spanning die vroeger dagen als een sluier
over de kreken en de velden in het grens
gebied hing, toen smokkelen voor zeer veel
grensbewoners een belangrijke broodwinning
betekende. Met passie doet hij uit de doeken
op wat voor manieren de kommiezen en de
smokkelaars elkaar beurtelings te slim af
probeerden te zijn. Alvorens burgemeester
Focke een ware geschiedenis opdist, stelt hij
eerst zeer nadrukkelijk en niet zonder
scherts vast. „Ik ben voor de wet, dat staat
als een paal boven water, anders was ik
geen burgemeester geworden". Grijnzend
vervolgt hij: „Dit verhaal speelt zich overi
gens wel af in een periode dat ik nog niet
de verantwoordelijkheid van het burge
meesterschap op mijn nek had geladen. Te
gen de grens met Zeeuwsch-Vlaanderen had
ik toen een stuk grond waarvan ik donders
goed wist. dat het als tussenstation voor
smokkelvee werd gebruikt. Ah, maar na
tuurlijk wist ik dat. maar daar deed je
als goeie buur en burger toch zeker niets
tegen."
Vele malen werden de kommiezen op die
wei, omdat ze geen boerenverstand van run
deren hadden, bij de neus genomen en
daaraan deed Focke in die dagen ook dap
per mee.
Een ander humoristisch verhaal uit de
koker van Focke, dat sterk op de lach
spieren werkt, is de ware gebeurtenis met
een „slimme" kommies die in een holle
knotwilg op de loer stond. De smokkelaar
had echter gezien dat de wetsdienaar daar
in vermomming was, met als extra dekking
een plankier voor zich. Geruisloos sloop de
smokkelaar naderbij, gewapend met hamer
en spijkers. „Met een paar ferme klappen
nagelde hij de kommies vast. Kermend riep
deze: man, wat doe je nu, je sluit me op
in een boom. Ja, dat weel ik, antwoordde
de smokkelaar en hij kon verder zijn gang
leggen. Zit hij eenmaal op zijn praatstoel
en voelt hij zich bevrijd van het afstande
lijke burgemeestersmanierisme, dan komen
er ritsen smeuïge anekdoten over de ver
vlogen smokkeltijd los.
gaanEerlijk waar, ik zal omvallen als
dit niet waar gebeurd is," knipoogt bur
gemeester Focke.
De eer om over de totstandkoming van
de Smokkelroute te praten laat burgemees
ter Focke over aan gemeentesecretaris De
Reu: „De secretaris heeft vanaf de eerste
minuut alle werk hiervoor aanvaard, toen
men tot een goed akkoord en idee over
deze toeristenroute was gekomen." Secre
taris Robert de Reu is een zeer bescheiden
mens en stelt dat een speciale commissie,
samengesteld uit vertegenwoordigers van
de zes verbroederingsgemeenten, in feite
alle organisatie voor de Smokkelroute heeft
gedaan.
Omer Vercruysse, vertegenwoordiger van
de Vlaamse Toeristenbond en woonachtig
in Maldegem, vertelt dat op zekere dag
„de stafkaarten" van het grensgebied op
tafel zijn uitgespreid. „Daarna hebben we
met verschillende instanties contact opge
nomen. De toeristische diensten van Oost
en West-VIaanderen hebben zich bij voor
beeld zeer actief voor ons ingezet." De
heer Cuelcnaere, die namens Aardenburg
in deze speciale commissie meewerkte, deed
aan Nederlandse zijde verzoeken om mede
werking aan de uitwerking van de Smokkel
route. Een medewerking die op een gedeel
telijke financiering van de tachtig benodigde
routeborden en brochures zouden moeten
neerkomen. Via de provinciale VVV van
Zeeland werd het Aardenburgse verzoek om
medewerking naar de ANWB doorgespeeld.
De heer Cuelenaere ziet de Smokkelroute
als een alternatieve attractie voor het toe
risme. Volgens hem moeten de recreanten
aan de kust tijdens slecht weerperioden
naar het binnenland gelokt worden om
daar eens kennis te maken met „de rustige
en schone Vlaamse landerijen."
„Dat is eigenlijk de basis waarop ons
initiatief is gestoeld. Dat de mensen met
minder goed strandweer mogelijkheden moe
ten hebben om iets anders te gaan doen.
Ons routegebied biedt een ideale afwisseling.
De Smokkelroute loopt onder meer door
een krekengebied, werkelijk een oase van
rust en pracht. Rust die je er met volle
teugen kunt genieten. Het interessante van
deze route is verder dat-ie over een grote
verscheidenheid van grondsoorten voert. Je
komt zowel door kleistreken als door zand
gebieden en dat brengt wisselende vegetatie
met zich mee. Ook de bouw van de zes
plaatsen die je aandoet is verschillend van
elkaar," propageert de heer Cuelenaere.
Burgemeester Focke zegt er van overtuigd
te zijn, dat er uit de gemeentelijke ver
broedering, die sinds eind 1972 bestaat,
nog veel meer goede zaken zullen voort
spruiten. „Dat gaat wel lukken. Deze toe
ristische route is ook formidabel gelukt."
De verbroedering tussen de Belgische ge
meenten en Aardenburg stelt hij ook als
een mooi voorbeeld van internationale sa
menwerking. „Waar de wereld vandaag zo
over schreeuwt, over verbroedering en inter
nationale samenwerking, gebeurt bij ons
al jaren. We zijn feitelijk een voorbeeld
voor de toekomst. Op zondag feesten de
Nederlanders en de Belgen hier met elkaar,
door de week werken ze hier met elkaar
en destijds smokkelden ze hier met elkaar.
Daarom is die Smokkelroute zo de moeite
waard, die straalt iets uit," geeft burge
meester Focke als hint.
Oona Maartense - Glaser.
11