Na de afsluiting van de Grevelingen is het ook geen tijhaven meer. De geuren van pek en reer zijn er vervangen door die van zonnebrandcrème en patat, althans in de zomer. Bij winterdag is alles er stil en verlaten. Door de plaatselijke bevolking werd het woord „haven" vroeger maar weinig ge bruikt. Meestal sprak men over de kaoje (kade). Het aantal havens waarover Zeeland nog in de twintiger jaren beschikte was bepaald niet gering, zoals blijkt uit de volgende gegevens. Schouwen Duiveland 13 Noord-Beveland 7 Zuid-Beveland 19 Tholen S St. Philipsland 2 Zeeuws-Vlaanderen 16 Totaal aan havens 65 Uit de aard der zaak speelde de haven ook in het dorpsleven van vroeger een rol van betekenis. De binnenvaartschepen brachten er leven en vertier en een aantal ingezetenen vond ongeregeld werk bij het laden en lossen. Daarom bleef het vertrek en vooral de aankomst van schepen meestal niet onopgemerkt. Ook de oudere dorps bewoners kon men dagelijks bij de haven aantreffen en vaak waren daar ook wel enkele oud-schippers bij. Bij goed weer was de klapbank er vaak het ontmoetingspunt en bij minder prettig weer was er nog altijd wel een oppertje te vinden, zoals blijkt uit het hierbij afge drukte plaatje van de oude haven te Brui- nisse. Op de voorgrond is duidelijk de schuif te zien waarmede de spuikom destijds werd bediend. In de loop der jaren ontstond op de eilanden een min of meer belangrijke schip- persbevolking, die vaak van geslacht op geslacht de aan- en afvoer van goederen verzorgde. Van het uitsluitend plaatselijke vervoer konden de meeste schippers echter niet bestaan. Daarom zochten ze tevens elders emplooi voor hun schepen. Als „wilde" schippers zwierven ze overal, niet alleen in Nederland, maar ook langs de Rijn, in België en Noord-Frankrijk. Over het alge meen probeerden ze wel omstreeks Kerstmis en Nieuwjaar in hun thuishavens te zijn. Ofschoon als regel in elk havendorp wel enkele schippers hun domicilie hadden, waren er toch bepaalde plaatsen waar het merendeel van de Zeeuwse schippersfamilies vandaan kwam. Verhoudingsgewijs stamden de meesten van hen uit Tholen en St. Phi lipsland. Vooral in de dorpen St. Annaland en St. Philipsland hadden veel schippers hun thuishaven. In mindere mate kwamen ze uit Stavenisse, St. Maartensdijk en Scherpenisse. Als schippersplaats spande Terneuzen echter de kroon. Namen als Aarnoudse, Theunisse, Van der Klooster, Van IJsseldijk, Van Houdt, Dane, Van den Boomgaard en Fluijt behoorden destijds toe aan bekende schippersfamilies van het eiland Tholen. Van St. Philipsland waren afkomstig de schippersgeslachten Faasse, Hooglander. Van Dijke, Reijngoudt, Verwijs en Den Braber. In Terneuzen tenslotte waren vooral de namen Kanters, Vermeulen, Weiland, Den Outer, De Bruijn, Balnikker, Bootsgezel, Doorns, De Lege, Leun is en Meeuwsen be kende klanken in de schipperswereld. J. P. van den Broecke. (Wordt vervolgd). De haven van Hoofdplaat. brouwershaven De haven van Brouwershaven in vroeger jaren. Een oppertje aan de koaje van Bruinisse. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1975 | | pagina 16