6
4
5
7
worden behandeld. Voor wie ze gaat lenen
en lezen gaat er een wereld open, wordt
de samenhang van verleden en heden dui
delijk. Steden, stadjes en dorpen worden
gezien in het perspectief van de tijd; men
ziet dan Zeeland als een provincie waar
zich ontzaglijk veel heeft afgespeeld, waar
de wetenschappen werden en worden beoe
fend. waar gevochten werd tegen de vij
and en tegen de zee. En de zee is er nog.
Schepenliefhebber.
Al in zijn jonge jaren had hij vrijwel
uitsluitend belangstelling voor schepen, zee
schepen dan. Zijn zakgeld ging op aan
havenrondvaarten, hij verzamelde foto's,
sneed waterlijnmodelletjes uit 'n stuk En
denhout, zwierf met een schetsboek langs
de kaden, werd vaste bezoeker van de
scheepvaartmusea, vulde zijn boekenplankje
aan met uitgaven op maritiem gebied, ge
noot op de spaarzame vakantie-cruises
meer van de schepen en het schip dan van
de excursies, raakt niet uitgepraat over de
traditie, de evolutie van het zeeschip.
Kijk, zegt hij, die prachtig op-gebogen
zeeglijn, die klipperboeg, dat elliptische
hek, dat licht achteroverhellen van masten
en schoorstenen, dat gaat er dan uit. Uit
gebreid laadgerei is nauwelijks meer nodig,
de hijskranen op de wal doen het vlugger.
Af en toe zie je nog een indicatie van wat
voor veertig, vijftig jaar „mode" was op
schepengebied: maar een containerschip of
een tanker is thans in feite een rechte bak
met een punt en een op bewoning, voort
stuwing en besturing afgestemd achterschip.
En toch zit er in sommige van de nieuwste
schepen een geheel eigen schoonheid; ook
hier zijn juweeltjes bij van vormgeving,
afwegen van opbouwen tegen elkaar, van
kleuren soms. Iets wat je mee-beleeft als
je van zo'n 1974-schip een model bouwt,
dat „no-nonsense", die essentiële efficiency,
dat weglaten van wat niet ter zake dient.
Moet je hem zien slenteren over de Vlis-
singse boulevard waar de zeevaart langs
komt. wacht op beloodsing, voor anker gaat.
Een vage zilte geur van hout en wier en
strand; soms een vleugje dieseluitlaat, heel
even maar bij lichte wind. Soms een ge-
sorekje met een oud-stuurman, machinist
of marineman. Volkomen happy naar huis
met weer wat foto's (telelens), een silhouet-
schets, wat aantekeningen; hij is gaan
aquarelleren, moeilijk in het begin maar
ideaal om de sfeer van zo'n zeeschip te
treffen dat daar onder de namiddagzon
voorbijschuift.
Hij is ambtenaar, volgde de raad op van
zijn vader; wat je het allerliefst zou doen
of worden moet je als je liefhebberij kiezen,
dan krijg ie minder teleurstellingen te ver
werken. Heeft-er dikwijls de rit naar Vlis-
singen voor over om schepen te zien varen;
heeft zo zijn eigen vaarschema net als de
coasters, de vracht jonkers en de supertan
kers. Jongeman die hard vooruit wil, ge
meente-administratie studeert, volgens plan
promotie maakt en de weinige vrije tijd
die hem rest aan de schepen wijdt: het
schip als geheel, als totaal-indruk, als groot
ste zichzelf-voortbewegcnde eenheid die de
mens bouwt.
Imposant aan de kade, maar doordat je
te dichtbij staat vertrokken in perspectief.
Volmaakt van impressie als je het uit de
verte ziet naderen, duidelijker worden tot
in de details, dwarsuit ziet als een algemeen
plan; dan weer langzaam van schuins-
achter waarneemt tot het nog maar een
kleurvlekje is op het water. Zo is het als je,
aan dek, een tegenligger waarneemt.
Zo is het op de Vlissingse boulevard
Poppenhuis.
Als klein meisje had ze het mooiste pop
penhuis van de buurt; vriendinnetjes kwa
men na school spelen, alles afstoffen, meu
beltjes anders plaatsen, kamertjes opnieuw
behangen, bedjes opmaken, thee zetten op
miniatuurfornuisje. Telkens wat nieuws er
bij voor de verjaardagen: een klein klokje,
een wasmachientje, elektrisch licht op 'n
batterij. Waarna alles netjes werd dicht
gedaan; op slot tot de volgende woensdag
middag, wegens huiswerk, school, sport,
plichten.
Nu is ze dertig, secretaresse van de
directie bij een groot bedrijf in de Rand
stad, het kan ook in Brabant zijn, weet ik
niet. Ze heeft nu een ander poppenhuis,
een bungalowtje ergens in Zeeland, gekocht
van geld dat tante haar naliet. De zater
dagmorgen erheen, even inkopen doen in
het dorp (vroeg, vóór de kampeerders rijen-
dik in de winkels staan). Koffie zetten na
de lange rit, bloemetjes op tafel, wat stof
afnemen. Eens in de tuin kijken, ja hoor,
de buurman heeft het gazonnetje weer ge
maaid, de rozen staan volop in bloei; rozen
doen het altijd goed in Zeeland, ze houden
van wind en zon en klei.
Ligstoel in de tuin, koffie drinken, 'n boek
lezen: dan nog wat wieden en schoffelen;
helemaal geen zin om naar het strand of
de stad te gaan, het is hier zo stil en vredig.
