Tong vangsten worden snel minder
Zeehengelaars melden:
vervolmaakt. Aan polijsten denkt ze niet,
ze vindt het afdoen aan de zeggingskracht
van het materiaal. Haar beelden hebben
een „huid" zegt ze. De oppervlakte bestaat
dan ook uit minuskule groefjes waardoor
het marmer niet glad en glimmend aandoet,
maar een fijne structuur vertoont.
In het deels antiek ingerichte huis staan
de beelden her en der verspreid. „Frija",
genoemd naar de Germaanse godin van de
liefde, staat zomaar in een hoekje. Een
gesloten vorm waarin nog een vrouwen
figuur valt te herkennen. Het is een van de
eerste beelden en het enige werk in kalk
steen. Door de week heet „Frija" dan ook
gewoon „Suzanna".
Het latere werk is meer geabstraheerd.
De serie van recenter data „Man", „Vrouw"
en „Kind" bestaat uit drie volkomen op
zichzelf staande figuren met een volstrekt
eigen zeggingskracht. Er is geen greintje
drang naar naturalisme meer in te be
speuren. Ze staan veel meer voor een per
soonlijke benadering van de beeldhouwster.
Het „Kind" bijvoorbeeld lijkt bijna niet af,
het is heel bewust een veel minder weer
bare vorm dan die van de „volwassen"
figuren.
Het laatste werkstuk „Handen" staat in
de huiskamer „om weer aan te wennen".
„Als iets af is, moet ik een compleet nieuwe
relatie opbouwen met het klaargekomen
beeld", vertelt Mathy. „Dat is eigenlijk heel
vreemd. Dat „wennen" gaat ook op voor
publiek. De mensen moeten je werk vaker
zien om er echt voeling mee te krijgen."
Ondanks het feit dat ze haar werk erg
serieus en professioneel benadert, is ze
Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee.
blij met haar praktisch auto-didakt zijn.
Ze vindt het fijn vrij tegenover haar werk
te kunnen staan. Een specifieke opleiding
kan ook een belemmering betekenen. „Vrij
heid. blijheid" zou best haar slogan kunnen
zijn, al impliceert eigen vrijheid naar haar
idee dezelfde vrijheid voor haar omgeving.
Dat probeert ze ook in praktijk te brengen.
Leven in relatie met de ander en dat voor
een groot deel weer onbewust verwerken.
Het overal het verband van willen blijven
zien, houdt ook in dat ze zich met de natuur
verbonden voelt. Ook dat komt in haar
werk tot uitdrukking, het groeiproces zit
er in.
Eén van haar vele kunstenaars-vrienden,
die haar naar eigen zeggen overigens in
De tongvangsten van de zeehengelaars
in Zeeland en het Zuid-Hollandse kust
gebied worden snel minder. De ervaren
tongvissers, die de beste stekkies van Zee
land kennen, melden vangsten, die zeker
30 tot 40 procent lager liggen dan vorig
jaar. En dat was echt niet aan een daling
van het aantal hengeluren of het weer te
wijten.
Er is minder tong in de vangst. De vette
jaren, die vooral te danken waren aan de
uitstekende jaarklassen 1958 en 1963 zijn
voorbij.
Om een paar cijfers te noemen, moeten
we bij platvisbioloog Joop de Veen zijn.
Zijn raming van de jaarklasse 1966 was
ruim 60 miljoen stuks, maar 1958 moet
400 miljoen jonge tongetjes en 1963 zelfs
meer dan 500 miljoen twee-jarige tongen
hebben opgeleverd. Als slechts een paar
procent meer van het broed tot wasdom
komt na een strenge winter, is er al sprake
van een geboorte-explosie. Die sterke jaar
klassen komen slechts eens in de 9 jaar
voor.
De harde feiten zijn, dat ook de visserij-
druk van de vissersvloot de laatste jaren
sterk is toegenomen. In de loop van 1974
komen nog een stel nieuwe kotters met
enorme motorvermogens in de vaart, die
tot een vergroting van de visserijdruk met
liefst 30 procent zullen leiden. De laatste
jaarklassen waren niet best. Het zal in
1974 en 1975 dus "raggen" worden voor
de vloot om de kost te verdienen.
Ongetwijfeld zal de hoge prijs van de
tong een hoop goed maken voor de vissers.
Joop de Veen heeft berekend, dat in 1974-75
de tongstand nog slechts 15 procent zal
uitmaken van de tongstand, die in de ge
weldige periode 1951-54 in de Noordzee zat.
Dat waren voor de zeehengelaars aan de
zeedijk van Westkapelle en de strandjes
van Burgh, Haamstede, Zoutelande en Dom
burg nog eens tijden. Vangsten van 5 tot
15 grote tongen op één tij opkomend water
met twee zeehengels waren geen uitzon
dering.
Alarm.
Het wordt volgens de RIVO-biologen hoog
tijd. dat er een vangstbeperking komt. Niet
alleen voor haring, maar ook voor tong,
die zwaar overbevist wordt. Misschien
keert de wal het schip wel.
Vissers, die zo weinig vangen, dat ze de
kost niet meer verdienen schakelen wel
over op een andere visserij. Maar de harde
de eerste plaats raken als mens en dan pas
als kunstenaar, heeft eens van haar werk
gezegd: „Jouw beelden komen los van het
bééld .ils een gevoel over". Als zodanig
zou je Mathv's werk bijna kunnen om
schrijven als zijnde „versteende" emoties
waarin het groeiproces van haar relaties
met de buitenwereld is vastgelegd.
Mathy tilt er allemaal niet zo zwaar
aan, ze werkt omdat ze het fijn vindt.
„De wil om het te doen is gewoon erg
sterk", zegt ze er zelf van. „Op het laatst
werk ik ontzettend hard, dan moet het af.
's Morgens gaan dan in mijn hokje het
licht, de radio en ik aan."
Joanna van der Stel.
feiten zijn, dat er ook voor de zeehengelaars
op de kust veel minder vis overblijft. De
afgelopen twee maanden zijn trouwens niet
best geweest voor de sportvissers. Juist
in de tijden van storm en slecht weer vist
een deel van de vloot op de Oosterschelde
en het mondingsgebied en worden grote
hoeveelheden kustvis weggevangen.
En een vis, die op de vismijn komt, krijgt
echt geen kans meer aan de hengel te
bijten. Overbevissing en stormdepressies
bederven de vangstkansen, ook voor de zee
hengelaars. In beide gevallen komt er nog
bij, dat de vis dan schaars, dus duur be
taald wordt.
En men vist al wat het halen kan tot
dicht onder de wal in de zeegaten om aan
zijn trekken te komen. Op zich is dat het
goed recht van de beroepsvissers, maar er
komt terecht alarm als de ouderstand van
de vis dermate wordt geteisterd, dat de
kansen op herstel van de stand te klein
worden. De kritieke dichtheid van de ou
derstand is nu beslist bereikt. De komende
vier jaar lijkt de toestand met de tong
op die van de Kanaalharing, die in dicht
heid beneden de 15 procent daalde.
De komende jaren ziet het er erg somber
uit. Het valt dus te hopen dat de bespre
kingen in Londen over vangstquotering
succes opleveren.
Als de garnalenvissers om te beginnen
allemaal eens de bekende garnalen-spoel-
sortecrmachine op hun schepen installeer
den, zodat de ondermaatse platvis weer
levend overboord kan worden gespoeld.
Wat dat betreft is het bijzonder te betreu
ren dat de vloot van Breskens nog slechts
enkele schepen met deze prachtige vinding
heeft uitgerust. Er wordt op grote schaal
nog jonge vis en garnaal „uitgemoord",
zoals de biologen ronduit verklaren.
Mocht het al te gek worden met dit
verzet uit Breskens rond de maat en tech
nische evolutie van de garnalenvangst, dan
wordt het echt de hoogste tijd dat de
overheid ingrijpt. Dc tijd, dat we ongestraft
de natuur geweld aan kunnen doen, is
voorbij. Net zo goed als een auto, die teveel
afvalgas produceert binnenkort van de weg
af moet, valt te hopen, dat roofbouw ple
gende vissers aan de ketting gaan.
Ze slachten trouwens zelf de kip met de
gouden eieren. En dat slaat dan echt niet
alleen op diverse lieden, die tegen alle
bewijzen van die biologen in, de oude
schudzeven verdedigen.
Cor van Heugten.
6