In landbouwmuseum Heille komt agrarisch
verleden van Zeeuws-Vlaanderen tot leven
de nieuwkomers terug te halen. „Goeden-
middag allevier. Komt u eerst nog even
een toegangsbewijs bij me kopen, dan gaan
we daarna een rondwandeling door de
schuur maken. En vraagt u dan maar wat
u weten wilt."
Zo werkt en animeert gids Herman Bak
ker dagelijks voor het streeklandbouwmu-
seum. Hij is er steeds op uit om alle be
zoekers van haver tot gort te informeren
over de werking en het gebruik van vroe
gere landbouw- en veeteeltwerktuigen.
Daarbij weet hij op amusante wijze
agrarische geschiedenisles te geven. Zijn
doel is om aan het publiek (sinds de ope
ning hebben al meer dan tienduizend men
sen het landbouwmuseum bezocht) een zo
positief mogelijke indruk van dit instituut,
vol landbouwsfeer uit het verleden, mee
te geven.
Enthousiasme.
Vier jonge Belgen naderen juist het kan
toortje, maar lopen het zonder gewetens
bezwaar prompt voorbij. ,,Dat doen ze nou
allemaal. Kennelijk valt die tekst op mijn
„Meest bewegelijke museumstuk" is het jonge Zeeuwse trekpaard Laura, geboren op
1 januari 1974. Foto: Paulus Maartense, Hoek.
Gids Herman Bakker: „Kinderen en volwassenen steken hier kennis op."
Enthousiasme Ligging In bruikleen Indeling Kinderboerderij.
„Nou moet je Laura, ons Zeeuwse trek
paard, ook nog zien. Die hoort er als
meest bewegelijke museumstuk ook bij."
Gekaplaarsd sopt Herman Bakker door
de zuigende blubberklei naar het weidehek.
„Laura!!" Eén keer haar naam roepen is
al voldoende. Met een ruk draait het jonge
dier zich om en komt in een stoere draf
op zijn stalmeester af.
„Ze denkt nu dat ze naar binnen mag
en een suikerklont krijgt. Dat zal 'r vies
tegenvallen. Ze moet tot half zes in de
wei blijven", zegt Herman. Onderwijl houdt
hij zo goed en zo kwaad als het gaat Laura
in toom. Ze ruikt als het ware dat ze
voor de mal wordt gehouden en alleen
maar even wordt geshowd. Ze gedraagt
zich koppig en probeert uit de greep van
Herman los te komen om zo op eigen
houtje de warme stal te bereiken.
Even later wijst Herman Bakker in zijn
afgeschot optrekje op een spaarpot met
daaraan een stuk papier. „Voor Laura. Ge
boren 1 januari 1974."
Voor het betreden van zijn kantoortje
attendeerde hij ook op een ander vel papier.
„Bezoekers gelieven zich hier te melden."
Het staat in een niet gering handschrift
op de deur in de entree van het Zeeuws-
vlaamse streeklandbouwmuseum. Achter de
ze geblindeerde, solide schuurdeur vertoeft
Herman in de regel als hij niet loopt te
gidsen of geen noodzakelijke klusjes aan
het opknappen is.
deur gewoonweg niet op, hoe groot ik 'm
ook schrijf".
De 29-jarige museumgids uit Aardenburg,
olijk, enthousiast voor zijn werk, humoris
tisch en gekleed in een blauwgerïpte kiel
en broek, veert van zijn zitplaats op om
In de „winkel", middenin de 300 jaar oude boerenschuur, staan oude landbouwwerktuigen.
Foto: Paulus Maartense, Hoek.
„Alle mensen die hier geweest zijn, moe
ten het de moeite waard vinden om nog
eens terug te komen. Op zijn minst moeten
ze er wat van kunnen oververtellen aan
anderen," vindt Herman Bakker.
Ligging.
Het streeklandbouwmuseum slaat aan een
vrij rustig landweggetje in Heille, een
buurtschap in westelijk Zeeuws-Vlaanderen
dat onder de gemeente Sluis valt, maar
dat veel dichterbij de stad Aardenburg
ligt. Het is ondergebracht in een driehon
derd jaar oude, imposante boerenschuur
en wordt financieel onderhouden door de
gemeenten Aardenburg, Oostburg en Sluis.
Hadden deze drie gemeenten zich des
tijds niet financieel garant gesteld voor
dit particuliere initiatief, dan was de
stichting streeklandbouwmuseum Heille
waarschijnlijk nooit van de grond gekomen.
In juni 1973 werd dit met de dag
groeiende museum officieel geopend.
Op overzichtelijke wijze wordt er een
stuk landbouwgeschiedenis van West-
Zeeuws-Vlaanderen in beeld gebracht. Op
een steenworp afstand van het museum
ligt het restaurant „De Schaapskooi".
In vroeger dagen was het een overwin-
teringsstal, die ruimte bood aan een kudde
van tweehonderd schapen. Enige tijd is
deze uitspanning gesloten geweest, omdat
9