Tijd
om na 1e denken
Het is weer najaar en wij gaan de winter
tegemoet. Dit klinkt wel wat somber, maar
eigenlijk is dat niet zo, want ook het najaar
met zijn mooie herfstkleuren en de winter
met zijn koude vorst, bieden veel schoons.
Wij hebben nu onze vakanties erop zitten,
hoewel voor velen het niet de vakantie is
geweest, die zij zich voorgesteld hadden. Het
weer heeft niet meergewerkt. Maar in ieder
geval: men is weg van huis geweest, weg uit
de dagelijkse routine en sleur en is uitgerust
voor de komende tijd.
Wanneer men de stroom vakantiegangers
bekijkt die zo ieder jaar naar Zeeland komt,
dan zegt men: „Hier in Nederland is het
ondanks alles toch maar goed leven, het
merendeel van onze medemensen heeft een
zodanig inkomen, dat er een paar weken
vakantie van af kan."
Ja, men leeft in welvaart en welzijn. Al
dat geld dat besteed wordt, moet echter
eerst verdiend worden, en wanneer men te
genwoordig de kranten leest, slaat de schrik
om je hart. Iedereen wil meer, niemand is
echt tevreden. Voor de producenten wordt
het steeds moeilijker om te blijven bestaan.
Door aktiegroepen worden de meest onmoge
lijke eisen gesteld. Niet dat ik tegen aktie
groepen ben, maar men moet redelijk blijven.
Wij hebben in Nederland een situatie be
reikt van een redelijke welvaart en welzijn
en ik geef toe, er kan nog veel verbeterd
worden, maar doe dit niet te gehaast, gooi
geen oud paar schoenen weg, voordat je
nieuwe hebt.
In de wereld is Nederland een klein land
en er staan tientallen andere landen klaar
om onze positie over te nemen.
Mensen, in de komende tijd met de lange
avonden, pieker eens over deze problemen
en tracht tot een oplossing met jezelf te
komen wat je wilt hebben en wat je redelijk
kunt vragen.
Vooral ook omdat de komende maanden
op het economisch gebied nog veel moeilijk
heden te verwachten zijn.
Alleen door samen te werken en ons zekere
beperkingen op te leggen, zullen wij in staat
zijn onze welvaart en welzijn te behouden.
Ik ben ervan overtuigd, dat u, wanneer
u zich dit realiseert, mee zal werken en dat
wij de levensomstandigheden waarin wij tot
nu geleefd hebben, kunnen en zullen be
houden.
Van de Graaf.
3