:en rustig landweggetje tussen Heille en Aardenburg ligt het streeklandbouwmuseum. Foto: Paulus Maartense, Hoek. er een geschil bestond tussen de stichting en de beheerster. Inmiddels is deze zaak voor het gerecht beslecht. Een nieuwe ex ploitant zal „De Schaapskooi" voortzetten, die vanaf Pasen weer dagelijks geopend zal zijn. In bruikleen. Alles wat in het streeklandbouwmuseum is tentoongesteld, hebben Zecuwsvlaamse landbouwers, die deze zaak een warm hart toedragen, in bruikleen gegeven. ..De stich ting koopt niets. Wel knappen we de werk tuigen op, zonder iets aan de oorspronke lijke staat te veranderen. We geven ze bij voorbeeld een lik verf om te voorkomen, dat de roest verder invreet. Af en toe res taureren we werktuigen door bepaalde on derdelen in de authentieke vorm er bij te laten maken." Herman Bakker weet waar hij over praat, want tussen de rondleidingen door behoort het toonbaar maken van de agrarische werktuigen en hulpmiddelen tot zijn be sognes. Middenin de boerenschuur, de winkel genaamd, staan de werktuigen opgesteld waarmee vroeger de akkers werden bewerkt, zoals ploegen, eggen, rolblokken, een mol- bord, oogst- en zaaimachines. De brochure die men over het streek landbouwmuseum kan krijgen, vertelt dat in de „winkel" de oogst werd opgeslagen, „in afwachting van verdere behandeling in de wintermaanden." Pronkstuk tussen de landbouwwerktuigen is de Waleploeg. „Daar bestaan er maar twee van in heel Nederland. De andere staat in het openluchtmuseum van Arnhem. De direkteur van dat museum, die ons museum een bezoek heeft gebracht, vond Pronkstuk van de tentoongestelde landbouwwerktuigen is de Waleploeg. Foto: Paulus Maartense, Hoek. het een juweeltje. Hij zei: zullen we ruilen, die van mij is veel slechter," vertelt Herman. Indeling. De indeling van liet museum bestaat ver der uit de paardestal, de dorsvloeren, de koestallen en de opslagplaats voor het veevoer. In de paardestal stonden tien tot twaalf trekpaarden. Zij deden het zware werk waar nu machines voor zijn inge schakeld. De originele „miengelbak" waarin het paardevoer werd samengesteld staat er nog en verder is er allerlei paardetuig, zoals garelen, borsttuig en draagzadels, te zien. In een hoek van de stal bevindt zich het „kevent", een pijpelaatje waar vroeger vier tot zes boerenknechten moesten huizen. De namen van de ex-bewoners met data zijn met messen in de houten wanden ge graveerd en zijn duidelijk te lezen. „De laatste knecht die hier heeft gebi- vakeerd, leeft nog altijd. Hij woont in het bejaardenhuis van Sluis. Af en toe komt-ie nog wel eens kijken. Het was wel klein hier, maar koud hadden ze het nooit, want de paarden zorgden voor gratis ver warming", licht Herman Bakker toe. De koestallen zijn in het museum omge bouwd tot expositieruimten, waarin appa raten staan die werden gebruikt bij de vlasbewerking en de zuivelproduktie. In de Herman Bakker demonstreert de karnton: „In de laatste wereldoorlog is de meeste, clandestiene boter gemaakt." Foto: Paulus Maartense, Hoek. vlasafdeling staan werktuigen die nodig waren om het vlasstro te repelen, roten, zwingelen en hekelen. De afdeling melkverwerking toont een ontromer, een karnton en botervaten. Her man demonstreert hoe het karnen in zijn werk gaat. „In de oorlog verzegelden de Duitsers deze tonnen, maar ik geloof dat er in die periode nog nooit zoveel clande stiene boter is gemaakt als toen." Een eindje verderop staan vitrines waarin tal van gebruiksvoorwerpen liggen uitgestald, onder meer houten vormen voor de kaas bereiding. Nog puntgave sjezen, een verewagen en een menwagen staan in de opslagplaats voor het veevervoer geparkeerd. Op folklo ristische hoogtijdagen worden deze roman tische voertuigen, voor het transport van 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1975 | | pagina 10