Zeeland moet gewoon „Zeeland" blijven
WEL STRIJD AANBINDEN TEGEN ONBEKENDHEID.
Geen „overloop" en geen „Chinese muur".
Onze goede vriend uit Den Haag wil ons best zo eens een weekendje per
jaar in „her Zeeuwse" komen opzoeken Er moet dan wel mooi weer voor
speld zijn, en het tijdstip van het bezoek moet vallen in een periode, dat
het gegarandeerd „druk" is in onze provincie. Met Pasen of Pinksteren,
of hartje zomer.
Onze goede vriend hij is inderdaad een goed mens, daar niet van is
voor de rest van het jaar met geen stok er toe te bewegen de residentie
te verlaten om te komen kijken, hoe het er dan in Zeeland uit ziet.
Dat „weet" hij namelijk al: Dan is het in Zeeland „veel te stil", de wegen
liggen vol „met glibberige klei", en de „doodse stilte" wordt nog „dreigender"
door een „dikke mist", die „vrijwel altijd" aanwezig is.
Het is niet verwonderlijk dat onze goede
vriend hij werkt bij een rijksinstelling,
die nogal eens in het nieuws is er totaal
niets voor voelt om met die rijksinstelling
naar het noorden van het land te ver
huizen, „want daar is het al net zo als
in Zeeland
Onze goede vriend is een springlevend
voorbeeld van wat rapporten en statistieken
in ambtelijke taal en droge cijfers al eerder
hebben aangetoond: Zeeland is bij velen
minder geliefd als woonoord, hoogstens ge
schikt om in het seizoen eens met vakantie
te gaan, maar„als je een beetje mens
bent, ga je niet in Zeeland wonen
Het migratie-rapport, dat het provinciaal
opbouworgaan „Stichting Zeeland" midden
vorig jaar uitbracht, spreekt ook over de
onbekendheid van onze provincie duide
lijke taal. (En het is niet het enige rapport,
dat dit doet).
Buiten onze provincie is de bekendheid
over Zeeland betrekkelijk gering. Op de
vraag in welke provincie men het liefst
zou wonen, komt Zeeland het laatst uit
de bus
We hebben het zelf vaak ervaren: Ge
sprekken met in de randstad Holland wo
nende relaties over zaken, die ons hier
beroeren, zoals de Oosterschelde-kwestie
en de vaste oeververbinding over de Wes-
terschelde ontaardden meestal in monolo
gen onzerzijds. Onze bekenden het klinkt
wat verwaand, maar ze behoren niet tot
de domsten bleken meestal van dit soort
dingen zeer weinig, of niets af te weten.
Zeeland was en is voor hen een vaag
begrip over „dromerige" verten uit het
boekje van dr. P. H. Ritter jr., over stoere
vissers, stugge boeren, vriendelijke oude
vrouwtjes in klederdracht en hier en daar
wel moderne campings en jachthavens, dat
wel
Maar voor de rest? Een land waar je
niet gaat wonen.Natuurlijk niet
„En een brug naar Zeeuws-Vlaanderen?
Hoort dat land nou bij België, of niet? En
hebben ze daar niet van die veerpontjes?"
Zeker, onze provincie is een streek met
inderdaad nog stoere vissers, en boeren, die
niet over zich laten lopen. En er leven
Een stukje Zeeland; een land waar 't goed wonen is voor „Zeeuwen en anderen.
Foto: Wim Riemens. Middelburg.