Kabeljauw
waar en wanneer voor de kust
In het najaar koop ik altijd de Sterren-
gids, daar staat het programma voor het
hele jaar in.
Een soort TV-gids dus, kleuren-TV dan.
Precies. En een paar populaire sterre-
kundeboekjes erbij, da's alles.
En nu wil ik alle planeten zien, help
me eens wat!
Dan moet je deze winter nog eens komen,
momenteel alleen Jupiter; daar vrij laag,
zie je de maantjes? Schijfje met banden
eroverheen, prachtig in 'n grotere kijker.
Saturnus. botergeel; Mars, oranjerood; Ura
nus, lichtgroen, laat, dit najaar!
Sinds 1965 melden de zeehengelaars stij
gende kabeljauw-vangsten. De biologen
vermoeden, dat de goede jaarklassen van
1961 tot en met 1965 een veel groter aantal
van deze vissoort in het Nederlandse en
Belgische kustgebied heeft gebracht.
Bij grotere dichtheid van een bepaalde
visstand zoeken de vissen nieuwe „jacht",
dus voedselgebieden op. Vooral op de
Zeeuwse en Zuid-Hollandse stromen en
het waddengebied wordt meer gul en kabel
jauw gevangen.
Ongetwijfeld speelt ook de sterk ge
daalde haringvisserij op de zuidelijke Noord
zee een rol. Deze trawl- en haringspan-
visserij ving grote hoeveelheden rondvis
mee; zoals kabeljauw en zelfs zeebaars en
harder.
Nu deze haringvisserij bij gebrek aan
grote haringscholen zich naar Schotland,
Ierland en de noordelijke Noordzee ver-
Hij vindt rechts van de Arend 'n groepje
sterrenhopen (M 26) met wat sterretjes
eromheen; net 't eiland Java op de atlas
zegt hij.
Nou, je hebt goeie ogen, moet ik zeggen.
Wc lopen zwijgend naar huis. Het lijkt
alsof je de stilte kunt hóren, zó stil is
het nu; één uur slaat de klok van de dorps
toren.
Dat was het enige geluid, die nacht.
Van Schaick Zillesen.
plaatst heeft, blijft er dus nog meer kabel
jauw voor de sportvissers in het kustge
bied over. De toenemende kabeljauwvang
sten voor de zeehengelaars zijn beslist niet
alleen aan verbeterde hengeltechniek en
de toegenomen bootvisserij te danken. Er
is gelukkig meer vis te vangen.
Recente mcrkproeven hebben bewezen,
dat de kabeljauw in de herfst en winter
vanuit de zuidelijke en oostelijke omgeving
van de Doggersbank in de richting van de
kust trekt. De gul en kabeljauw voelt zich
in zeewater van 15 graden of hoger echt
niet „happy".
Eind mei begin juni is de meeste kabel
jauw dus naar het diepe water van de
Noordzee vertrokken. De gul (een jonge
kabeljauw tot 65 centimeter) komt meestal
pas in november of december op de kust.
Voedseltoestanden, lichtwaarden en water
temperaturen spelen een rol bij deze trek-
beweging. Er zijn enkele paaiplaatsen voor
de kust bekend, zoals het Diepe Gat bij
Texel.
Wie een kabeljauw van 75 tot 85 cen
timeter haakt, heeft een exemplaar van
vier tot vijf jaar oud gevangen. Boven de
meter neemt de kabeljauw in lengte niet
snel meer toe, maar wel in omvang, dus
gewicht. Er zijn in noordelijke wateren
kabeljauwen van 25 tot 30 jaar oud ge
vangen met een lengte van 1.35 meter en
een gewicht van 40 pond en meer. In de
zuidelijke Noordzee met een zeer sterke
bevissing, zijn de ware kanjers met ge
wichten van 20 tot 30 pond niet veel
ouder dan 12 tot 15 jaar.
De kabeljauw groeit in de zuidelijke
Noordzee bijzonder snel. Een kabeljauw
van 4 tot 6 jaar oud heeft een lengte, die
ergens tussen de 80 en 90 centimeter ligt.
In de Barendszee heeft deze zelfde vis
zeker 9 tot 10 jaar nodig om een dergelijke
lengte te halen. In de wateren bij Labrador
heeft een kabeljauw zeker 10 jaar nodig
om 70 tot 75 centimeter te worden. De
voedseltoestand en watertemperatuur speelt
een belangrijke rol.
De Nederlandse en Belgische zeehenge
laars zitten dus in een waar paradijsje.
Niet alleen in 1961, maar ook in 1964 en
1965 zijn er zeer goede broedjaren voor
de kabeljauw geweest. In 1968 werd heel
wat minder kabeljauw geboren, wat bete
kent, dat in de 70-tiger jaren wat minder
gul maar beslist nog heel wat grote kabel
jauw gevangen werd, die tussen 1960 en
1966 geboren werd.
Er is op de wadden, de Noordzeekust
van de beide Hollanden en het Zeeuwse
stromengebied de komende jaren nog volop
sport te beleven. De afsluiting van Veerse
Gat, Grevelingen en Haringvliet, maakt
de open Westerschelde en Oosterschelde
(pas in 1979 dicht) beslist visrijker. De kust
van Scharendijke tot Renesse, juist buiten
de afsluitdam en het strand voor de dam
door het Brouwershavense Gat beloven alle
goeds. Ook op de Westerschelde bij Dis
hoek, Vlissingen, Sloehaven en de Schaar
van Ossenisse, worden ware kanjers ge
vangen.
U kunt bij de keuze van een vakantie
huisje, tweede woning of caravan langs de
kust al met deze kabeljauwstekken reke
ning houden. Er gaat zich toch al een veel
grotere wintervisserij ontwikkelen op schar
en kabeljauw. En in het kustgebied zullen
de komende jaren ook campingexploitanten
ongetwijfeld voor staanplaatsen gedurende
de winter zorgen.
Vooral in Zeeland en het Zuid-Hollandse
kustgebied is het 's winters bijzonder goed
vissen. Schol en bot zijn naast de schar
leuke bijvangsten, voor wie de jacht op
de grote kabeljauw natuurlijk het hoofd
doel is. Op de waddeneilanden vooral bij
West-Terschilling en Texel liggen prima
stekken. Vergeet ook Den Helder niet, Cam
perduin, de Wassenaarse Slag, de pieren van
IJmuiden en Hoek van Holland, Rockanje,
de strandjes van Scharendijke tot Renesse,
Burghsluis, Cadzand-Bad bij de Zwarte Pol
der en de pieren van Zeebrugge en Blan-
kenberghe, Boulogne sur Mer (Frankrijk).
Ook 1969 en 1970 waren goede geboorte
jaren. In 1971 was het slecht, maar de
vangsten van larven bewijzen dat ook 1972
weer een prima jaar voor de kabeljauw
was. Deze vissen komen de komende jaren
weer in de vangst en zorgen voor een fijne
aanvulling. De komende winter wordt dus
weer goed.
Tweegesprek (Foto van de schrijver).
26