Heus, het is niet altijd zo druk op een trailerstrandje...
zien of het nog net zo leuk is als vroeger!
Dan een paar showrooms af: er zijn ver-
bluffend-doelmatige en vrijwel onderhoud-
loze zeil- en motorkruisertjes van polyester,
véél praktischer dan destijds dat bastaard-
BMetje en dat planken-motorschouwtje.
Nauwelijks groter dan een wedstrijdboot,
maar er zijn twee bedden onder de kajuit-
kap, een kookhoekje, een tafeltje en wat
laatjes; optuigen vraagt een paar minuten
werk, de motor start elektrisch. Je kunt
ermee naar Zeeland, misschien vinden we er
ligplaats. Dóén, vind je ook niet?
De kinderen voor het weekend bij oma
gebracht; eerst eens samen varen, die lieve
lange zomerzaterdag. De vaarwind langs
je kop, de zon op je huid, geweldig-mooie
zeilrakken onder een bleekblauwe hemel
met wattenwolken. Moet je die duizenden
meeuwen horen krijsen op de Oostpunt van
de Haringvreter! Nooit geweten dat er
zóveel wilde zwanen op het meer zitten,
kijk, waar die met hun lange nek de bodem
afzoeken kunnen wij met onze 70 cm diep
gang net niet meer varen! In de vooravond
naar een eilandje, zeilen neer, drankje,
primusmaaltijdje, schemeren, stilte, diepe
slaap. En nóg een dag met zonneflitsen
over staalblauw water, een bolle zeewind;
het stadje Veere in bruingrijs onder de mid
dagzon; die avond met strak-gebronsd ge
zicht. armen en benen. Gauw de kinderen
ophalen; volgende keer nemen we die mee,
allicht!
Small is beautiful
zegt dr. Schumacher van de „British In
termediate Technology Development Group"
als hij het heeft over apparatuur voor
gebruik op familieniveau.
Klein is bootje-vol zeggen wij: een hele
familie kan niet mee. Vier of zes volwas
senen voor een lang weekend meevragen:
uitgesloten. Toch kun je ook op een grote
boot „mikken"; misschien leent pa of
schoonpapa geld voor casco-aankoop, hobby
gereedschap hebben ze, en na een jaar
opofferen van al je vrije tijd hebben ze
hun eigen kruiser, hun „cruise-ship". Ma-
terialenkennis, motorenkennis, twee rechter
handen, een onderkomen voor het kolossale
werkstuk, hulp waarop je kunt rekenen,
gereedschap, een heleboel „planning" en
je komt er! Ik ken er die geen kranten
meer lezen, geen TV kijken en al hun geld
en vrije tijd steken in zo'n „master project"
waarna ze hun baan opzeggen en met hun
schip naar de Middellandse Zee of naar
de Caribbean vertrekken voor een paar jaar
leven aan boord.
Maar voor wie gewoon in dit kleine
landje blijft werken, en een boot voor week
end of vakantie wil hebben kan het te
hoog gegrepen zijn. Ander geval: tip-top
vakman is nu 62, maakt een financieel
„aanloopje" om als hij gepensioneerd wordt
een motorkruisercasco te kopen en dat op
7'n dooie akkertje te gaan betimmeren.
in te richten en af te bouwen. Immers
dan heeft hij tijd, nu niet! Alles goed en
wel, maar als het hem echt om varen te
doen is, kan hij beter een kleinere boot
kopen waar hij bij wijze van spreken zó
mee weg kan! Immers, die twee of drie
jaren die hij gaat werken aan dat casco,
die gaan gewoon af van z'n leven op het
water: maar als hij volkomen gelukkig is
met dat veelzijdige handwerk aan z'n eigen
schip en dat varen nog niet zo ziet zitten:
laat hem z'n gang gaan, in vredesnaam!
Maar laat hij wel bedenken dat hem
volgens de bevolkingsstatistiek maar een
beperkt aantal jaren nog zijn toegemeten:
hij zal er wijs aan doen, te kiezen, dui
delijk, tussen „bouwen" en „varen". Bou
wen en daarna varen: dat is meer voor de
jongeren.
Ook dit voorjaar hebben we het weer
gezien: mensen hebben een royaal schip,
het was destijds goed haalbaar, maar vraag
eens wat schilderwerk kost! En kijk eens
hoe een stalen schip „achteruitholt" in
dat zoute water van Zeeland! Dus werken
ze wekenlang op en onder hun vaartuigen,
gedwarsboomd door guur weer, nattigheid
tijdens de weekends: een maand moet ie
wel rekenen voor een voorjaars-opknap-
beurt. Een als jacht verbouwde hengst is
een juweel om te zien varen, maar een
werkhuis om zelf te onderhouden: daar gaat
ieder jaar weer een stukje van je leven
18