„Kraalwerk" en „kraaltjes-kraalwerk" Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee. gezicht, temeer daar de stand van de krul len alle ruimte bood. De huidige dracht dicteert het anders en de strikken slijten hun bestaan in het sieradendoosje. Bij de haaropmaak wordt het uit de kruin naar voren gekamde haar over een haarlint teruggeslagen. De zo ontstane rol wordt gedeeld en in twee ge draaide lokken plat boven het voorhoofd gelegd. Het achterhaar vormt samenge bonden en opgestoken het „kuufje". Aan het piqué ondermutsje zitten twee bandjes die kruiselings om het hoofd gaan en bovenop worden vastgespeld. Het mutsje is voorzien van een kantje dat door de draagster is versierd met witte en melk- glazen kraaltjes. Op werkdagen houdt de Axelse het vaak bij de ondermuts of draagt een door de weekse bovenmuts. Op zon- en feestdagen komt de „beste" muts er aan te pas. Het is een trekmuts bestaande uit een batisten bol, het „klakje" en een aangenaaide strook kant, die de „reep" wordt genoemd. Bij de soberder uitgevoerde mutsen be staat deze reep uit geborduurde katoen met een ingeweven patroontje of kaasdoek dat met verschillende borduurtechnieken in wit is bewerkt. De tegenwoordig gebruikte kan ten vertonen meestal bloempatronen. Vroeger was er vaak sprake van een vogel motief in de z.g. kievitskant. Het motief bestond uit een bloemvaas met aan weers zijden een kievit. Aan de „reep" zijn twee stukjes kant genaaid, de „oortjes", die schuin omhoog tegen de muts worden gespeld. Het batisten „klakje" is voorzien van fijne naaldplooitjes die met de nagel wor den aangebracht. Onderaan de muts zit een kittig wit strikje. Het restant van de vroegere geelgroene zijden strik met bloemmotieven die in onbruik is geraakt? Indertijd werden dergelijke feestelijk ge borduurde strikken in andere linten ook op het schort gedragen. De gouden muts- spelden gingen in de loop der jaren even eens uit de mode. Gehandhaafd bleef in ieder geval de bloedkoralen ketting be staande uit vier of vijf rijen kralen met gouden slot. In Axel wordt het slot aan de voorzijde gedragen. Het bestaat uit een rond mid denstuk met twee halve-maanvormige zij stukken. In het middenstuk van de „zeuge", zo wordt het slot genoemd, prijkt in tegen stelling tot andere Zeeuwse sloten, een grote ronde bloedkoraal. Ook de granaten kettingen zijn in deze streek doorgaans van een dergelijk Axels slot voorzien. Geraadpleegde literatuur: Kostuum en sieraad in Zeeland - J. de Bree. Neder landse klederdrachten - Elsa M. Valeton. Klederdrachten uit de serie De schoonheid van ons land - F. W. S. van Thienen en J. Duvvetter. Joanne van der Stel. WATERTOERISTENBELASTING. Het is eigenlijk niet billijk, dat iemand, die een vaste ligplaats heeft in een van de jachthavens aan het Veerse Meer en dus voor een geheel seizoen water toeristen belasting betaalt, ook nog eens die belas ting moet betalen, wanneer hij één of meer etmalen in een andere haven aan het Veerse Meer verblijft. Het dagelijks bestuur van het recreatie schap „Het Veerse Meer" heeft daarom aan de gemeentebesturen voorgesteld om op dit punt een soort „gentlemen's agree ment" te sluiten door met elkaar af te spreken, dat in dergelijke gevallen géén watertoeristenbelasting verschuldigd zal zijn. De Veersemeer-gemeenten hebben op dit voorstel positief gereageerd. Wanneer ie mand een bewijs kan tonen, dat hij reeds voor een geheel seizoen watertoeristen belasting in Veere heeft betaald, dan be hoeft hij niet opnieuw watertoeristenbe lasting te betalen, wanneer hij enkele dagen in Kortgene verblijft. Dat bewijs zal uni form geregeld worden in de vorm van een sticker. De vaste wil om samen de problemen op te lossen werpt ook in dit geval weer vruchten af! Twee vakbonden in Zeeland hebben protest aangetekend tegen de uitbreiding van Pechiney, de aluminiumfabriek aan het Sloe. Een schoon leefmilieu was hen meer waard dan een geringe uitbreiding van de werkgelegenheid De rook kruipt lui omhoog en vlammen vreten aan de Zeeuwse wolken. 't Is net alsof de duivel daar zwavel kookt in een grote pot. Maar al dat hels gedoe blijkt voor „de welvaart van het volk" en voor de Zeeuw, die toch ook eten moet De fluor regent op de landen, op mens en dier, en bindt de boer z'n handen. Maar geen ge-ouwehoer! De industrie is hier, „die stookt haar vuur niet voor de winst alleen1" Ze hebben het een tijd lang zo genomen en aan hun volgelingen zelf dit woord gepreekt. Totdat een gore damp hen in de longen beet, en vrouwen zuchtend vensters gingen slui,ten En ook bij hen gaat dan de kruik zo lang te water tot ze breekt Joris van Hoedekenskerke. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1975 | | pagina 7