Jules van Bergh aldaar); medewerking van
vele deskundigen.
Scheepsantiek,
door Jean Randier, 1974, De Boer Mari
tiem, Bussum; 222 biz., 29 x 21 cm.
Auteur is maritiem historicus bekend met
alle verzamelingen over de hele wereld;
in feite een verklarende catalogus voor de
amateurverzamelaar en wie zich voor de
maritieme wetenschap interesseert; maquet
tes en modellen, vele schilderijen, zeer uit
gebreide behandeling van de navigatie-in-
strumenten (sextant, spiegelcirkel, astrola
bium, Jacobsstaf, nocturniaal); de uitrusting
van het schip (opbouw, meubilair, scheg
beelden, versiering, blokken en takels, lan
taarns); handwerk en kunstzin aan boord,
matrozenhandwerk, scrimshaw: scheepsaf-
beeldingen bijv. op potvistanden, souvenirs,
scheepsspeelgoed.
Vijftig kleurplaten, 200 zwart-wit afbeel
dingen. Vele dingen die aansporen tot ver
zamelen en zelf namaken!
The Handicrafts of the Sailor,
door Steven Banks, 1974, uitg. David
Charles, Newton Abbott, Londen, 96 blz.,
25 x 20 cm.
Wellicht was de matroos tot voor een
halve eeuw analfabeet, maar hij had een
bijzonder goede kijk op de versiering van
zijn gereedschappen, het snijden van een
model van het schip waarop hij voer, het
borduren van een vlag of een lap met zijn
schip onder voltuig; het maken van inge
wikkeld knoopwerk voor allemanseinden,
helmstokknopen, valreeprelingtouwen, naai
dozen om eigen goed en kleding te her
stellen; hij timmerde zeemanskisten, po
lijstte kokosnoten en gaf die inscripties,
maakte van een marlspijker of walrustand
een stukje ornament, sneed een vrouwepor
tret in een walvisbot.
Dit handwerk is nu museumgoed; in het
boek wordt ook de wereld van de matroos
tot leven gebracht. Het bestrijkt de laatste
300 jaren.
Het Schip,
door Björn Landstrom, 1961, uitg. W.
Gaade, Den Haag; 320 blz., ruim 800 teke
ningen, vele in kleur.
De geschiedenis van het schip, van primi
tief vlot tot atoomduikboot, met recon
structies in woord en beeld. B. L.: schilder,
graficus met grote belangstelling op mari
tiem gebied.
Tekende scheepsmodellen, verrichtte
speurwerk in musea, vergelijkt en beeldt
ze naast elkaar af: de Braziliaans jangada,
een balsa-balkenboot en een supertanker
met bulbsteven (best mogelijk dat de jan
gada de tanker zal overleven, wie weet?
zegt hij); ouderen onder ons vinden de
koopvaardij- en marineschepen van onze
jeugd terug, de Libertyships, de allerlaatste
klippers en barken. Silhouetten vaak, maar
vele vogelvluchttekeningen, vele met bena-
mingenlijsten: alle met jaartal erbij.
Voer voor modelbouwers, dit encyclope
dische werk, 29 X 22 cm; niet overal meer
verkrijgbaar!
Romantische Scheepvaart,
door Jean de la Varende, 1960, Elsevier
Pocket A21, 315 blz., 133 afbeeldingen;
auteur, uit geslacht van Franse marine
officieren, begint met Homerus, verwoordt
en verbeeldt de uitstekende stuurmanskunst
der Polynesiërs, de scheepsbouwkunst der
Arabieren; leert ons veel over de Chinese
jonken en de vele verschillende vaartuigen
van de landen rond de Middellandse Zee;
Venetië, Genua, Spanje, Frankrijk; minder
over Hollandse en Scandinavische schepen.
Gaat tot het zeilschip met stoomvermo-
gen, verder niet.
