt de bouw van een
stormvloedkering in de Oosterscheldemond
geen haalbare zaak. Te duur en onmogelijk
in technische uitvoering zeggen de specia
listen, als niet eerst de Oosterschelde vol
gens plan wordt afgesloten. Het zoute milieu
zou dan een reeks van jaren gehandhaafd
kunnen worden, zoals nu de soorten rijk
dom in de afgesloten Grevelingen redenen
tot optimisme geeft.
Men zou zich kunnen indenken, dat de
mogelijkheid van een stormvloedkering ach
ter de Oosterscheldedam voor de naaste
toekomst wordt opengelaten en men de
komende jaren na 1978 eerst het hele milieu
achter de dammen eens volgt bij bepaalde
compartimenteringen.
De vraag aan het parlement is nu een
maal wat een volk zijn Oosterschelde met
dit unieke milieu, visstand en schelpdieren
cultures waard is... Niet de Oosterschelde-
commissie beslist, maar parlement en rege
ring. Ongetwijfeld zal voor het behoud
van het milieu een veel hogere prijs wor
den ingevuld dan een aantal jaren geleden.
De sportvissers zijn het meest gebaat
met een open Oosterschelde, ook voor hun
aasvoorziening van de zeehengelsport. Maar
dat belang is slechts een onderdeel van
deze nationale zaak, waarover binnenkort
het doek valt.
Cor van Heugten.
30