kan haar hobby, haar liefde voor planten,
nauwelijks waarmaken: wat bloembakjes
op het balkonnetje bij de keukendeur, wat
kamerplanten. Beter maar niet meer lezen
in al die tuincatalogi, die boeken en tijd
schriften waar de mooiste tuintjes in wor
den getoond en beschreven.
In voorjaar en zomer rijden ze menig
weekend naar Zeeland, overnachten in een
hotel daar, of nemen kamer met ontbijt
bij aardige mensen in een dorp. Hij is
helemaal weg van zeevissen, heeft er de
spullen voor, kan ermee overweg en staat
halve dagen aan het strand. Zij droomt
over een eigen tuin, een stukje grond. Ja,
hier in Zeeland, ergens aan de rand van
een dorp. Een verwaarloosd stukje boom
gaard; toch eens informeren op het ge
meentehuis of die zo iets te koop weten.
Pachten, dat kan ook. Dan kunnen we een
gedeelte voor bloemen houden, en de rest
voor biologisch juiste groente reserveren.
Kleine bedjes maken, niet te moeilijk be
ginnen, rekening houden met de natuur,
advies vragen als je het niet weet, elk
volgend jaar de tuin anders indelen, wissel
teelt dus. Er zijn tijdschriften en boekjes
over, ook over tuinieren zonder kunstmest
of gif.
Het lukt, tweehonderd vierkante meter
te pachten, tuingrond nog wel, die ze samen
licht omspitten, schoffelen; een paar „zwa
re" weekends, dan gaat het al beter. Thuis
bloemzaad opkweken in plastic bakjes, dat
mee naar Zeeland en de aster- en andere
plantjes uitzetten, ze hebben in ieder geval
al iets voor de nazomer: beschut bordertje,
het eerste jaar. Dan het componeren van de
groentetuin, ook weer zaaigoed onder glas
van thuis meebrengen of ter plaatse kopen.
Zakken compost in de autokofferruimte,
goed tuingereedschap aangeschaft; volop
beweging in de buitenlucht voor hen bei
den, stadsmensen, het weekend en een paar
vakantiedagen. Op de heenrit: hoe zal het
erbij staan? Ik ga wel schoffelen, ga jij
maar naar het strand, vissen. Even langs
de mensen waar we „onze" kamer hebben
voor de nacht en het ontbijt; dan de land
weg op naar hun „pied a terre", voeten
in de grond. Laat dit najaar een rijtje
populiertjes planten langs de westkant, te
gen de wind. Afzetting verbeteren, klaar
maken voor de winter.
Hij perst de citroen uit boven licht
gebakken zelf gevangen scholletjes, daarbij
worteltjes uit eigen tuin, peterselie idem,
aardappeltjes uit „hun" dorp. Volgende week
winterpeen, sjalotten; een andere keer boe
renkool van eigen grond. Onzin, zeggen
sommigen, kun je allemaal in de winkel
kopen, wordt volop aangevoerd, jullie lijken
wel gek om dat zelf te verbouwen, daar
zo ver weg.
Maar ze weten wel beter. Ze eten gezond;
ze krijgen een nieuwe kijk op de natuur,
die in hun woon- en werkstad schijnbaar
helemaal over „gemeentewerken" loopt. Ze
hebben een doel voor de weekends, in Zee
land. Ze hebben hun keus gemaakt: in
plaats van een kwart vierkante meter kleu
renbeeldbuis, twee are grond met wat
bloemen en groente. Nog geen rozen, dit
jaar; maar na zo'n dag in de buitenlucht,
slapen! Als een roos. Ónder de achterruit
van de auto ligt een boek, reuzenpocket
die hij eens kreeg: „Walden" van Henry
David Thoreau (Meulenhoff, 1972). Zo
maar een paar zinnen:
„Ik las die eerste zomer geen boeken,
ik schoffelde bonen. Nee, ik deed vaak
nog iets beters. Er waren tijden dat ik
er niet toe kon komen, de glans van het
moment waarin ik mij bevond te offeren
aan werk van hoofd of handen. Ik houd
van een flinke speelruimte in mijn tijd..."
Van Schaick Zillesen.
Oosterscheldepaling: Delicatesse zonder weerga..
Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee