Zeeland
in cijfers en feiten
Belle in Frans Vlaanderen. Een deel van de bevolking spreekt er nog oud zuid-Nederlands,
en ervaart Zeeuws niet als een onbekende taal. (Foto van de schrijver).
meter rieden" legde een dorpeling vriende
lijk uit. Het Zeeuws ofschoon beslist
niet het zelfde als het sterk Saksisch
beïnvloede Oostfriese dialect bevatte
voor hem kennelijk veel aanknopingspun
ten. Het is hem niet zo „vremd". zelfs niet
zo „vremd" als het officiële Hoogduits
In Aurich, hoofdstad van Oost-Friesland
hebben we een gesprek met een kastelein.
De conversatie is Oostfries Zeeuws. We
hebben weinig moeite. De man verklaart
ons zeker net zo goed te verstaan als de
Groningers, wier dialecten toch dichter bij
het Oostfries zouden liggen.
We trekken nog noordelijker, het Duitse
Sleeswijk-FIolstein in, de aan de westkust
al richting Denemarken gelegen landstreken
Dithmarschcn en Nord-Fricsland. Er staan
in dorpen straatnaam-borden met het op
schrift „Op d'n Diek", „Op de Putten". In
de toeristische kustplaatsen lijkt de zaak
geheel verduitst. Maar als we onze maal
tijd in een restaurantje in Busum, dat de
naam „Kiek in" draagt op z'n Bevelands
bestellen, heeft de nog Noord-Fries spre
kende dienster daar niet de geringste moeite
mee, net zo min trouwens als met de uit
roep „Noe wil ik is betaele".
In ons eigen Friesland de ervaring
leerde mij dit zijn op hun eigen taal
staande Friezen eerder geneigd een conver
satie in het Fries-Zeeuws te voeren, dan in
het „Hollands".
Friese woorden als „strjitte", „wetter" en
„jo" liggen ook niet zo gek ver weg van
Zeeuwse woorden als „straete" (in Zuid-
Bevcland zelfs uitgesproken als een lang
gerekt „strïite" met de langgerekte „i"
uit „kip") „waeter" (in het Zuid-Bevelands
alweer met een lange ,,i"-klank) en „joe".
Het is beslist geen toevalligheid, die
merkwaardige taalverwantschap op grote
afstand. Taalgeleerden, dialectdeskundigen
en historici zijn van mening dat in de zesde,
zevende eeuw er langs de hele Noordzee
kust, ruw genomen van Duinkerken tot
ver langs de Duitse kusten, een groep van
verwante dialecten, het Inguaeoons, „Kust-
Fries" of „Noordzee-Germaans" werd ge
sproken.
De historicus van Zeeuwse afkomst, dr.
D. P. Blok, stelt in zijn boek „De Franken",
dat er in de zevende eeuw een „Noordzee-
cultuur" heeft bestaan: een economische,
culturele en taalkundige band tussen alle
zijden van de Noordzee. Ook in deze tijd
ziin de sporen daarvan nog niet uitgewist,
althans daar waar het de taal betreft.
Van de oostkust van Schotland afkom
stige soldaten, die Zeeland hielpen bevrij
den, deden de ervaring op, dat niet-Engels
inrekende Zeeuwen hen zeker voor 70°/o
verstonden, als ze hun Schotse dialect maar
spraken. Ook in sommige delen van Schot
land staan „de huses on de diek" (fonetisch
weergegeven dan).
En men heeft het er over „lecht", het
zelfde woord, dat in de Zak van Zuid-
Beveland werd gebruikt voor „licht".
Geen wonder, dat Zeeuwen in hun eigen
„mooiste laele", vandaag de dag nog con
tact kunnen hebben met mensen uit
Frankrijk, Friesland, Duitsland, België. Daar
waar de officiële omgangstalen falen, helpt
het oude dialect dikwijls.
Want de dialecten zijn in wezen niets
anders, dan de oudere vormen van de talen.
Langs kusten, en in geïsoleerde uithoeken
blijven die oudere vormen lang in leven.
Vandaar dat de „Erremuenaer" nog kan
converseren met de vissers uit Noord-Franse
kustdorpjes of van de Duitse Bocht, zonder
dat er veel „buitenlands" over de tong
hoeft.
Daar, waar in West-Europa langs de
kuststreken het „Rotterdams" en het
„Haags" niet, of nauwelijks worden be
grepen, wordt het Zeeuws vaak als „be
kend" ervaren. Wie die ervaring heeft op
gedaan, krijgt meer liefde en waardering
voor het Zeeuws, de „mooiste taele".
Hij wordt dan ook met enige veront
waardiging vervuld, als hij meemaakt, dat
„Hollanders", die de randstad voor deze
provincie hebben verruild om overigens
begrijpelijke en te waarderen redenen
hun kinderen verbieden ja, verbieden
Zeeuws te spreken. „Dat „boers" is zo
ordinair
Mensen, die graag over „gelijkberechti
ging" discussiëren en tegen „discriminatie"
zijn. vergeten deze beginselen als hun kind
op gelijke taaivoet met de kinderen van
de Zeeuwse buren wil verkerenMen
heeft dan wel een pedagogische smoes als
reden bij de hand.
Randstadse nieuwkomers vergeten wel
eens (ze gedragen zich niet allemaal zo,
overigens) dat er heel wat Zeeuwen, Frie
zen, Geldersen, Vlamingen zijn, die beter
algemeen beschaafd Nederlands kunnen
spreken, dan mensen uit de Randstad met
hun vaak half voltooide, soms slissende
uitspraak. Om van typisch Hollandse „taal
vondsten" als „wat maak je me nou" en
„wat heet wat" nog maar niet te spreken.
Toegegeven, de toon van dit artikeltje
wordt wat feller op het eind. Maar men
moet toch maar niet aan „de mooiste
taele van aolemaelc" komen, ook al wordt
er door de Zeeuwen zelf de laatste tijd
wat aan d'e mooiste taal geknabbeld.
Maar misschien daarover later meer.
Joris van Hoedekenskerke.
Van de brochure „Zeeland in cijfers en
feiten" is thans de derde druk verschenen.
Het boekje, samengesteld door het bureau
voorlichting van de provincie, geeft in kort
bestek een groot aantal zakelijke gegevens
over de provincie Zeeland, zoals opper
vlakte en bevolking, arbeidsmarkt en in
dustrie, Deltawerken, verbindingen, land
bouw, recreatie en toerisme, sociaal-cul
turele voorzieningen en milieuhygiëne.
Een herdruk was nodig om de informatie
op een groot aantal punten te kunnen ac
tualiseren.
De brochure is vooral geschreven met
het oog op degenen in en buiten de pro
vincie, die zich globaal en in kort bestek
over Zeeland willen oriënteren. Van de eer
ste en de tweede druk zijn vele exemplaren
op verzoek gezonden aan leerlingen en stu
denten, die werkstukken over Zeeland
moesten maken.
Het boekje is voor belangstellenden gratis
verkrijgbaar bij het bureau voorlichting
ten Provinciehuize te Middelburg.
24