BEELDHOUWEN EEN VORM VAN LEVEN
Mathy Murre:
Mathy Murre, oftewel mevrouw De
Muynck, ze werkt overigens onder haar
meisjesnaam, woont en werkt in Ganzestad
Goes. Tenger, goedlachs, even in de dertig
en moeder van drie dochters: Irma, Carine
en Quintina. „Mijn man zit ook in de
kunstwerken", zegt ze, „al is dat dan als
projektleider bij weg- en waterbouw."
Mathy is een geboren en getogen Zeeuwse,
afkomstig uit Baarland. Het Zeeuwse woon-
en werkklimaat bevalt haar best. Vooral
het feit dat ze op een paar minuten af
stand van haar huis al midden in de natuur
zit en alle andere zaken van zich af kan
zetten, vindt ze prettig. Binding met de
natuur is voor haar erg belangrijk.
VRYA (Godin van de liefde en vruchtbaarheid). Foto: Johan Berrevoets. Zierikzee.
Het is een jaar of zeven geleden allemaal
begonnen. Mathy, die met haar kleuter
leidster-opleiding eigenlijk al bezig was
met kreatieve dingen, kleuters kunnen er
over het algemeen wel wat van, kwam te
recht op een kursus van het Instituut voor
Kunstzinnige Vorming in Middelburg en
toog daar aan het werk. Het was een
begin, want via die kursus vond ze haar
eigen vorm en bovendien een materiaal
dat haar nu na aan het hart ligt: marmer.
Ze is destijds veel bezig geweest met kera
miek en hout, maar het beeldhouwen ligt
haar het beste vindt ze zelf.
Marmer is niet direkt een materiaal
voor mensen die het zich makkelijk willen
maken of snel resultaat willen zien. In
zoverre is die materiaal-keuze misschien
ook wel typerend voor Mathy's karakter.
Ze lijkt niet bang van een beetje weerstand,
laaL zich niet vastleggen en gaat haar eigen
gang. Sinds drie jaar is ze bezig als „be
roeps". Haar beelden die tot een halve
meter hoog zijn vergen meestal een maand
of drie intensief werk.
's Morgens kruipt ze in haar „hokje",
het atelier in de achtertuin en hakt en
beitelt als ze maar even tijd heeft. „Dat
kan hoor", zegt ze, „ook met drie dochters!
Als ik zomaar thuis rondloop en niet aan
het werk ben, zeggen ze: Mam, wat doe
je toch? Je zit niet in je hokje! Ze zijn
erg zelfstandig en vinden het eigenlijk gek
als ik niks doe."
Mede als aanloop naar een nieuw werk
stuk boetseert Mathy wel of werkt in hout.
De uiteindelijke uitdaging blijft een groot
blok marmer.
Van de vormgeving vindt ze: „Het gaat
vanzelf, ik werk op gevoel. Die beelden
groeien. Binnen hun abstraktie hebben ze
altijd met mensen te maken. Ik associeer,
het is tot op zekere hoogte allemaal een
weerslag van mijn omgeving. Door de dingen
om me heen in mijn beeldhouwen te ver
werken, kan ik ze ook beter plaatsen. Ik
vind er mezelf in terug. Dat heb ik de
laatste paar jaar door dit werk geleerd.
Jezelf kunnen worden in jezelf, daarom is
beeldhouwen belangrijk voor me."
Onder haar handen komt dat koele mar
mer inderdaad tot leven. Haar beelden
zijn soepele vormen die uit een kern lijken
te zijn ontstaan. Bijna alsof er een orga
nische groei aan ten grondslag ligt. In
haar laatste beeld „Handen" heeft ze een
prachtige transparantie weten te bereiken.
Het marmer is zo dun op bepaalde plaat
sen, dat het licht er geraffineerd doorheen
speelt, een staaltje vakmanschap. Het beeld
valt onder een drietal werkstukken geba
seerd op verschillende menselijke relaties:
„Herkennen", „Woorden" en „Handen".
Wat bewerking betreft pakt Mathy de
zaak puur ambachtelijk aan. Uitgaande van
het blok marmer gaat ze in eerste instantie
met het puntijzer aan de slag. Eigenlijk
is het zwaar werk. Met de beitel wordt de
ruwe vorm verder tot de laatste fase
my (fifJIi.l
5