Ze is altijd spaarzaam met haar uitno
digingen: kennissen genoeg die zo maar
een eind willen rijden en met hun stadssfeer,
stadsgesprekken en stadsnieuwtjes naar haar
dorp, naar haar huisje zullen komen. Leuk
voor 'n enkele keer, maar het weekend is
voor haarzelf. Voor een traag gesprek met
de fruitkweker die appels voor haar heeft;
voor het plukken van een groot boeket
veldbloemen om mee naar de flat te nemen,
morgen. Voor een wandeling langs de zee
dijk, zachtjes in jezelf zingend tegen de
harde wind in. Voor het zoeken van een
stuk beukenhout langs de vloedlijn dat
komend najaar, gedroogd en in stukken
gehakt, het goed zal doen in het open
haardje (oude kleren aan, wat geeft het
dat badgasten zich afvragen, wat doet die
nou met dat hout onder haar arm?). En
als het giet van de regen dat weekend
werken aan het grote wandkleed dat nog
lang niet af is en misschien volgend jaar
boven de zitbank komt te hangen. BBC 3
(die hier zo uitstekend doorkomt) opzetten
voor een avondconcert in het poppenhuisje.
Brief schrijven naar haar collega in
Parijs, vriendin waar ze vorig jaar een week
te gast was en die nu best eens naar hier
zou willen komen; dan zal ik haar de Be-
velanden en Walcheren laten zien, en Schou
wen en Zeeuws-Vlaanderen. Of eens een
halve dag of hele dag gewoon niets doen:
vanuit je gemakkelijke stoel naar de wol
ken kijken, naar de vogels luisteren en
genieten van de stilte hier. Of plannen
maken voor een extra logeerkamertje onder
de pannen, heel apart gemeubileerd en
verlicht. Je kunt nu wel alleen willen zijn
na een drukke werkweek, maar ze komen
toch zo graag naar Zeeland. En je wilt
dat bungalowtje nu eenmaal tot in de per
fectie inrichten. Precies als toen, dat pop
penhuis. Jij altijd met je Zeeland, met je
dorp, zeggen ze dan op kantoor; hier in
de stad is toch veel méér te beleven, vooral
de weekends.
Dat weet ik zo net niet, zegt ze dan
meestal
Speelzolder wordt manege.
Altijd weer jeugd-herinneringen, paral
lellen met vroeger: plotseling komen ze
boven in de vreemdste combinaties en si
tuaties. Op de zolder had hij vroeger een
prachtige spoorbaan: vele meters lange
rechthoek met twee diagonalen, wissels,
'n uitloop en 'n stuk dwarsover. School-
vrindjes brachten hun Marklin rollend ma
terieel mee; soms reden drie treintjes achter
elkaar, langzaam over de wissels, vol-uit
op de rechte einden; een locomotief deed
het soms niet zo best, werd te strak opge
wonden en brak een veer, uitgeschakeld.
Concentratie op snelheid, beweging, ma
noeuvres. vaktaal, napraten. Feest als mama
de trap opkwam met een blad met glazen
limonade. Op een zomerdag werd de baan
in het gras gelegd en reden ze langs strui
ken en bomen.
Het is een kwarteeuw later, hij rijdt nu
paard. Hopelijk zullen alle paardenlief
hebbers het ons vergeven als we aan de
schrijfmachine toevertrouwen dat manege
rijden net zo iets is. De spoorbaan van toen
is de hoefslag van nu. de diagonalen volg
je bij van-hand-veranderen. De eerste loco
motief heette het ijzeren paard; het paard
is een locomotief, krachtig dier, dat met
behulp van subtiele aanduidingen feilloos
„spoort" (gestamp, snelheid, rijwind, snui
ven, warmte, voldoening na perfecte rit).
Voor-op rijden, de trein achter je aan. Rea
geren in fracties van de seconde als er wat
mis dreigt te gaan. Net zo lang oefenen
tot je een éénheid vormt met dat prachtige
dier dat na lange uren in de stal stoom
wil afblazen. Licht in de manege precies
als np die schemerige zolder op woensdag
middagen. Buiten rijden: een dubbel feest,
net als toen. Nieuwe, andere ervaringen
met andermans locomotief, sorry: paard.
Rij-uren die omvliegen, net als toen. Pilsje
daarna aan de bar, toen: limonade voor
het dakraam. Huistoe in de auto; stomp
zinnig stuk mechaniek dat je geen impuls
hoeft te geven, maar alleen 'n trap op het
gaspedaal: „takes me home and back" zegt
de Brit. Heeft dan ook geen eigennaam
zoals vroeger de locomotieven en nu nog
de paarden.
Wat afgunstig op het jonge grut dat
leert ponyrijden: die Ieren het pas goed!
Hebben hun hele leven voor zich om tot
de perfectie te komen, galopperen nu al
als een veertje op hun dier. Veel jongens
en meisjes hebben hun eigen pony: dat kan
allemaal best in Zeeland. Maneges te kust
en te keur: rijlessen, rijverenigingen, ruiter
paden, rijpaarden. Helemaal geen probleem
in Zeeland. Sport voor het hele jaar, met
legio mogelijkheden.
Componeren, compost, composieten.
O neen, ze willen beslist niet van hun
gerieflijke etagewoning af; in luttele mi
nuten zijn ze midden in het stadscentrum:
zaken, clubs, zwembad, winkels, schouw
burg, cafés. Jammer dat hij, veertiger, niet
genoeg lichaamsbeweging heeft: kantoor,
huis, auto; men kent het probleem. En zij
20