Monumentale maandagmorgen in Middelburg Om half elf is uw auto weer klaar me neer, zeiden ze hij het garagebedrijf, we beginnen er meteen aan. Een eind rondlo pen maar, die stralende voorzomermorgen in de stad en wat rondkijken. Haast Zuidfrans-blauwe lucht boven de daken: bloeiende rand rose clematis over een oude muur. Wel schoon, die muur, opgetrokken van schoongebikte oude bak stenen zoals zoveel hier: proper, strak en degelijk in de oude trant. De bouw-vak- mensen en de stratenmakers zijn al bezig, het is bij achten nu. In een verwaarloosde gevel gaat de verweerde voordeur open, een somber iemand in donkere regenjas stapt met fiets en actetas op de stoep: gangportaal voor de fiets, praktisch! Voor een bar op de Dam wordt het stoepje nauwgezet afgespoeld, wat ruikt dat lekker, sproeiwater over de al warme stenen. In doodlopende keienstraatjes achter het plein begint de arbeid in de werk plaatsjes. de pakhuisjes, de kantoortjes. Op een zonovergoten schoolplein staan tieners te praten over de komende proefwerken. Voorzichtig legt een oude man in overall twee grote witte gipsplaten op de kruiwagen voor zijn huis dat beneden als opslagplaats dient. Ergens wordt een raam opengescho ven. een hand met een bloemengietertjc steekt naar buiten, geeft de bloeiende ge raniums in de bloembak boven de voordeur water. Besloten stadswijken met de straatwanden dicht tegenover elkaar. Witte kozijnen, klei- Oost Irv&JeA Jti.u OeJt -XnabscAr faA- Ni k r vk Grondtkkenlng van Mïddelrurc „Middelburg, de eerste en grootste Stad van geheel Zeeland, leggende op een en vijftig Graaden en dertig Minuten Noorder- Breedte, genoegzaam in 't midden van 't Eiland Walcheren, één groot Uur ten Noordoosten van Vlissingen en weinig minder ten Zuidwesten van Veere, beide langs eenen ruimen en welbcplanten Straatweg te bewandelen. De Stad is rondagtig van gedaante, heeft omtrent zestien honderd Belgische Roeden in haaren Omtrek, en vervat drie honderd zes en negentig Gemeten en honderd Roeden Gronds in zig. Zy verschaft reeds van verre een aangenaam Gezigt, door de menigte van Torens, Spitsen, hooge en mindere Gebouwen. Zy is omringd van eene wyde, versche en vischryke Graft, vermaaklijk en rondom sierlyk beplante Buitensingels, met eene groote menigte aangenaame Speeltuinen, ook hier en daar met grasryke Weiden en Bleekeryen omzoomd; 't geen een zuivere Lugt veroorzaakt: zoo dat de Inwooners, volgens 't oordeel der Geneesheeren, daar door weinig van water- agtige of besmettelyke Ziekten aangetast worden". (Tirion, Beschrijving van Zeeland, 1751). 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1975 | | pagina 23