ONDERHOUD nen" komen, het zijn tevens voor wat betreft de afmetingen, de grootste en de kleinste van onze duikeenden. De Eidereend is met zijn 61 cm lichaams lengte en een vleugelspanwijdte van 104 cm verreweg de grootste en is gemakkelijk te herkennen aan zijn bonte verschijning: kop, rug en borst zijn wit, de rest zwart, boven dien heeft hij een zwarte band, als een masker, over de ogen. Wat bij de Eidereend eveneens opvalt is de ver op de kop door lopende bovensnavel, deze bereikt vrijwel het oog. Rest nog de Ijseend, ook deze is moeilijk te verwarren met andere soorten. Zoals gezegd is hij het kleinst, dit wordt enigszins gecompenseerd doordat een aantal staart- pennen sterk zijn uitgegroeid en ongeveer een kwart van de lichaamslengte innemen, in totaliteit lijkt hij daarom wat groter dan bijvoorbeeld dc Kuifeend maar is het niet. De vogel heeft een witte kop met een grote bruine vlek in het centrum, donkere borst door ing. J. T. H. C. Schepman. Heeft u „de zeilsport" wel eens gelezen? Jawel, dat ballast-achtige boek van H. C. A. van Kampen, en geheel herschreven door ir. J. Loeff. Aan het voorwoord ont lenen we het volgende: „De grote ver dienste van wijlen H. C. A. van Kampen, die in 1923 met een standaardwerk over het zeilen kwam, is zo onmiskenbaar, ter wijl niemand over dit onderwerp in onze taal kan schrijven „zonder op zijn publi- katie terug te grijpen". En zo is het ook. Neem maar welk onderwerp ook, het staat wel in „De Zeilsport". Het hoofdstuk onderhoud en behandeling van de boot geeft antwoord op vele vragen. Nu de tijd weer aanbreekt om het schip weer vaarklaar te maken is het goed om zo'n hoofdstuk nog eens door te bladeren. Je pikt hier en daar wat op. en rugstreep, de zijden zijn hoog cn wit, evenals de onderstaart, een bonte verschij ning dus die hem goed kenbaar maakt. Hiermede heb ik u geattendeerd op een groep eenden die, zoals u gelezen hebt, voor het grootste deel aan de kust gebonden is, in Zeeland kun je daar, dacht ik, moeilijk omheen. U zult wel bemerken dat het echter in veel gevallen niet zó simpel is, als het lijkt, omdat deze eenden meestal wat verder uit de oever zitten, er op grotere wateren bijna altijd golfslag is, het zicht wel eens wat te wensen overlaat, enz., enz. Er wordt mij nog weieens gevraagd wat nu een goed vogelboek is, het antwoord luidt: „Gids voor de vogels van Europa" door B. Bruun, het is uitgegeven door El sevier. U veel „vogelgenoegens" wensend. TIPGEVER. Toch zou het boek dat geheel gericht is op houten en stalen jachten ook nodig eens een opknapbeurtje moeten hebben voor wat betreft de polyester boten. Als we daarover gaan praten dan moet u in de allereerste plaats denken aan Poly- service in Arkel (bij Gorkum). Daar weten ze alles van koud hardende en gewapende kunststoffen. We hebben er een hele instructieve map van. Het is beter uw specifieke probleem aan hun voor te leggen. Of u nu een polyester jacht wilt bouwen, een zeilkano of een model van wat voor scheepje dan ook, hun devies is: we zitten er voor. U krijgt advies over de te gebruiken pro- dukten. U kunt les krijgen in het gebruik van die materialen als het om grote pro- iekten gaat. Joachim Schuit liet met foto's van Poly- service een boekje verschijnen „Zelf repa reren van polyesterschepen". U kunt er niet omheen. In 1973 verscheen eveneens van Schuit een boekje: „Houdt zelf uw schip in konditie." In het voorjaar staan het schilderen, de mast en de motor in het middelpunt van de belangstelling. In de zomer komt het sopwerk aan de beurt, in dc herfst gaan we al weer aan de winterberging denken. En wat kan je in de winter aan een schip doen? Wel, in de zomer heeft u misschien wat handige dingen gezien toen u aan het „buurten" was op een ander schip. Dan is de tijd aangebroken om echte verbeteringen aan te brengen, of te bedenken wat er allemaal „zou kunnen gebeuren". Te zien op dit gebied is er genoeg. De boekjes van Schuit zijn vertaald door H. Th. Janssen. Dezelfde meneer Janssen schreef ook een boekje over zelf een boot bouwen, afbouwen, verbouwen, repareren en onderhouden. Nu we het toch over verbeteren hebben, leent u dan het boekje van Charles Jones eens; verbetering en reparatie van uw po lyester jacht. Ook al vertaald door meneer Janssen. Een bijzonder aardig, maar oud boekje is van J. M. Brasser. De tweede druk is in 1952 herzien door A. van Oudgaarden. Het is een echt brok werkplaatstechniek waarin nog gesproken wordt van toplichten van 8 kaars. Toch is het een praktisch handboek voor onderhoud en reparatie van kano's, roei-, zeil- en motorboten, zoals de ondertitel aangeeft. Er staan heel be knopt een aantal zeer praktische zaken in vermeld. Een moderner boekje is: Aankoop en onderhoud van uw zeilboot (met vele teke ningen) van J. Sytema, uitg. 1973. In dit boekje worden zeilboot-types eens goed op een rijtje gezet, terwijl tevens een beknopt en duidelijk overzicht gegeven wordt, wat er zo het hele jaar te doen is. In het ABC voor de watersport door Ltz Al J. F. Brongers kunt u alles nog eens alfabetisch opzoeken. Het is een uit gave van Luitingh te Laren (1971). Het is een boek om zelf te hebben voor iedere vakman, kenner en geïnteresseerde leek. Bij het onderhoud mag zeker een anker of een dreg niet vergeten worden, omdat een tijdig uitgeworpen anker in noodsituaties het behoud van een schip kan zijn, en een slordig afgemeerd schip veel schade kan veroorzaken. Lt.-Colonel A. T. Colin schreef: Anchors and mooring for small craft. Oorspronkelijk in het Frans geschreven is het in het Engels vertaald door F. J. Gerson. Speciale boeken over behandeling van motorboten zijn: Alles over uw motorboot door Martin van Daal en The complete motor-yachtsman's manual door Loris Go- ring. Vooral het laatstgenoemde boek is een goed technisch werk, waarin veel aan dacht geschonken wordt aan de installaties. Als u dan uitgeput bent van alle gewroet en gekrabbel, als u zich lui voelt door uw dagelijkse beslommeringen grijp dan eens naar The bunkside book. A yachtsman's miscellany. Gewoon een boek met goede korte verhaaltjes door tientallen medewer kers geschreven en bijeen gebracht door C. Rutten Fletcher. Ervaren zeilers zullen er veel in vinden war hun interesseert, voor nieuwelingen worden er veel vragen opgelost die in de gewone standaardwerken niet aan bod komen. Alle genoemde boeken zijn gratis te leen in de Technische Bibliotheek Zeeland, Edi- sonweg 4, Vlissingen, waar een uitgebreide maritieme kollektie voorhanden is. Openingstijden elke werkdag van 817 uur en vrijdagsavonds van 19—21 uur. Inlichtingen 01184 - 55 55, toestel 3 87. Ing. J. T. H. C. Schepman, adj. bibliothecaris van de Tech nische bibliotheek Zeeland, Edison- weg 4, Vlissingen. Inlichtingen 01184-5555 toestel 387. Jachthaven Vlissingen. Foto: J. Schepman. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1975 | | pagina 12