Later, aan tafel, hervatten Alvin en ik onze discussies waar we vorig jaar waren gebleven. Hij over zijn job op elektronisch/ medisch gebied (nee, geen leugendetectors), ik over het plezierige leven als je gepen sioneerd bent en toch nog wat omhanden hebt. Sommige buitenlanders liggen je nu eenmaal goed, en dit zou een prettig bezoek worden. Ze maakten het niet laat, die avond na de vermoeiende vliegreis, en slie pen een gat in dc volgende dag. We com bineerden ontbijt en lunch tot een „brunch" en gingen eens in Veere kijken, reden lang zaam over de Kaai. Nee maar, heeft die hier gewoond? Sure, zei ik. Hendrik Willem van Loon? Alvin: z'n boeken worden nog volop gelezen, in de States: zijn visie op dc geschiedenis van de mensheid, zijn boeken over de ontwik keling van de scheepvaart, van de cultuur. We vertelden over zijn manier van werken, zijn leven hier en er was wéér een gedach- tenbrugje gemaakt tussen de V.S. en Veere. Kr was vrijwel niemand op straat die regen middag, maar het stadje was mooier dan ooit onder een sombere buienlucht: de ranke torenspits met het vergulde scheepje reisde door de wolken zo leek het vanaf de straat precies zoals de KLM-DC10 over diezelfde wolkenmassa's reist: van bovenaf een sneeuwwit dek, duizenden mijlen lang. De volgende gietbui bracht ons in de Campveerse toren, in het knusse zijzaaltje naast de eetzaal. Hete thee met wat Alvin Apfelstrudel noemde; ach nee, dat is geen Hollands woord. We kijken over het water met de lome grijze rollers, naar een schip war daar ligt. She's in trouble, merkt hij op: moet je zien, het zinkt zowat en ze pompen uit alle macht! Wel, zeggen wij, dat is gewoon de zandzuiger. De schipper heeft het ruim nu vol met zand en het overtollige water pompt hij net zo lang weg tot er alleen maar zand over is. Dan vaart-ie weg om dat ergens anders te ver kopen, terwijl het meer hier dieper wordt voor de zcilsport. Pure business! We vertellen over de afsluiting, de nu beboste ondiepten, de New Forest paardjes op de Haringvreter, de nieuwe eilanden met de aanlegsteigers, de sterke stroom voor de haveningang hier die het je zo moeilijk maakte om binnen te zeilen. De overstro ming van 1953 toen de kaden hier blank stonden en het zeewater de straatjes bin- nenkolkte. Dan is het droog. We lopen verder, ver talen het opschrift bij de raadhuistrap, la ten de stenen met de ketting zien die mis dadigers om de hals kregen. Kijk, hier zit ten de gaatjes in de gevel waar de halsband aan vast zat: terugrekenend kun je consta- we ontmoetten hen in Vallauris, onder de plataan en de bronzen Picasso teren dat de mensen vroeger kleiner waren dan nu. We zien hoe het stadje goed be woonbaar is: a functional museum noemt Alvin het. Gauw, weer zo'n bui, we schieten ,,'t Wapen van Veere" in. Aan de bar blijkt dat ze zich hier thuis beginnen te voelen, onze vrienden uit Ohio. Die avond toont de weerkaart van kwart over acht een zwakke rug van hoge lucht druk. de volgende morgen rijden Alvin en ik om negen uur naar dc jachthaven. Zelf heeft hij een soort Randmeer-boot, 'n Ame rikaanse eenheidsracer: hij helpt mijn kajuit boot optuigen. Het gaat allemaal heel han dig en even later zeilen we het verlaten meer op. Af en toe zon door een bleekblauw gat in de wolken en dan flonkerende licht jes op het water waar de boot een bellen- baan over trekt, heel zacht sissend (maar dan moet je goed luisteren). Weer langs het stadje: een deuntje van het carillon en dan de uurslagen. Ais je voorbijzeilt wisselen stadhuis en kerkmas- sief van plaats. Bomen raken hun blad kwijt en er worden steeds meer trapgeveltjes zicht baar, het is oktober. Drukke binnenvaart met motorengedreun achter Veere om, lange zwarte schepen met het woon-, stuur-, stuw en denkgedeelte in het wit helemaal achter op: de rest is vracht en ruim. De binnen vaart: Veere heeft er geen boodschap aan: heel klein woon- en watersportstadje met subliem silhouet gezien vanaf de Mossel plaat waar we meren. Wandeling over het knap-ontworpen ei land om de benen te strekken en warm te worden. Sporen van barbecues; popu liertjes die het moeilijk hebben, een zand bak voor de peuters, een kleine jachthaven voor passanten. Meeuwen, koeten en eend jes worden wat nerveus. Klokketonen over het water, toenemende wind alweer. Koffie gezet aan boord; zitten kijken naar een grote witte krab, zeker 20 cm, die dc mos- heel anders dan toen Hendrik Willem van Loon hier verbleef

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1974 | | pagina 17