Illustrierte Geschichte der Seefahrt,
door R. L. Temming, 1974, uitg. Verlag
Manfred Pawlak, Herrsching; 202 blz., 25 x
35 cm. Kleurreprodukties, later foto's en
zeemanslexicon aan het eind.
Babyion Grieken Romeinen Vi
kings China Kruisvaarders Hansa
ontdekkingsreizigers zeilvrachtsche-
pen eerste stoomvaartuigen zeil-
klippers (het laatste woord van de zeilvaart)
luxe mailboten slagschepen.
Wereldgeschiedenis der Zeevaart,
door Admiraal Barjot en Jean Savant,
uitg. W. Gaade, Den Haap.
De zeevaart en haar rol in de cultuur
geschiedenis der mensheid, reprodukties van
schilderijen van beroemde meesters, ruim
1000 afbeeldingen.
De zeeslagen bij Salamis tegen de Perzen
en die in de Coral Sea in '44; het mid-
zwaardzeiljachtje type 505 wordt met even
veel liefde en detail afgebeeld als de „Aqui-
tania" van 55.000 ton. De vele gedaante
wisselingen van de zeeschepen, de poolreizen
zoals die van de beroemde geleerde Charcot
met zijn „Pourquoi pas".
Encyclopedie van de zeevaart in pracht
band, formaat 27 x 22 cm, 4 cm dik,
430 pag.
Under full sail,
door Morris Rosenfeld, fotograaf, 1957,
Uitg. Geo. G. Harrap Co Ltd., antiqua
risch. Boek voor de watersport-zeilers: 50
jaar zeilsport vastgelegd in 196 prachtige
foto's, boek 29 x 21 cm.
Rosenfeld heeft elke belangrijke zeilge-
beurtenis vastgelegd sinds Sir Thomas Lipton
met zijn „Shamrock" in 1899 probeerde
de America's Cup te winnen.
De klassieke silhouetten van zeiljachten
uit die tijd; schoonheid, gratie, actie en
kracht, gefotografeerd tegen de eeuwig
wisselende nooit-eendere stemmingen van
wind, hemel en water. Frostbite dinghies in
een sneeuwstorm; de Lightning Class, de
Thistles en de Snipes, en dan weer de kapi
tale America's Cup racers en de twaalf
meters. Een spinnaker rond het voorstag,
een stel zeejachten voor anker in de mist,
een 20 m lange schoener zeilt bruisend vlak
langs! Met autoritatieve commentaar.
(Wordt vervolgd).
DE HENGELAAR
1.
'k Ben hengelaar,
en raar maar waar
als bij zo'n scharrelaar
waait door mijn pet het haar,
en uren sta ik daar,
en wachten maar
ook al is 't nog zo fris
op die onbekende vis.
Geld, vrouw, noch bier
doen me een zier,
'k vlucht voor 't geklier,
en voor mijn vertier
sta ik nu hier.
Met een fraaie zwier
werp ik mijn dooie pier
'k wacht met plezier,
ook al is 't nog zo ongewis,
op die onbekende vis.
3.
De wind rukt zachtjes aan mijn haren,
wolken als wollen schepen varen
langs een koude blauwe lucht.
Verwachtend blijven d' ogen staren
langs mijn hengeltop; ruischende baren
brengen geest en lichaam tot bedaren,
en bij elke ademzucht
drijft uit mijn blauwe neus
een nieuw wolkje in de lucht
En wat niet te verklaren is,
'k wacht op die onbekende vis.
4.
Merg-koud ben 'k 's avonds thuisgekomen,
lak aan T.V. en vrouw, maar dromen
van wind en wolken, zingende baren,
en wat ik nimmer kan verklaren,
van de vangst die er morgen zéker is
van die onbekende vis.
5.
Weg-ebbend in mijn sluimerwolken
hoor ik nog vaag mijn vrouw vertolken:
Een hengelaar?... 't is mens noch dier...
een stok met aan elk eind
een stille dooie pier.
Sas de Koeyer.
30