orgelbaas. Toentertijd minstens zo belang
rijk als een „popgroep" nu.
De zaken gingen goed. Het slijpstel kon
op een gegeven moment op een hondekar
en tenslotte kon een hitje worden aange
schaft, waarmee men de boer op ging.
Huisgenoot en orgeldraaier Maarten van
der Have maakte praktisch de hele Zierik-
zeese periode mee. De baas en hij maken
donderdags en zaterdags trouw hun rondje
door Zierikzee en voor het orgel loopt
nog steeds een paard, Nellie. Vroeger wer
den de hitjes nog wel met winst doorver
kocht, maar Nellie heeft een respektabele
paardeleeftijd bereikt en wordt gehand
haafd. Een oud paard met karakter, lief,
betrouwbaar en geduldig, dat veel heeft
meegemaakt. Maarten en de Van Rossens
willen haar voor geen goud missen, Nellie
blijft, basta.
Na ,,'t Molentje" draaide Kees in de
veertiger jaren met twee orgels: „De 44er"
en „De Goliath". „De Goliath" moet wer
kelijk een reuze orgel zijn geweest. De baas
meent nu nog: „Dat was een prachtorgel",
maar hij moet er een beetje treurig aan
toevoegen, dat juist dat orgel de oorlogs
jaren niet zonder kleerscheuren doorkwam.
Het werd praktisch vernield. Kleine trom,
rumba's, koperen bekkens en dekzeilen
werden gestolen.
De scharesliep-orgelman kende naast het
plezier in zijn werk ook tegenslag. Het door
de bekende orgelbouwer Jac. Minning ge
bouwde latere orgel „De Mercurius" bleek
na de ramp in '53 verder onbruikbaar.
Op terugweg van een camping in Bruinisse
werd voor een paar jaar de „Neptunes I"
aangereden door een aangeschoten auto
mobilist. De orgelbaas belandde met z'n
kleinzoon in het ziekenhuis.
Narigheid mag hem niet bespaard zijn
gebleven, z'n werklust heeft er niet onder
geleden. Kees is 84, maar komt nog steeds
langs met zijn slijperskar, werkt voor zijn
vaste klanten en uitnodigingen voor het
orgel worden nog steeds aangenomen.
Kees, Maarten en paard Nellie zijn van
de partij, met orgel. Ze zijn bij geen Zie-
rikzeese fecstaangelegenheid weg te denken.
Donderdag is het marktdag, dan wordt er
gedraaid. Vrijdag uitrusten want zaterdags
is het orgel in de nieuwe buurt te vinden.
Alle toeristendagen wordt 's zomers ge
speeld en daarbij komen dan nog de uit
nodigingen, tot in België toe.
Een paar jaar geleden speelde Kees met
karnaval nog in zijn geboortestad. Ze waren
hem niet vergeten en hij werd zelfs benoemd
tot ereburger.
„Ze kennen me allemaal hoor, ook van
't slijpen. Als een van m'n zoons soms bij
een klant van me komt wordt er gezegd:
„Nee, we moeten je vader hebben!" „Ik
heb altijd hard gewerkt, ik kan niet stil
zitten."
De kinderen Van Rossen herinneren het
zich: „Pa ging vroeger vaak om half zes
de deur uit en kwam na vijven pas terug,
als hij niet in een logement bleef overnach
ten. Matte ook nog stoelen tussendoor.
Wener matjes en biczen zittingen, hij was
altijd bezig, ook voor anderen. Als de „Henri
Dunant" hier ligt gaan Kees en Maarten
een deuntje spelen, ze kregen er een leg
penning voor van het Rode Kruis."
Half oktober vierden Anneke en Kees
hun 60-jarig huwelijksfeest en er zullen
tussen kinderen, klein- en achterkleinkin
deren wel de nodige herinneringen zijn
opgehaald.
Dat het niet altijd meeviel, soms om
zeven uur op weg naar Haamstede en 's
avonds van acht tot twee doordraaien op
Westenschouwen. Of over die ene keer dat
op de bruiloft van de dochter van de baron,
op kasteel Moermond, zulke zware Eranse
wijn werd geschonken dat Maarten in ken
nelijke staat terugkwam en stevig op z'n
kop kreeg.
Anneke zegt: Zes kinderen, 't was een
heel huisgezin. Maar Zeeuwen zijn aardige
mensen en we hebben schappelijk verdiend,
Kees: „Ik ben met niks begonnen, nu heb
ik alles van mezelf, nooit m'n hand op
hoeven houden."
Een trotse en vitale orgelbaas die net als
de Neptunes II. een orgel dat gebouwd werd
door Jac. Minnings kleinzoon Martin uit
Rilland Bath, helemaal hoort bij het stadje
Zierikzee.
Joanne van der Stel.
Kees en Anneke op de bok van de scharesliep. Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee
„De gemeente Middelburg moet alle nog geprojecteerde
hoogbouw snel schrappen"
Vriendelijke dorpen verheffen hun torens,
tere vingers in de lucht van
Walcheren, Zeeuwsch-Vlaanderen,
symbolen van God, mens, aarde, leven.
Maar grootheidswaan
en vrees voor minderwaardigheid
verduisterde de blik van
stadsregenten en stedebouwers:
tere silhouetten en horizonten
zijn voor hen een onbekend gegeven.
Tekentafel, rapport, dossier en
sky-line zijn hun heilig,
hun heilig - dom.
De toekomst van henzelf en van
hun stad is bij hen veilig in beton.
Betonnen mastodonten rezen
uit hun graven alweer dood
voor dat ze stonden.
Ze schonden menselijkheid,
opgeborgen
in hoge, kille ladenkasten,
geen grond onder de voeten,
geen dak boven 't hoofd.
Het vegeteren
was een moeten.
Nu is 't geloof in
Babel's nieuwe torens
aan het tanen.
God zij geloofd
Straks kan een mens zich
weer in Zeeland wanen.
Joris van Hoedekenskerke.