visserij, die technische en biologische ad-
vezen geeft aan de visclubs voor de in
richting en het beheer van hun viswateren.
Wie een vijver of plas met vis wil bezetten
kan niet ongestraft teveel vis van bepaalde
soorten in dat water zetten. Milieu (biotoop)
voedseltoestand en waterkwaliteit spelen
naast de hengeldruk en voortplantingsmo-
gelijkheden een rol in het beheer.
De Organisatie Verbetering Binnenvisserij
is de instantie, waar de pootvis besteld kan
worden, die met overheidssubsidies aan de
visclubs geleverd wordt.
Deze O.V.B., die in de Flevopolder, Beesd
en Valkenswaard grote kweekvijvers heeft,
doet veel aan rasverbetering en experimen
ten voor introduktie van nieuwe vissoorten.
Er worden al karpers gefokt, die bijzonder
vechtlustig zijn en toch nog bijtgraag genoeg
om het aasje te pakken.
Hengelaars hebben niets aan vissen, die
heel moeilijk te vangen zijn. De grote massa
is echt geen hengelprofessor, die de meest
geraffineerde technieken kent om een vis
tot bijten te verleiden. Hij is een man, die
doodgewoon een lekker dagje uit wil blazen
achter een wuivende rietkraag. Het gaat
hem vaak niet eens om de vis, die hij soms
weer laat zwemmen.
De laatste jaren is een kast vol nieuwe
visboeken op de markt verschenen, waarin
vele schrijvende vissers en vissende schrij
vers hun technische foefjes en vangtechnie-
ken voor dikke honoraria aan de uitgevers
en de hengelaars, hebben blootgelegd.
Kanjers gevraagd.
De sportvissers wensen in het algemeen
een visserij-beheer, dat grote vis, dus kan
jers aan de hengel oplevert. Waar een
beroepsvisser vooral vis voor de verkoop
wil vangen, die wat omvang en kwaliteit
betreft, vooral goed in de handels- en con
sumptie-markt ligt, wil de sportvisser bij
voorkeur kanjers in zijn viswater.
Bij de opbouw van een visstapel is het
dus zaak een zeer speciale leeftijdsopbouw
van jonge tot en met meerjarige vissen te
verzorgen, die deze bezetting met veel grote
vis oplevert. Vooral de laatste jaren is een
roep uit de georganiseerde sportvisserij,
de natuurlijke produktiekansen van het o-
penbare water zoveel mogelijk te benutten.
Sportvissers zijn dus heel begrijpelijk ook
verwoede aanhangers van de verenigingen
voor milieu-hygiëne, die met grote felheid
tegen de toenemende watervervuiling strij
den.
De sportvissers en hun clubs maken overi
gens graag februik van de deskundige ad
viezen en technische hulpmiddelen van de
vakbekwame beroepsvissers. In de toekomst
liggen er ook voor beroepsvissers, die hun
water of visstapel beschikbaar stellen voor
de sport, beslist kansen in bepaalde streken
(beheerseenheden) op te treden als een
soort visserij-opziener.
Dankzij enkele goede broedjaren zal de
visstand in de zeventiger jaren, ondanks de
watervervuiling waarschijnlijk wat verbete
ren. Vooral de broedexplosies van de snoek
baars in 1969 en 1970 beloven alle goeds.
Nieuwe vis.
Biologen van het R1VO en onderzoekers
van de afd. Sportvisserij, Beroepsbinnen
visserij en de Organisatie Verbetering Bin
nenvisserij bestuderen gezamenlijk of in goed
overleg ook de mogelijkheden voor het uit
zetten van nieuwe vissoorten, die van be
lang voor de sportvissers zijn.
Er zijn de laatste jaren zeer geslaagde
proeven met het uitzetten van regenboog-
en beekforel op vele wateren genomen. De
forel op het voedselrijke, afgesloten Veerse
Meer vertoont zelfs groeirecords, die ner
gens in Europa geëvenaard zijn. Forel, die
in 1968 25 cm lang en 150 tot 200 gram
zwaar werd uitgezet, blijkt half 1971 al
80 cm en 11 tot 12 pond zwaar.
Er worden ook proeven genomen de
meerval terug op het Nederlandse binnen
water te brengen. Deze enorme roofvissen
kunnen een welkome aanvulling geven op
de snoekstand, die door het groeiend le
gioen broeders in Petrus overbevist dreigt
te raken. In sommige wateren staan al
meer snookers langs de kant dan er snoeken
in het water zitten.
