gebeurde. Goes had daarbij uitsluitend de
bevordering van het marktbezoek op het
oog, immers, een dam door het Zwake
bood weer meer agrariërs de mogelijkheid
om in Goes zaken te komen doen.
Ondanks de kortere verbinding naar het
Schenge schijnt de toestand waarin de
Goese haven verkeerde nog ver van ideaal
te zijn geweest. Dat is ook wel verklaar
baar, het was tenslotte nog slechts een
primitieve tijhaven die met moeite op diepte
kon worden gehouden. Bovendien werden
de gebruikte scheepstypen groter en nam
hun diepgang toe.
Ook verondieping van het Schenge baarde
ernstige zorgen. Men kan zich dus voor
stellen dat het stadsbestuur al het moge
lijke in het werk stelde om de toegang
naar en het gebruik van de haven veilig
te stellen.
In 1586 werden aan de beide uiteinden
van de haventoegang schansen gebouwd,
in samenhang met andere verdedigingswer
ken van de stad. Voor het gebruik van de
haven hadden deze werken overigens geen
betekenis.
Zolang de tachtigjarige oorlog duurde,
moesten de Goese bestuurders lijdzaam
toezien dat haven en haventoegang lang
zaam maar zeker dichtslibden. Nauwelijks
was dan ook de vrede van Munster een
feit, of het gemeentebestuur vroeg de Staten
Zodoende ontstond dus een nieuwe
scheepvaartweg, maar dan in noordelijke
richting. Dal was trouwens ook dringend
nodig, omdat voor Goes de scheepvaart
toen al een zeer belangrijke bedrijfstak
was. Vooral in de 15e eeuw had Goes
een druk scheepvaartverkeer op Engeland.
Door de voortdurende bedijkingen die
het landbouwareaal aanzienlijk deed toe
nemen, kreeg Goes bovendien steeds meer
betekenis als centrum van agrarische han
del. Toen in 1442 de scheepvaartweg werd
verlegd naar het Schenge. heeft het ge
meentebestuur zelfs bevorderd dat Filips
van Bourgondië aan de dijkgraaf van de
Watering bewesten Yerseke toestemming gaf
het Zwake definitief van het buitenwater
af te sluiten, hetgeen in 1445 dan ook
Plattegrond van de nieuwe haven (Overgenomen uit De Tegenwoordige Staat van Zeeland)
Cci'hj'L' op (ie Haven. eit "WelkerCHikjis te G-OTQfi.
14