De komende jaren zullen ook proeven
genomen worden met het uitzetten van de
zogenaamde zwarte baars. Een recente
proef voor het uitzetten van graskarper,
die weinig bijtlustig blijkt, maar overdadig
groen uit de poldersloten zou kunnen eten.
lijkt mislukt.
Het IJsselmeer wordt door de biologen
als een nationaal kweek- en broedgebied
voor snoekbaars, baars en witvis beschouwd.
Sinds de kuilvisserij (trawlnet op aal) in
1969 werd verboden, krijgt de schubvis
alle kans zich hier te vermeerderen.
Sportvis-K.N.V.B.
Begin 1971 hebben de bestaande bonden
en hengelsportfederaties een principebesluit
genomen om te komen tot de oprichting
van een nationale overkoepelende organi
satie-structuur. Er gaat dus een soort
KNVB voor sportvissers komen, die orga
nisatorisch van eminent belang kan worden.
Via een centraal bestuur en centrale
administratie lijkt een ideaal voor de uitgifte
van een soort nationaal hengelpaspoort
mogelijk te worden, dat wil in de visserij
praktijk zeggen, dat het mogelijk wordt
door afspraken van vele grote beheerseen
heden van viswateren, vergunningen voor
vele viswateren op een eenvoudig papiertje
uit te schrijven. De man die bijvoorbeeld
in Maastricht lid is van een Maasclub, kan
ook gratis in de Maas bij Den Bosch of
in het IJsselmeer of de Friese meren vissen.
En omgekeerd.
RIVO-biologen actief.
De komende jaren gaan ook de visserij
biologen van het RIVO meer onderzoek doen
naar het gedrag en de trekwegen van de
verschillende zeevissen zoals schol, makreel,
zeebaars, geep, harder, die van groot belang
zijn voor de hengelsport. De zeehengelaars
kunnen veel leren van deze tips, omdat de
trekwegen, voedselvoorkeur, favoriete bo
demgesteldheid en wijze van azen, belangrijk
kunnen bijdragen in de vangstsuccessen.
Uit merkproeven is al gebleken, dat schol
en aal een soort navigatie-orgaan hebben,
dat op dat van een postduif lijkt. Schol
en aal, die wordt weggevangen en elders
uitgezet, komt terug op de plaats, waar
hij kennelijk zijn thuis had. De biologen
hebben nog geen idee welk navigatie-or
gaan van de vis dit mogelijk maakt.
Het is cén van de vele raadselen van de
natuur, die ook de sportvissers zo boeit.
Voor de rechtgeaarde sportvisser is het
hele leven van de vogels, dieren en libellen
rondom hem aan het water, net zo belang
rijk als de bewegingen van zijn dobber.
Vandaar het nationale advies „Man ga
vissen", dat voorkomt overspannenheid en
onnodige doktersrekeningen.
Cor van Heugten.
t Het tracé van de 380 KV hoogspanningsleiding
Geertruidenberg-Borssele zal dwars door één van
de mooiste gebieden van Zuid-Beveland lopen en
dit onherkenbaar gaan verminken
t De scheppingswind fluistert er
t nog in hoog opgaand geboomt.
t Populieren, wilgen,
t dijken, een kleine weel,
een akker, omarmend struweel
in de bocht van een verborgen weg.
Te veel om op te noemen,
die rijkdom van Zuid-Beveland.
Landschap wijds en toch besloten,
t met dorpen als dromen,
en huizen, geboren uit het veld.
En dan, achter een dijk
ineens de Westerschelde.
„Landschappelijk geleuter
van bemoeials met milieu-complexen,
remt maar ontwikkeling en groei!
Daarom die masten in de grond geramd,
het dradennet gespannen dwars over
dam en bomendijk.
Verdomd, we hebben schijt aan
t landschaps- en milieu-gezeik
en al die Zeeuwse sentimenten!"
De scheppingswind fluistert er
t tevergeefs tegen stalen masten,
en zoekt populieren, wilgen,
vindt gescheurde dijken,
t de weel gedempt en
d' akker vol betonnen fundamenten.
Vooruitgang zonder God,
maar met 380 kilovolt,
en centen
Joris van Hoedekenskerke.
22